Door het behandelen van een aantal onderwerpen op deze website, wil ik jullie een kijkje geven in het het niet zo boeiende leven van Kasper Paping. Vandaag deel 1: Vastenavend in Bergen op Zoom. Ofwel: Krabbegat.
Inleiding Ik zal beginnen met: waarom vandaag deze blog. Het is vandaag namelijk 11-11 (ellef ellef), de datum die in veel plaatsen wordt gezien als het begin van het carnavalsseizoen. Zelf ben ik in 2002 voor het eerst (echt) meegenomen met carnaval. In Gennep (Bombakkes) heb ik voor het eerst – bewust – een carnavalsoptocht meegemaakt. Vanuit de woonkamer van mijn oom aan de markt hadden we een geweldig uitzicht over de langstrekkende stoet. Alles was aanwezig voor een unieke ervaring; niet in de laatste plaats door een oneindige voorraad bier. Ik ‘moest’ daarna nog door naar Bergen op Zoom (Krabbegat) om daar mijn eerste ‘vastenavend’ mee te maken. In de bus terug naar Nijmegen, waar ik op de trein moest overstappen, ondervond ik de nadelen van ‘veel bier’ en haalde ik net optijd het toilet. In Berrege werd er dus voor het eerst gedweild, al moet ik bekennen dat we (in mijn herinnering waren we met een man of 6) vooral in de ‘jeugdkroegen’ (veel boem-boem muziek met af en toe een caranvalsplaatje tussendoor) kwamen. De sfeer was anders dan ik ooit had meegemaakt: muziek op de straten, verklede mensen en vreemde accenten. ’s Avonds zat ik uitgeput en overrompeld aan een keukentafel met een glas jus d’orange. Hier moest ik meer van weten.
11-11 Zoals gezegd wordt de datum 11-11 gezien als de aftrap van een nieuw ‘carnavalsjaar’. In Krabbegat wordt begonnen met een vergadering van de Boerenploeg, zeg maar: de organisatoren van het feest. Belangrijkste van deze dag is misschien wel het bekendmaken van het motto. Dit gebeurt ieder jaar op 11 november bij het beeld ‘De geit van Mie d’n Os’. De Grootste Boer (hieronder uitgelegd) legt de ‘Kale N’Eed’ af, om het feest in te luiden.
Andere belangrijke momenten Ik ga niet alle carnavalsevenementen uit Bergen op Zoom benoemen, maar wel enkele ‘belangrijken’. Na 11-11 kan de carnavalskleding weer een flinke tijd terug in de kast. Het Neuzenbal is het volgende moment. Dit is drie weken voor de ‘echte’ vastenavend. Hier wordt tevens het vastenavendliedje door de prins bekendgemaakt. Ieder jaar is er dus een nieuw motto en het liedje sluit daar weer op aan. Vanaf dit moment is er ieder weekend tot aan Aswoensdag ‘vastenavend’. De zaterdag van de ‘echte’ vastenavend vindt in BoZ de intocht van de prins plaats. Bij het station wordt hij onthaald met mortierschoten en gaat hij in een optocht naar de grote markt. Hier krijgt hij de sleutel van de stad en presenteert de Grootste Boer de ‘elf geboden’ (Elf Gebooie): elf regels die gelden voor de vastenavend van dat jaar. Maandagmiddag is er speciaal voor de kinderen ‘kindervastenavend’. De prins en het gevolg voeren dan, wederom op de grote markt, een toneelstuk op. De grote optocht vindt altijd plaats op de laatste dag van vastenavend in Bergen op Zoom. Het is bovendien een van de grootste optochten van de regio (misschien wel van het land?). Daarna wordt er uiteraard doorgefeest tot de sluiting, dinsdagavond. De prins geeft de stadssleutel terug aan de burgemeester en gaat naar het beeld van Wana, dat vanaf de intocht, in de stad staat. De prins laat de kraai, die op het beeld van Wana staat, omvallen waarna de vastenavend is afgelopen.
Hoofdrolspelers Net als in de meeste plaatsen waar carnaval wordt gevierd, is de prins, de belangrijkste figuur. Hij leidt de krabben (inwoners van Krabbestad) door het feest. In tegenstelling tot de meeste carnavalssteden, heeft BoZ een vaste prins en dus niet ieder jaar een nieuwe. Sinds 2007 staat Prins Nilles III aan het roer in Krabbegat. Ook de kleding van de Prins is verre van gelijk aan die van de ‘gemiddelde prins carnaval’: een wit met rood pak, mantel en een masker dat de ogen bedekt. De prinst wordt altijd omringd door een aantal vaste figuren: het gevolg. Zo is daar de nar; een dommige dienaar met een goed hart. De eerder genoemde ‘Grootste boer’ is ook belangrijk. Hij vertegenwoordigt de Krabben. Hij is de baas ook van de Boerenploeg. De Grootst boer is helemaal in het zwart gekleed en heeft een geheel bedekt gezicht, pet en een parasol. Daarnaast is er nog Steketee: hoofd van de vastenavend-politie. Hij moet er voor zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft. Ook de grote klokkentoren van de Sint-Gertrudiskerk heeft een rol in het feest. In de volksmond heet de toren De Peperbus en tijdens de vastenavend krijgt de toren een heus gezicht en kleding aan. Tot slot is daar nog heks Wana. Haar beeltenis staat ieder jaar op de markt, en speelt een belangrijke rol bij de afsluiting van de vastenavend (zie hierboven).
Kleding en muziek Ook op het gebied van kleding en muziek onderscheidt Bergen op Zoom zich van de meeste andere carnavalsfeesten. Belangrijkste elementen: oude kleiding, oude vitrage en een rode zakdoek (altijd dragen met de punt naar achteren!). Als hoofddeksel kan vanalles worden gebruikt (lampenkappen, vogelkooitjes). Ook de muziek is anders. Geen Andre van Duin, Arie Ribbens of Gebroeders Ko, maar enkel Bergse carnavalsmuziek in de kroegen en bij de dweilbandjes op straat. Er is ieder jaar een nieuwe liedje, dat inspeelt op het motto. Daarnaast worden voornamelijk liedjes van voorgaande jaren gespeeld. Een polonaise zal je niet aantreffen, maar dweilen (dronken/aangeschoten de over de straten zwerven, van kroeg naar kroeg) des te meer.
Denk je na het lezen van deze inleiding tot de vastenavend: wozus! Hier wil ik meer van weten!! Dat kan uiteraard. Neem ook eens een kijkje op Stichting Vastenavend of Vastenavend of neem een kijkje op de Wikipedia-pagina over Krabbegat.
Comentários