Een keer in de zoveel tijd stel ik aan mijn vrouw voor om ons huis opnieuw in te richten. Meestal krijg ik een afwijzend ‘Waarom?’ of ‘Moet dat?’ terug als reactie. Zo niet deze maandag, toen ik opperde om de studeerkamer (waar overigens weinig is gestudeerd) om te wisselen met onze slaapkamer (waar overigens, nou ja, je weet wel). Voor wie het nog niet weet: als alles goed gaat, hopen wij rond 1 februari 2013 een blob te mogen verwelkomen. En die schijnt ook ergens te moeten slapen.
Wellicht aangemoedigd door hormonale opruimdrang stonden we, voor we het goed en wel doorhadden, tot onze enkels in de stofwolken. Het bureau en het gammele houten kastje maakten plaats voor het niet minder gammele bed, dat op zijn beurt weer ruimte bood aan stapels met gevulde verhuisdozen, het wasrek en de rieten stoel. De puzzelstukjes pasten wonderlijk in elkaar. De enige noemenswaardige tegenslag is het afbreken van de coax-kabel bij het verschuiven van de televisie.
Terwijl het buiten al donker was geworden, konden de vensterbanken opnieuw gedecoreerd worden en vonden de laatste prullaria een nieuwe rustplaats. Toen de stofwolken waren opgezogen bleek het nieuwe kamertje alweer volgebouwd. Met nog een half jaar te gaan hebben we in ieder geval onze goodwill getoond.
Kommentare