Uurtje of twee in de middag en de telefoon gaat. Het is mijn moeder, ze belt mijn vrouw want ik neem toch nooit op. Of we een buitenkraan hebben. Nou ja, die hebben we. En of wel aan het afsluiten van de buitenkraan hebben gedacht. Nou nee. Het gaat koud worden de komende dagen. Ik roep vanuit de keuken, terwijl ik koffie sta te zetten, dat ik de buitenkraan al eens heb proberen af te sluiten, maar dat dat toen ook niet gelukt was. Ik krijg de telefoon van mijn vrouw in mijn gezicht geduwd. Ik herhaal dat toen het een hele tijd terug ook heel koud was, ik ook had geprobeerd de kraan af te sluiten maar zonder succes. We hadden geen afsluitkraan of hij deed het niet meer goed, geloof ik. Bubbeltjesplastic, dat zou ook wel helpen, had mijn moeder gehoord van de buurman. Ja, je wilt niet dat de leidingen bevriezen, wist mijn moeder. Nee, dat wil je niet, zei ik terug. De vorige keer heb ik - geloof ik - mijn kraan ingepakt met god weet wat. Het is alweer zo lang geleden dat het echt goed heeft gevroren voor een langere periode dan een paar uur. Het zal gemakkelijk een paar jaar geleden zijn geweest. Ik google wel even. En ik kijk nog een keer in de meterkast en onder het aanrecht. Maar waar ik ook kijk, ik zie geen afsluitbare kraan. Even later stuur ik een foto van een ingepakte kraan naar haar. Ik had er eerst bubbeltjesplastic omheen gedaan, toen een badhanddoek en daar overheen een vuilniszak. “O.K.” typt mijn moeder terug. Ze heeft er niet veel vertrouwen in. We kunnen altijd nog ieder uur opstaan de komende nachten en de kraan even open zetten zodat deze niet bevriest, zeg ik tegen mijn vrouw. Of en anders bidden naar de weergoden en hopen dat het allemaal meevalt.
top of page
Post: Blog2 Post
bottom of page
Kommentare