De planningen voor de komende week waren al bijna rond toen ik gisteren rond het middaguur een telefoontje kreeg van een collega. Die collega belt eigenlijk bijna nooit en als ze belt is het meestal slecht nieuws. Ze had de opdracht gekregen om mij - en al mijn collega planners - te zeggen dat alle operaties voor aanstaande dinsdag niet door konden gaan. Althans: alle operaties waarbij patiënten niet naar de IC hoeven, wat in mijn geval neer kwam op alle operaties. Snel telde ik hoeveel patiënten ik zelf op het programma had staan. Dat waren er 10, de drie patiënten van mijn afwezige collega meegerekend. Enkele van die patiënten had ik pas die ochtend kunnen plannen nadat ik via verschillende kanten had gehoord dat het wel los zou lopen met de staking. Er gingen wel wat afdelingen staken, maar voor het operatieprogramma zou dat geen gevolgen hebben. Een paar uur later was alles anders. Ik heb in alle haast alle betrokken chirurgen gebeld om te overleggen wat te doen (spoiler: het besluit was al genomen). En dus kon ik vandaag - toen bleek dat de staking bij de verkoever door zou gaan - iedereen die dinsdag geopereerd zou worden weer afbellen. Afbellen hoort er (helaas) bij, maar het went nooit. Ik weet echt wel wat ik moet zeggen (en wat niet). Maar ik kan mij natuurlijk niet echt voorstellen hoe het is om vier dagen voor je operatie te moeten horen dat een ingreep toch niet kan plaatsvinden. Er was vooral veel teleurstelling en een flintertje boosheid. Ook dat mag er zijn, zolang het in het redelijke blijft. Hoewel ik sympathie voel voor de acties (ik zal hier verder niet ingaan op de nieuwe CAO voor academische ziekenhuizen, maar ik snap de boosheid goed) vind ik het op een dag als vandaag toch vooral jammer dat er opnieuw - nadat er al zóveel geschrapt is de afgelopen 1,5 jaar - opnieuw operaties niet door kunnen gaan.
top of page
Post: Blog2 Post
bottom of page
Comments