Al jaren ben ik kind aan huis bij de plaatselijke damclub. De mensen daar zijn nog gewone no-nonsense mensen; echte Groningers dus. De nuchterste Groninger van allemaal is echter die Fries. Stijlvolle grijze haren, altijd netjes in model gekamd. Altijd ook netjes in een strak pak. Statig loopt hij door de zaal langs de damborden. Zijn rode wangen en ondeugende blik in zijn ogen verraden zijn liefde voor het damspel.
Hij was een groot dammer en speelde op het NK tussen de grote mannen. Later, 11 december 1976, werd hij met zijn club (Roxy dual) Groningen, Nederlands kampioen. De andere topspelers van toen, Jannes van der Wal, Hans Jansen, Ton Sijbrands, bleken passanten; Douwe de Jong bleef Groningen trouw. Hij zag dammers komen en gaan, werd achtentwintig maal clubkampioen en speelde de laatste jaren in de tweede klasse met zijn club. ‘Slechts’ in de tweede klasse, want hij kón veel hoger spelen als hij had gewild, maar de clubliefde ging voor.
Hij was naast ‘onze’ beste speler: erevoorzitter, teamcaptain en suikeroom van de club. Aan zijn kennis van en enthousiasme voor het spel kon iedereen op de club zich optrekken. Douwe overleed afgelopen weekend op veel te vroege leeftijd aan een hartstilstand. Hij laat een enorme leegte achter, die niet op te vullen valt. Wij hebben niet alleen onze beste speler en een fantastisch mens verloren, maar vooral ook de ‘ziel’ van onze club.
コメント