Woensdagavond halverwege het lijsttrekkersdebat tussen Dibi en Sap bekroop mij het gevoel: dit wordt niets meer. Ik, lid, zat zelf in de zaal tussen andere GroenLinksers en voelde zeshonderd ogen zoeken naar een glimp van een leider. Een positief verhaal, iemand die de partij groot/groter kan maken. Er werd geklapt, er werden clichés uitgewisseld. En braaf kabbelde de strijd voort. Halverwege dus, wist ik waar mijn onbehagen vandaan kwam. Beide kandidaten zijn prima geschikt voor de job; je kunt ze rustig voor een zaal vol GroenLinksers zetten. Maar ze gaan de partij nooit naar de vijftien (plus) zetels brengen. Sap heeft een mooi verhaal (en ‘ervaring’), maar zal voor de buitenwereld toch altijd een te braaf econoompje blijven. Om over het stekkermeisjesimago nog maar te zwijgen. Terwijl Dibi helaas nooit van zijn imago als kwajongen en buitenspeler af zal komen. Het eeuwige talent. Vanaf zaterdag mag ik stemmen wie als lijsttrekker verder gaat, maar ik kan het helaas nooit goed doen. GroenLinks mist een persoon die boven de partijen staat, iemand die kiezers aantrekt die niet als vanzelfsprekend al op de partij stemmen. Ik heb nog geen keuze gemaakt, maar hoop dat – wie het ook wordt – er snel iemand komt die het GroenLinks verhaal op Roemeriaanse wijze kan vertellen. Want met vier of vijf zetels blijft het bij mooie idealen.
top of page
Post: Blog2 Post
bottom of page
Comments