Tot mijn eigen verbazing vond ik mezelf terug in een stemhokje. Ik was helemaal niet voornemens om te gaan stemmen maar er bevond zich nou eenmaal een stembureau naast de kringloopwinkel waar ik nog enkele boeken wilde kopen. Toevallig had ik mijn stempas en paspoort bij me. Waarom ook niet dacht ik en hoewel ik een heleboel redenen kon bedenken kleurde ik met mijn rode potlood toch ‘voor’ in.
Ik wist, toen ik door de gangen van het stembureau liep, nog niet wat ik ging stemmen. Ergens voelde ik wel dat het ‘voor’ ging worden, maar erg van harte voelde het niet. Ik voelde me eigenlijk niet voor én niet tegen. Maar niet stemmen is ook weer zo nietsig.
“Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne?
Ik dacht vooral aan de boeken die ik had gekocht. Tien stuks van de jaaroverzichten in de reeks ‘Het aanzien van’, allen uit de jaren zestig, zeventig of tachtig. Het referendum haalt ongetwijfeld de editie van 2016.
Op dat moment wist ik nog niet dat het referendum de kiesdrempel van 30 procent zeer waarschijnlijk zou halen en dat de meerderheid ‘tegen’ zou stemmen. Niet dat het iets gaat veranderen. Wel wist ik voor even dat ik kon zeggen dat ik heb gestemd tijdens het eerste nationale referendum. Als men zich later afvraagt waar het eigenlijk over ging kunnen we ‘Het aanzien van’ openslaan en lezen: het ging helemaal nergens over.
Comments