Behalve af en toe ‘hallo’ en ‘hebben jullie toevallig een [x] die we kunnen lenen’, heb ik eigenlijk geen contact met mijn buren. Ik zie buren eigenlijk vooral als een noodzakelijk kwaad. Niets ten nadele van mijn buren trouwens, want gisteren hadden we een burendag en het leken me stuk voor stuk aardige mensen. Ik ben nog geen potentiële seriemoordenaars op het spoor. Maar het concept buren staat me niet honderd procent aan. Je moet toch altijd rekening houden met lawaai. Ik voel me vooral veel bezwaard als de kinderen weer eens om 8 uur in de ochtend de boel op stelten hebben gezet. Buren horen in potentie alles wat je uitspookt tenzij je fluistert, heb ik al eens ontdekt toen in ons vorige huis we letterlijk konden volgen waar de ruzie van de buurman en buurvrouw over ging (zij dacht dat hij vreemd ging naar aanleiding van iets op zijn telefoon). Het zou me trouwens niets verbazen als hij daadwerkelijk vreemd ging. Het waren nogal gekke buren. Niet per se onaardig, maar wel een iets te flitsend stel. Het was dus gisteren burendag en dat bewoog een van de buren er toe om voor te stellen om onder het genot van een hapje en drankje aan een statafel te hangen en elkaar wat beter te leren kennen. Dat bleek eigenlijk wel leuk, hoewel ik maar drie buren echt goed heb gesproken gisteren, weet ik nu wat voor werk ze doen, of ze wel of niet van alcohol houden, welke sporten ze leuk vinden en in welke kroegen je moet zijn om in Oeteldonk goed carnaval te vieren. Ook op de kinderen - met name op de jongste - heeft burendag indruk gemaakt. Ruim een dag later vraagt ze nog: is het nog burendag? Wijn uit een pak met een tapje, zelfgemaakte appeltaart en kinderen die daar op een loopfietsje doorheen cirkelen. Als je dan toch buren moet hebben, dan maar deze.
top of page
Post: Blog2 Post
bottom of page
Comments