top of page

Arnold Braamhorst (1947-2018)

Foto van schrijver: Kasper PapingKasper Paping

Een appje van mijn moeder. Een foto van een krantenbericht, zwart omlijnd: Pieter Arnoldus Braamhorst, overleden 17-10-2018 te Winschoten. Of dat niet… ja dat is, was, mijn oude damleraar. Arnold bracht mij – en mijn clubgenoten – overal naar toe in zijn karakteristieke rode auto. Begin jaren negentig kwam ik via mijn buurjongen Hylke terecht bij de Damclub Groningen. Er waren veel oude mannen, maar voorafgaande aan de clubavond was er een uurtje jeugddammen. Ik had niet veel beters te doen en vond het wel prettig om bij een club te horen. Arnold was de jeugdleider. Hij gaf ons boekjes met ‘damproblemen’ die we dan zelfstandig mochten oplossen. Aan het eind van de les – en dat was eigenlijk het enige leuke – mochten we partijtjes spelen. Jarenlang verloor ik trouw alles wat ik speelde zonder er ook maar iets slechter van te worden. Van positiespel had ik nog nooit gehoord. In de oefeningen ging het alleen maar om zetjes. Ik was daarom allang blij als ik ondanks een nederlaag een zetje had gezien in de stelling en die succesvol had uitgevoerd. Ook al kostte het me twee stenen meer dan het me opleverde. Vele jeugdleden kwamen en gingen. Ik bleef als een van de weinigen hangen. Ik ging mee naar eindeloze zaterdagen voor wedstrijdjes in Warffum, Sneek en soms zelfs in Harderwijk of Culemborg. Ik ging – tenzij ik echt niet kon – wel mee. Arnold reed ons altijd. Moesten we op onze vrije dag om 8 uur klaar staan en dan reden we langs nog vier adressen in Groningen en plaatjes in de buurt om alle andere clubleden op te halen om uren later in een muf zaaltje aan te komen, vol met tafels en damborden. Zoals gezegd, verloor ik meestal, maar ik ging na een aantal jaar ook wel eens winnend van tafel.

Het was vanzelfsprekend – maar dat was het natuurlijk niet – dat Arnold ons bracht, haalde en moed in sprak. Hij organiseerde trainingen voor ons, bezocht kampioenschappen van de senioren en nam ons mee om te zien hoe dat er aan toe ging. Begin deze eeuw ging ik het spelletje iets meer zien. Ik was absoluut geen natuurtalent, maar ik kon ineens aardig mee met de jeugd van mijn leeftijd en iets de iets jongeren. In 2002 werd ik zelfs, na enkele verrassende overwinningen, kampioen van Groningen bij de junioren. Samen met mijn topscorerstitel in de competitie zou het mijn beste prestatie blijken. Ik mocht zo nu en dan meedoen met het eerste en speelde in de provinciale competitie (die ook werd gewonnen) vrijwel alle of alle wedstrijden mee. Arnold wist denk ik ook wel dat ik het talent niet had om een echt goede dammer te worden, maar aan zijn tijdsinvestering was dat niet te merken. Hij mopperde wel eens op de jeugd die stuk voor stuk gedurende hun tienerjaren afhaakte ten faveure van andere hobby’s en interesses. Ik was (samen met nog één andere speler) de enige die bleef. Echt praten gebeurde overigens zelden. Ik kan me eigenlijk geen echte gesprekken met hem herinneren. Hij had wel altijd hele monologen over het dammen of andere avonturen die hij had beleefd. Dat overigens zonder al te veel over zichzelf los te laten. Dat hij actief was geweest voor de PvdA is zowat het enige dat ik over zijn privéleven te weten ben gekomen. In de jaren die volgden ging DC Groningen samen met DG Het Noorden. Niemand was daar echt blij mee, maar het kon niet anders: financieel en qua leden zat de club in zwaar weer. Er kwam een gezamenlijk tweede team dat landelijk ging spelen. Ik werd captain en mocht zodoende de opstelling bepalen. In veel van mijn damherinneringen, zo niet bijna alle, speelde Arnold een rol. Zonder schroom sprak hij wereldkampioenen Alexander Georgiev en Ton Sijbrands aan tijdens toernooien om een praatje te maken. Iedereen kende Arnold en Arnold kende – zo leek het toen – iedereen. 

Ik ging in Zwolle wonen en kwam daardoor iets minder vaak op de clubavonden. We gingen iets meer onze eigen weg maar hadden nog wel intensief contact over het spelletjes. In 2007 besloot ik voorlopig met het wedstrijddammen te stoppen na een teleurstellend seizoen in combinatie met de bij mij wat verlate interesse in andere zaken. Ook daar spraken we nooit echt over, al vermoed ik dat hij teleurgesteld was. De laatste tien jaar was er vrijwel geen contact. De laatste keer dat ik ‘m zag kan ik me dan ook niet herinneren. Wel heb ik nog een aantal keer geprobeerd via e-mail (ik kreeg dan ook wel korte berichtjes terug) of telefoon in contact te komen. Een aantal keer heb ik voorgesteld een toernooi te bezoeken; maar dat ging volgens hem niet meer vanwege zijn broze gezondheid. Ook de keren dat ik voorstelde om bij hem thuis langs te komen voor een potje dammen, hield hij dat af. Zodoende hoorde ik sinds de laatste e-mail, nu vijf jaar geleden, niets meer. Zo nu en dan keek ik online – de laatste keer nog maar enkele weken geleden – naar een teken van leven of dood. Arnold’s naam werd echter nergens genoemd. Al die tijd heb ik me afgevraagd of ik toch nog een keer had moeten aandringen op een laatste potje dammen. Toen ik Arnold mailde dat ik nu een gezin had, gelukkig getrouwd en toen 1 kind had schreef hij: “De tijd die je vroeger aan dammen kon besteden kun je nu dus aan jullie grootste bezit (zoon) besteden schitterend zeg. Wie weet zien wij elkaar nog eens. Het dambord is snel opgezet. ” Het laatste potje, dat kwam er dus helaas nooit.

Arnold (rechts) tijdens Dammen op de Dam in Amsterdam

Arnold (midden, rechts) en ik tijdens Dammen op de Dam in Amsterdam

6 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Kasatari Jaaroverzicht 2024

Over een paar uur (een paar dagen als ik dit schrijf) is het 2025. Omdat ik operaties vaak enkele weken vooraf al inplan, heb ik al een...

Comentarios


Post: Blog2 Post
  • Twitter
  • Instagram

©2023 door kasatari.wix.com . Deze tekst is niet live geschreven. 

bottom of page