Maandag kwam ik thuis van mijn werk; er waren twee vriendinnetjes van Otis te spelen. Een van hen was een dokter. Ik was nog maar net neergeploft op de stoel toen de oudste van de twee zei: ‘het is hier wel een puinzooi zeg, laten we boven spelen!’ Ik moest lachen. ‘Nou als je het hier al een rotzooi vind, dan ben je duidelijk nog niet boven geweest,’ zei ik. Even later gingen ze ook daadwerkelijk boven spelen. Ik hoorde dat er opnieuw een grote volksverhuizing van spullen aan de gang was. Even later kwamen ze met Halloween-lampionnen de trap af en was Luna’s kamer omgebouwd tot donker hol. De vloer was door het rondslingerende speelgoed niet meer te zien en de rolluiken waren naar beneden waardoor het - op een nepkaarsje na - donker was. ‘s avonds De volgende dag besloot ik dat het genoeg was geweest. Na mijn werk boven ik met het opruimen van de zolder, te beginnen met de studeer-/ logeer-/ -voorleeskamer. In het bureau vond ik al snel mijn zonnebril op sterkte die ik de hele zomer al kwijt was. Ik zette ik de zonnebril op, maakte een selfie en stuurde deze naar Marjolein. Een paar uur later lag ik op de bank in m’n opgeruimde studeerkamer. Naast me de zonnebril, die ik terugvond op de laatste dag van de meteorologische zomer. Uiteraard.
top of page
Post: Blog2 Post
bottom of page
Commenti