Ik heb er deze alles aan gedaan om carnaval in huis te halen en te houden. Meegedaan aan de voorpret: Neuzebal gekeken, de Bingo van ‘t Slik meegedaan, veldteken gekocht, Vastenavend FM opgezet, alle afleveringen van alle podcasts over carnaval geluisterd, alle online evenementen in mijn digitale agenda gezet, een film gekeken over carnaval, bier gekocht toen het in de aanbieding was, platen uit de kast getrokken, slingers opgehangen, carnavalskleding naar beneden gehaald, vrij gevraagd en dan zal ik ongetwijfeld nog een heleboel andere rituelen vergeten die er ook gewoon bij horen. Toch viel ik ‘m deze dagen niet echt. Het is alsof we ons allemaal een beetje voor de gek moeten houden: je moet er in geloven en ik weet niet of ik op deze derde dag van carnaval nog wel geloof in thuis carnaval. Dat waren zo’n beetje mijn gedachten toen ik vanochtend vroeg opstond en de computer opende om nog kort even wat werk voor te bereiden voor woensdag. Op Twitter had schrijver Jan van Mersbergen weer eens over carnaval geschreven. “Carnaval vier je niet thuis, onmogelijk. Mensen klonteren samen in het centrum van de stad, op dat moment het centrum van de wereld.” Ik vloekte even in mezelf omdat ik wist dat hij gelijk had. En ik dacht terug aan de film die ik twee avonden eerder had gekeken, Black Orpheus, waarin zo leek het iedereen de hele film lang aan het dansen was op de prachtige ritmes van het Riose carnaval. In de vaak oude vervallen huisjes van de sloppenwijk denderde het carnaval de hele dag door, ook als het ritme al was uitgedoofd. Van Mersbergen verwoordde het deze ochtend prachtig: “Geen Carnaval vandaag, en dus: stilte. Carnaval is meestal continu geluid, maar soms is het stilte. Een huis, achtergelaten door Carnavalsvierders, is ook Carnaval.”
top of page
Post: Blog2 Post
bottom of page
Comentarios