Voor
9:31 De trein naar Utrecht is net vertrokken. De hele dag (en eigenlijk ook al gisteren) zit ik me voor te stellen wat er allemaal mis zou kunnen gaan vandaag. Ik zou een lekke band kunnen krijgen (is niet gebeurd), de trein kan niet rijden (is vooralsnog niet gebeurd), ik kan iets vergeten zijn mee te nemen (is nog niet gebeurd) en ik kan geweigerd worden (we gaan het zien). Over anderhalf uur is mijn afspraak in het ziekenhuis voor mijn Janssen-vaccinatie. Een collega van mij gaat toevallig ook om 11 uur. Sinds ik de afspraak heb gemaakt woensdag denk ik voortdurend: laat het alsjeblieft doorgaan allemaal. Ook omdat ik al eerder (een aantal weken terug) een afspraak had, die de dag daarna werd afgezegd: AstraZeneca werd op pauze gezet omwille van zeldzame bijwerkingen.
Na
11:32 Weer zit ik in de trein, die ditmaal langs het ziekenhuis raast. In mijn tas zit een registratiekaart coronavaccinatie, voor COVID-19 Vaccine Janssen Lot XD955. Ik kan het uiteindelijk nog rustig aan doen: ik ben om 20 voor 11 al in het gebouw. Dat komt goed uit want door de zenuwen (denk ik) moet ik nog naar de wc. Even daarna krijg ik een appje van mijn collega; ze is er al. Ik loop terug naar J0, waar de vaccinaties plaatsvinden en daar staat een beveiliger die vraagt of ik kom voor de prik. ‘Ja maar ik ben iets te vroeg’, zeg ik, maar ik mag gewoon doorlopen.
Bij een inschrijfbalie staan twee medewerkers met een computer om de aanstaande gevaccineerden in te schrijven. Bij de linkse inschrijving staat mijn collega, die niet achterom kijkt en mij dus niet ziet. Er staat een persoon tussen maar ik kan nog wel horen dat ze niet op de lijst staat. Het blijkt geen probleem, ze wordt ter plekke alsnog toegevoegd en mag daarna doorlopen naar rechts, een gang door, waar een nieuwe rij staat voor het prikken. Prima geregeld. Ik sta gelukkig wel op de lijst en laat mijn toestemmingsformulier, personeelsbadge en rijbewijs zien en mag daarna ook de gang in. Er staan twee mensen te wachten voor J0-108.1, een klein kamertje, met twee prikplekken. Mijn collega is inmiddels al binnen en na een minuutje of zo mag ik zelf ook naar binnen. Links achter in het kamertje mag ik plaatsnemen op een stoel. Een vriendelijke prikster gaf me een vaccinatiebewijs die ik straks mee naar huis mag nemen. De toestemmingsverklaring moet ik bij de uitgang later weer inleveren. Ze vertelt nog dat ik een kwartier moet wachten in een stoel in de grote hal hiernaast. Dan pakt ze een lange spuit; ik moet mijn trui uit doen want de prik moet hoog op de arm.
Ik wil nog alle details in me opzuigen van het moment, voor later, maar voor ik er erg in heb was is al gedaan. Ik voel er niets van, krijg vervolgens een pleister, pak mijn spulletjes en loop de kamer weer uit naar de gang waar een stuk of dertig stoelen op 1,5 meter in een rechthoek zijn opgesteld. Mijn collega zit ergens in het midden en ik ga zitten op de lege stoel naast haar. We hebben het over hoe bijzonder dit moment is. Ik vertel dat ik al dagen zenuwachtig ben over alles wat voor die tijd mis had kunnen gaan en dat het nu toch wel een opluchting is dat het achter de rug is. De prik zit er in en dat nemen ze ons niet meer af. De collega vertelt dat ze net heeft gehoord dat de zus van iemand die ze kent is opgenomen in het ziekenhuis. Ze vertelt ook dat een andere collega - die al eerder is gevaccineerd - in huilen was uitgebarsten na de prik zo bevrijdend voelde het toen. Zelf voel ik het belang van het moment, maar er zijn zeker geen tranen. Nee, het is vooral opluchting. Een nieuw begin voor iedereen, waar ik nu een kleine bijdrage aan mag leveren. De collega heeft een wekker gezet om te weten wanneer de 15 minuten om zijn. Als de timer afloopt gaan we richting de uitgang, waar we het toestemmingsformulier weer inleveren. Voor we het weten staan we weer buiten. De zon schijnt in mijn gezicht, in mijn hand het vaccinatiebewijs. We nemen afscheid en ik loop als een gevaccineerde man weer naar het station.
Comments