Zondagmiddag in mei. Tijdens het afwassen luister ik naar Radio1. Dat doe ik eigenlijk alleen als er een voetbalwedstrijd op is die ik niet kan volgen via internet. Zo’n dag is deze zondag, want de ontknoping in de eredivisie is populair. Zo populair dat het onmogelijk is een werkende illegale stream te vinden.
Er is ook niets mis met luisteren naar de radio. Het is een snel medium, volledig, laat iets te fantaseren over en is ideaal om daarnaast nog iets anders te doen. Zoals afwassen. Bovendien zou Ajax toch wel kampioen worden, ondanks dat er natuurlijk altijd een theoretische mogelijkheid is op een misstap van de koplopers.
Erg waarschijnlijk is het (droom)scenario niet. De Graafschap heeft niets meer om voor te spelen en moet komende week bovendien nog belangrijke nacompetitie. En Ajax, ja Ajax heeft natuurlijk alles te winnen. Het podium in het Arenapark staat al klaar, het bier staat koel. En je speelt tegen de nummer zeventien.
Terwijl ik de borden schoonmaak staat Ajax ‘gewoon’ voor met 0-1. Geen vuiltje aan de lucht. Buiten hoopt de buurjongen dat Ajax wint. Een half uur voor tijd gebeurt er iets wat de middag en daarmee ook het afgelopen seizoen in een ander daglicht zet. Het is net of het geluid van de radio ineens harder klinkt.
Een oorverdovend gejuich klinkt uit de speakers van mijn laptop. Als de commentator 1-1 uitspreekt. Juichend en verbaasd kom ik buiten het ‘goede nieuws’ brengen. De buurjongen zit op de grond met zijn rug tegen de muur en zegt niets. 1-1 is een wonder maar nog een half uur te spelen. Ik pak de bijna lege fles Pisang Ambon er bij om de spanning weg te drinken. De hele week heb ik geen spanning gevoeld, want ik wist dat het niet goed zou komen. Nu was alles ineens anders. Het kon ineens weer.
Uiteraard wist ik toen nog niet dat ik een dag later inderdaad op het Stadhuisplein zou staan. Veertig (met blessuretijd er bij) zenuwslopende minuten waarin er nog maar weinig afgewassen zou worden.
Comments