DEN BOSCH – 2009 is crisistijd en dat betekent veel onzin over geld en werkloosheid. Tijd om een middag werk te zoeken bij het ‘werkplein’.
Wie kan het woord ‘crisis’ nog uit de mond krijgen? Al maanden horen we niets anders dan dat het slecht gaat met onze economie en dat de werkloosheid daardoor flink aangroeit. Tijd dus, voor werkzoekenden zoals ik, om rond te kijken. Bijvoorbeeld in het Entreon in Den Bosch.
Want direct achter het station, de trein in de richting Boxtel-Best-Eindhoven komt regelmatig gezellig langs, is een aantal gedrochten van gebouwen opgetrokken. In één ervan zit het Entreon gevestigd en dat noemt zichzelf dan weer ‘werkplein’. Er is duidelijk meer tijd gestopt in het verzinnen van kekke namen dan in het architectonische plaatje. Waarschijnlijk is het idee: hoe lelijker het gebouw, hoe meer iedereen die hier langskomt denkt: laat ik in godsnaam maar weer gaan werken, dan hoef ik hier in ieder geval niet meer terug te komen.
Entreon is dus een soort kruising tussen het UWV en het CWI, maar waar het op neer komt is dat je er geholpen wordt bij het vinden van een baan. Dat gebeurt met keurige oude heren die je gegevens willen nemen, hippe carrièrevrouwen van eind twintig die weten wat ze willen en dus ook weten wat jij wil en muren vol vacatures. Als je wilt kan je waarschijnlijk de hele dag in het Entreon naar de muur kijken als werkloze.
Voor de niet-digibeten is er ook een 2009-alternatief: de computer. Wanneer je als werkloos persoon even om het hoekje gaat, staat er in rijen van twee een aantal computers met platte beeldschermen opgesteld. Na een druk op de entertoets verschijnt meteen een hele rits met waarschuwingen en regels in beeld. Werk zoeken gaat hier duidelijk niet op basis van vertrouwen. Nee, computer in het Entreon gaat verder dan Big Brother, want je wordt centraal in de gaten gehouden, ook nog eens steekproefsgewijs gecontroleerd en voor de zekerheid loopt er ook nog een soort politieagent rond die kijkt wat je aan het doen bent. Dit alles dus om te zien of je echt aan het zoeken bent en niet ‘je persoonlijke e-mail’ bekijkt.
De ‘politieagent’ heeft nog de grootste irritatiefactor. Hij komt niet alleen iedere paar minuten langsgelopen, maar maakt daarbij ook nog eens erg veel lawaai en misbaar. Na zijn tweede ronde meldt hij al tegen een collega dat hij er absoluut geen zin meer in heeft, waardoor je bijna de neiging krijgt om hem een computer aan te bieden zodat hij opzoek kan naar een echte baan. In de rondjes die hij daarna loopt gaat hij onder meer koffie halen voor een flirterige werkloze vrouw, die hij blijkbaar al vaker heeft gezien. Het zorgt even voor lucht, want het koffiezetapparaat achter mij is volgens het briefje defect.
Aan de muur hangt overigens ook een A4-tje met daarop de tekst dat je de computer maar één uur per dag mag gebruiken. Dat snapte ik even niet, en bijna was ik opgestaan om te vragen wat daar de reden van is. Zijn ze bang dat als je meer tijd besteedt, je dan ook echt een baan gaat vinden? Wat willen ze nou? Van de vijftien computers waren er gemiddeld drie bezet, dus echt bittere noodzaak lijkt me deze regel niet. Misschien hoort het allemaal bij de ‘we helpen je wel, maar ga alstublieft zo snel mogelijk weer weg’-policy. Het zou me niet eens echt verbazen als de ‘politieagent’ en zijn geklaag ook onderdeel zijn van deze act. En misschien helpt het ook nog, want het is bepaald niet druk binnen. En dat in crisistijd. Of was het gewoon te warm?
Comments