Literatuur op televisie. Het is een moeilijke combinatie te noemen. Programma’s over boeken zijn vaak te saai of te gemaakt jolig. Een goed en kijkenswaardig programma over literatuur maken lijkt een onmogelijke opgave. Hotel van Dale bleek, op de avond van het boekenbal, de zoveelste mislukte poging.
Alle ingrediënten waren aanwezig voor een leuk programma. Thomas van Luyn heeft de lachers vaak op de hand (maar trekt toch een heel ander publiek dan de die-hard lezers, lijkt me). Alfabetweter Ronald Snijders is altijd leuk als het gaat om taal. Vincent Bijlo is op papier ook een veilige keuze als het gaat om licht amusement. Stop een kwartje in Bart Chabot en hij houdt alles en iedereen tot in het oneindige bezig met zijn woordenstroom. En toch werkte het voor geen meter. Een groep goede spelers met een verkeerd spelplan maakt geen wereldploeg.
Er werd, zoals in zoveel mislukte televisieprogramma’s, te geforceerd naar de lach gezocht. De gemaakt jolige sfeer stak niet over naar het bij de opname aanwezige publiek, wat een reeks ´grappen´ waar niet om gelachen werd tot gevolg had. Dat een en ander wel erg ingestudeerd overkwam en sommige gesprekjes dan weer slecht te verstaan waren, hielp niet echt mee. Een lachband had de uitzending op tv misschien nog een beetje kunnen redden. Nu werd het een pijnlijke show met grappig bedoelde gesprekjes waar niet tot nauwelijks gelachen werd.
Zo werd Hotel van Dale een goedbedoelde poging tot het aanspreken van een groot publiek als het gaat om boeken en gedichten. Toch is dit programma geen incident. Eigenlijk niemand is het gelukt een mooi en waardig programma te maken over boeken sinds ik zelf (vrij veel) televisie kijk. Wim Brands’ Boeken is leuk voor de connaisseur, maar voor de meeste mensen is dit interviewprogramma toch te saai en vooral sfeerloos. Waarom niet opnemen in het donker, met wat sfeerverlichting en het onvermijdelijke glaasje wijn? En uitzenden op vrijdag- of zaterdagavond.
Adriaan van Dis is de uitzondering die de regel bevestigd. Hij weet met zijn ondeugende, speelse benadering nog het meest te boeien. Al is ook zijn jaarlijkse uitzending niet voor iedereen. Hij laat een bevlogenheid zien waar menig dertiger jaloers op mag zijn. Toch vraag ik me af in hoeverre de bijna één miljoen kijkers naar een wekelijkse uitvoering zouden gaan kijken? De taalspelletjes en boekenrubrieken daargelaten, is het angstvallig stil als het om literatuur gaat op televisie. Af en toe mag een schrijver in zes minuten uitleggen waarom zijn boek mooi is bij Pauw, De Wereld Draait Door of RTL Late Night, maar dan houdt het toch al snel weer op.
Wat dat betreft is de poging tot literair cabaret (om het beestje toch maar een naam te geven), van Thomas en zijn vrienden, lovenswaardig. De uitvoering laat echter te veel te wensen over. Meg het de volgende keer (al lijkt het me sterk dat er een nieuwe kans komt, maar je weet maar nooit) iets minder ingestudeerd, zonder jolig ondertoontje en overdreven grappig willen zijn? Ik zal dan zeker kijken. Kritisch, maar toch. Het boek verdient beter voor het daglicht te komen op televisie. Of liever nog: voor het kaarslicht.
Comentarios