Een goed gemaakte documentaire, met echte niet-camera bewuste mensen, is vaak zoveel mooier dan een film. Geen scenarioschrijver kan op tegen het echte leven. Ook de gisteren op tv uitgezonden documentaire ‘Koppig dorp’ over het Groningse dorp Ulrum was 50 minuten genieten. De hoofdpersonen zijn de koppige Roelof van het buurtcomité ‘Project Ulrum 2034’ en de wanhopige supermarkteigenaar Marcel.
Marcel probeert met zijn Spar – tegen beter weten in – de kop boven water te houden en de winkel voor het dorp te behouden. Ondertussen doen de meeste Ulrummers hun boodschappen verderop bij de Jumbo in Leens. Zelden zagen door de volle schappen de gangpaden van een winkel er zo leeg uit. ‘Ik steek er zoveel energie in. Er is geen bal aan zo. Waarom gooi ik eigenlijk die tent nog open.’ Marcel reageert zich af door te roken ‘als de tering’, keiharde metal te draaien en in het computerspel GTA – hoe ironisch – een supermarkt te overvallen.
Roelof, krijgt met zijn comité 1,5 miljoen van de provincie Groningen voor projecten die het dorp aantrekkelijker maken. Het lijdt tot een ogenschijnlijke wirwar aan initiatieven van huisisolaties tot een gerenoveerde speeltuin; alles lijkt belangrijk behalve de supermarkt die tevens dient als pinautomaat en apotheek. Even later arriveert vanuit de stad ook ineens kunstenares Elize, die handgemaakte Ulrummer sokken wil verkopen ter promotie van het dorp. Een lieve oude mevrouw is bereid gevonden sokken te breien, maar dan wel in de Ulrummer kleuren: blauw, geel, groen en wit. Als ze het volledig blauwe ontwerp van de kunstenares ziet zegt de oude vrouw vol onbegrip: ‘Maar dit hoort helemaal niet bij Ulrum’. Elize ziet dat anders want ‘dan kan ze het breder verkoper’.
De spanning is voelbaar wanneer de commercialisering van de maatschappij het dorp, bijna in het uiterste noorden van het land, even aanraakt. En de spanning loopt verder op wanneer het – als in een foute western – komt tot een confrontatie tussen de starre Roelof en gespannen Marcel. ‘Jij komt hier ook niet regelmatig boodschapjes doen zeg maar,’ bijt een zichtbaar gefrustreerde Marcel al leunend op een Senseo-rek zijn invloedrijke dorpsgenoot toe. Uit alle lettergrepen spreekt teleurstelling. De noodkreet is echter aan dovemansoren gericht. ‘Heb je al eens gedacht aan een winkel in afgeslankte vorm?’, probeert Roelof, die het wel jammer zou vinden als de supermarkt uit het dorp zou verdwijnen. We zien hem even later toch enkele ‘boodschapjes’ afrekenen om zijn goede wil te tonen. Marcel mist echter commitment vanuit het dorp. En al is het bijna jammer om hier het einde te verraden: nog voor de aftiteling begint trekt hij de stekker er uit de winkel. ‘Ja, jammer’, is het nuchtere Groningse commentaar.
‘Koppig dorp’ geeft op een schitterende manier de leegloop van het platteland en de subsidie gekheid weer. Plus alle dilemma’s, belangen en goede bedoelingen die daarbij komen. Worden de Ulrummer sokken een toeristentrekker van van jewelste? Wat wordt er met de rest van de 1,5 miljoen euro gedaan? Hoe verloopt het met het dorp nu ook de supermarkt is vertrokken? En hoe ziet het leven van Marcel eruit na de Spar? De beelden van stille straten en ongekunstelde mensen, schreeuwen om een vervolg.
Commentaires