In deze rubriek vertelt Edwin van der Laak uit Tilburg over zijn passies handbal en ijshockey.
door Kasper Paping TILBURG – “Het mooiste bij GHV is de gemoedelijke sfeer. Dat is hier in Goirle toch anders dan in de grote stad.” Edwin van der Laak (43), trainer van handbalploeg GHV, komt uit een echt sportgezin en deed onder meer aan voetbal, handbal, volleybal, turnen en ijshockey. “Sport is mij met de paplepel ingegoten. Mede dankzij mijn moeder Lenie ben ik best ver gekomen.”
IJshockey speelt hij nog altijd bij Midnight Players Tilburg en dat is naast het handbal zijn grote liefde. “Maar dat was een dure sport, dus ben ik daar pas op latere leeftijd mee begonnen.” Als assistentcoach is hij tegenwoordig betrokken bij de ijshockeywelpen – Van der Laak traint onder anderen zijn zoon – en sinds afgelopen zomer is de Tilburger handbaltrainer bij GHV. “Ik was net terug van vakantie toen ik gebeld werd met de vraag of ik interesse had om in Goirle als coach aan de slag te gaan. Samen met mijn vrouw hebben we letterlijk agenda’s getrokken om te kijken of er nog ruimte was voor handbal. Gelukkig heeft mijn vrouw ook een sporthart en vindt ze handbal ook leuk.”
Na gehandbald te hebben bij Tachos en Artemis (toen nog VOLT/ HVT) stopte Van der Laak begin jaren negentig met die sport. Door een longziekte moest hij het rustiger aan gaan doen, maar al snel ‘begon het te kriebelen’. Zodra het beter ging met zijn gezondheid pakte hij de draad weer op door te gaan ijshockeyen en handbaltrainingen te geven. Eerst bij HVT en later bij Tachos ging hij (destijds 36 jaar) weer zelf handballen, tot hij daar drie jaar geleden mee stopte. “Ik had toen al trainerscursussen gedaan en de jeugd bij Tachos getraind.”
Even wennen was het wel, na drie jaar zonder handbal weer als coach op het veld. “Maar de techniek verleer je niet, al verandert er natuurlijk wel veel in de sport. Ik kan nu ook veel uit het ijshockey gebruiken in de handbaltrainingen. Sommige ijshockeyoefeningen heb ik vertaald naar de zaal. Verdedigen is altijd de hoofdmoot. Als de verdediging goed is, hoef je niet bang te zijn voor aanvallen van je tegenstander.”
De sporten lijken volgens hem erg op elkaar. Een keuze tussen handbal en ijshockey kan hij niet maken. “Dit zijn beide wel typisch sporten waarbij je wat meer moet doen om goed te worden.” Hoewel ijshockey de naam heeft, is handbal volgens hem zeker niet minder gemeen. “Ik weet hoe hard het er bij beide sporten aan toe gaat. En bij ijshockey ben je tenminste nog beschermd.”
Over zijn eerste seizoen bij GHV is Van der Laak tevreden. “Het verloopt goed en de mensen zijn tevreden, al zeggen ze het ook eerlijk als er iets is.” Toch had er nog ietsje meer ingezeten. “We hebben een paar wedstrijden weggegooid. Als we die gewonnen hadden, stonden we nu bovenaan. Maar de kern van onze selectie is niet daarvoor niet breed genoeg.”
Met de toekomst is hij nog niet bezig. “Ik probeer hier een goede handbalsfeer te creëren, spelers positief te benaderen en GHV een trapje omhoog te brengen. Plezier is in sport heel belangrijk. Er zijn ‘drie helften’ in de sport en die zijn alledrie even belangrijk.”
Bron: Brabants Dagblad
Comments