Jarenlang heb ik gedacht dat ik een boek moest schrijven over - of dat zijn afspeelt tijdens - carnaval. Inmiddels heb ik die gedachte losgelaten. Nu ik het boek van Jan van Mersbergen ‘Carnaval een levensverhaal’ dagelijks in de trein lees krijg ik langzaam maar zeker een beeld van wat ik zelf wil. Nogmaals, zeker geen boek. Een mooie zin zou al fijn zijn. Of een woord desnoods. Mand. Schrijven over carnaval is moeilijk, dat blijkt ook wel over de eerste hoofdstukken van het boek van Van Mersbergen. Ik snapte ook nooit hoe dat zou moeten. Ik had een roman in m’n hoofd dat zich afspeelde tijdens een geweldige carnavalsdag. Maar hoewel ik veel carnavals heb meegemaakt is er nooit een roman naar binnen gewaaid. Nu ik aardig op weg ben in het carnaval van Jan van Mersbergen, krijg ik met de pagina meer inspiratie om zelf te schrijven.
De lat moet vooral ook niet te hoog, ook niet per se te laag. Maar je moet er wel al dweilend door de straten soepel overheen kunnen stappen. Met een paar bier op lukt dat wel, althans dat denk je. Ik wil - zo was vanmiddag toen ik verder las het besluit - (ook) een bloemlezing geven wat carnaval is voor mij. Niet omdat mensen het gaan begrijpen. Je snapt het - over het algemeen - wel of niet.
In de trein van Limburg terug naar huis probeerde ik alvast een klein voorproefje te bedenken over wat ik zou kunnen optekenen over carnaval. Mijn ogen zijn inmiddels te moe om te lezen. Ik denk aan het lelijkste speeltuintje van Nederland net naast Die Twee. De tafel (volgens Jan van Mersbergen moet carnaval staand, maar daar ben ik het niet volledig mee eens!) bij wijlen ‘d Honneur. Het zelf gebrouwen biertje op de parkeerplaats die C uit de kofferbak haalde. Die ene keer (dat moet ook niet te vaak gebeuren want dan is het niet meer speciaal!) dat we de prins tegenkwamen bij - was het nou de Ponderosa? En zo kan ik nog eindeloos doorgaan. Allemaal verhalen. Hoe kleiner hoe beter.
Comments