Al een tijdje geleden schreef ik de volgende anekdote op in mijn Moleskine-opschrijfboekje. Toen ik laatst bij de bushalte bijna voorbij werd gereden door lijn 6 zei ik, omdat de bus wat ver doorreed, tegen de buschaufeur: ik dacht dat u dichterbij zou stoppen. ‘Laat het denken maar aan mij over,’ was het gevatte antwoord van de man achter het stuur. Ik zei daarop dat dat me niet zo’n goed idee leek en zocht braaf een zitplek. Natuurlijk zei ik het niet hardop, want ik wilde nog naar het station. Bovendien: de chauffeur had mij een dienst bewezen. Het was immers koud en hij had me ook gewoon in de vrieskou kunnen laten staan.
In afwachting van een briljante ingeving liet ik het bovenstaande verhaaltje in mijn boekje staan en legde het weg. In afwachting van het vervolg. Maar er kwam niets. En dat terwijl het zo gemakkelijk is om hier een opmerking te maken over het aantal hersencellen van de gemiddelde buschauffeur. Niets. Sterker nog: ik realiseerde me opeens dat mijn Moleskine – al een jaar of twee in mijn bezit – verrassend leeg bleef. Blijkbaar zie en associeer ik toch niet zoveel als ik zelf dacht. Dat moet anders kunnen. Dat boekje moet vol. Al is het met onzin. Ik wil niet leven in een wereld waarin de buschauffeur gelijk heeft en ik het denkwerk aan hem moet overlaten. Mijn eerste goede voornemen voor 2011 is binnen. KETJING!
Коментари