Eergisteren was ik ‘voor controle’ weer eens in het ziekenhuis. Nou gebeurt daar doorgaans niet veel schokkends. Er wordt bloed afgenomen. Mijn temperatuur wordt gemeten. Bloeddruk wordt gecontroleerd. Ik mag vertellen hoe het de afgelopen weken is gegaan, qua klachten. Zo nu en dan krijg ik nog een klein lichaamlijk onderzoek. En een enkele keer wordt er een hartfilmpje gemaakt om te kijken of dat het ook nog allemaal doet. Verder krijg ik eens per maand een vragenlijst waarin ik moet zeggen of ik last heb van ‘veranderd denken’, epilepsie of evenwichtsstoornissen.
Vervolgens krijg ik vragen voorgelegd als: in welk jaar leven we, waar zijn we nu en hoeveel is honderd min zeven. Ook wordt ik sinds ik in het Radboud Ziekenhuis kom ieder bezoek gewogen. Op zich niets mis mee, want thuis ga ik niet zo snel zomaar even op een weegschaal staan. Maar dan vraag ik, welke volwassen man durft er voor uit te komen dat hij uit eigen beweging en omdat het hem ook echt iets interesseert, op een weegschaal staan. Laat staan thuis. Maar voor medische doeleinden doe ik het graag.
Sinds ik dat doe (ergens in juni geloof ik), ben ik bijna non-stop ‘in de groei’ geweest. Soms weet ik nog wel eens smoes te verzinnen. Dan zeg ik tegen de dokter (een vrouw, red.) dat ik vandaag wel een erg zware jas aan heb, of dat ik heftig heb ontbeten. Maar de rode draad is toch wel dat mijn gewicht groeit. Je zou kunnen zeggen dat ik voor het eerst in mijn leven echt een beetje overgewicht heb. (Felicitaties kunt u sturen in een briefje, mits de postbodes niet staken.) De laatste keer, afgelopen dinsdag, stond de teller op negentig komma een kilo. Op zich binnen de normen (ik ben 1.92m), maar boven mijn ‘ideale gewicht’. Een nieuw record. Dat ik dat ooit nog eens zou meemaken.
September 2008, op de middenstip van het Philips Stadion. Ruim twintig kilo geleden
Comments