17 volgers op Twitter. Het is niet veel, maar ze zitten er tenminste: @NKDammen2015. Gisteren is, geheel geruisloos, het NK Dammen 2015 begonnen. Een berichtje op Teletekst (met goede reclame voor de sport: alleen maar remises) voorkwam dat ik het hele toernooi gemist had. Dat de damsport het moeilijk heeft hoef ik niemand te vertellen. Het spelersbestand verouderd snel, jeugdspelers kiezen voor studies of andere sporten, topspelers stoppen, damrubrieken verdwijnen, de buitenwacht is nauwelijks geïnteresseerd.
Dammen heeft een imagoprobleem en is in heel veel opzichten ook niet met de tijd meegegaan. Partijen duren lang, er wordt weinig tot niets om wedstrijden heen georganiseerd om aantrekkelijk te zijn voor een brede doelgroep, er zijn weinig personalities in de top en er zijn gewoon heel veel (betere) alternatieven dan dammen als hobby. Ondanks, of misschien juist daardoor, vind ik het altijd erg interessant om te zien hoe onze nationale dambond KNDB het NK aanpakt. Voor deze editie heb ik een kleine analyse gemaakt van de elementen: locatie, sfeer, publiciteit en het spel zelf.
Locatie Of het expres gebeurt of niet: NK’s worden bijna standaard gehouden op plekken die moeilijk bereikbaar zijn voor het grote publiek. Dit jaar is Emmeloord gekozen; een plek waar je zonder auto (tenzij je er woont) bijna niet kunt komen. Waarom niet in de Markthal in Rotterdam? Een zaaltje in de Amsterdam ArenA uitkijkend op het veld, midden in Schiphol, op Utrecht Centraal Station of voor mij part in De Keukenhof. Mijn (gratis) advies aan de KNDB: houd het NK op een centrale plek in Nederland die gemakkelijk te bereizen is voor iedereen (ook mensen zonder auto) en waar het liefst sowieso al veel mensen komen. Dit betekent: publiek, uitstraling en sfeer.
Sfeer Het lijkt wellicht niet zo belangrijk maar sfeer maakt of breekt evenementen. Het NK Dammen wordt vaak – alsof ze het er om doen – in de meest troosteloze zaaltjes van hotels, gemeentehuizen of sportcomplexen gehouden. En ik kan het weten want ik ben er vaak geweest. Doe het nou niet. En als je het wel doet: doe iets aan de aankleding. Maak er wat van met levensgrote (dam)foto’s, sfeervolle verlichting of een mooie inrichting met design-damborden en desnoods een dresscode.
Publiciteit Tja, het is ook moeilijk iets te verkopen wat eigenlijk (zie bovenste twee tussenkopjes) aan grondige vernieuwing toe is. De dambond doet vast dappere pogingen, maar een Twitter-account met 17 volgers – mijzelf meegerekend – heeft niet zo veel zin (al kan je het anno 2015 niet niet doen). Hier gaat natuurlijk iets gruwelijk mis. Ofwel dammers zitten niet op Twitter, of ze weten niet dat het NK ook op Twitter zit, of dit is niet de manier waarop dammers willen communiceren. Op Facebook gaat het met 85 ‘vind-ik-leuks’ wel iets beter maar de posts mogen wel iets meer pit hebben: live graag, spannend (niet alleen linkjes naar berichten) en probeer het interactief te maken, het zijn immer sociale media.
De KNDB stuurt na iedere ronde ook persberichten uit waarin zakelijk wordt vermeld wie er gewonnen heeft, wat de tendensen waren. Echt aansprekend zijn deze teksten zelden. Dat terwijl veel media alleen het persbericht of delen daarvan overnemen, zie bijvoorbeeld Teletekst. En ja ik weet het: enkel remises in een ronde helpen daar niet bij. Maar maak spannende interviews met spelers, zoek de verhalen en kom daar mee naar buiten. Succes is ook dan niet gegarandeerd, maar probeer in ieder geval een keer iets nieuws op dat gebied.
Het spel Ik zei het hierboven al: enkel remises in een eerste ronde. Het is uiteraard dodelijk voor het toch al negatieve imago dat het dammen heeft. Voor de buitenwacht eindigen alle partijen toch al in een gelijkspel. Het is niet helemaal waar, maar het gebeurt wel (te) veel en dat heeft deels met het spel en deels met de spelers te maken. De spelers ontlopen elkaar niet veel in niveau. Dat gegeven is moeilijk te voorkomen: niemand zit te wachten op grote niveauverschillen. Maar het werkelijke probleem zit er in dat de niveauverschillen die er wél zijn (en die zijn soms niet zo groot maar bijna altijd wel aanwezig) moeilijk in de score zijn uit te drukken. Zelfs een paar schijven verschil in het eindspel loopt vaak op een remise uit. De plus- en min-remises zijn een goede stap, maar voor de buitenwacht verandert het beeld niet daadwerkelijk: het blijven remises. Voor de insider en damliefhebber geen probleem: die ziet veel mooie partijen, ook al is er geen winnaar. Het grote publiek wordt echter niet warm van de plus. Het enige dat wellicht kan helpen – zonder aan de fundamenten van het spel te zitten – is het terugdringen van de bedenktijd, wat ongetwijfeld tot meer fouten zal leiden. Al is ook de vraag of je dat moet willen: het niveau zal onvermijdelijk dalen. Nee, eerlijk is eerlijk, een echte oplossing voor dit probleem heb ook ik niet.
Is er dan niets positiefs te melden? Jawel, genoeg. Veel van de beste spelers doen mee, zorgen voor leuke partijen. En bijvoorbeeld digitaal loopt de damsport best voorop. Partijen zijn live te volgen via internet, er is een webcam met beelden uit de zaal. Ik zie dit jaar zelfs een heuse hartslagmeter staan: leuk gevonden. In eerdere jaren zagen we al live besprekingen van wedstrijden door topspelers: prima. Volgende stap is (uiteraard) een camera op elke partij en live-commentaar gedurende het hele toernooi. Maar of dit het grote publiek zal trekken? Ik waag het te betwijfelen. Al staat de teller inmiddels wel op 19 volgers.
Comentários