In het project Ouderen aan Zet wordt gekeken hoe zorgleefplannen bijdragen aan de kwaliteit van leven. Evaluatoren praten met ouderen en hun familie en met de zorgverlener. Een verslag van ’n evaluatie.
De twee projectmedewerkers van Ouderen aan Zet die de evaluatie doen, voelen zich meer dan welkom in het tehuis. Tijdens de twee dagen durende evaluatie hebben ze zelfs een eigen kantoortje voor onderling overleg en voor het voeren van gesprekken met medewerkers of familie. Met bewoners wordt veelal in hun eigen vertrouwde omgeving gepraat. Zo worden het echte gesprekken over wat er in hun kamer te zien is, wat hen beweegt in het leven. En natuurlijk over het zorgleefplan. Alles blijft strikt vertrouwelijk.
Sterke en zwakke punten
Het doel van het project Ouderen aan Zet is antwoorden krijgen op vragen als: heeft een zorgleefplan daadwerkelijk effect op de kwaliteit van leven van de oudere zorgvrager en zijn familie? En kan de eigen regie via het zorgleefplan worden versterkt? Want dat is het uiteindelijke doel. Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een zorgleefplantoetsing ontwikkeld. De eerste stap is om evaluaties te houden bij zorgorganisaties, vanuit het perspectief van – en uitgevoerd door – ouderen. Uit gesprekken met bewoners over de dagelijkse gang van zaken moet blijken wat er speelt in het verpleeghuis. Daarbij wordt gekeken naar aspecten als zeggenschap, gezondheid, lichamelijk welbevinden en persoonlijke ondersteuning, verbondenheid/inclusie en respect en veiligheid. Ook met familieleden van bewoners en medewerkers van de zorgorganisatie wordt gesproken, om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. En om uiteindelijk terug te kunnen koppelen waar de sterke punten en waar de zwakke punten zitten bij de onderzochte organisatie. De evaluatoren praten in twee dagen tijd met achttien betrokkenen. Soms zijn het vrolijke open gesprekken, soms emotioneel. Want niemand wil hier graag zijn, ook al is elke bewoner blij met de aandacht die hij of zij krijgt. Elk gesprek duurt 30 minuten.
Een en al oor
De gesprekken worden niet afgewerkt via standaardlijstjes en dus verloopt ieder gesprek anders. De ene keer worden er veel vragen gesteld. Een andere bewoner is zo openhartig dat vragen stellen bijna overbodig is. Als er maar gepraat wordt over wat voor de bewoner belangrijk is. Over het algemeen heerst er tevredenheid. Maar mensen geven ook aan niet te willen klagen. “Ik vraag maar niet om me eens extra naar de huiskamer te brengen voor een kopje koffie, want ze hebben het al zo druk”, aldus een zichtbaar ontroerde bewoonster. Over de ‘zusters’ is men tevreden. Die doen hun werk goed. In een hoog tempo volgen de gesprekken van de evaluatoren elkaar op, maar bij elk gesprek is de Ouderen aan Zet-delegatie een en al oor. “We zijn geen inspectie en alles blijft tussen deze muren”, verzekert de projectmedewerker. Bewoners, hun familie en medewerkers hebben elk hun eigen sores. Terugkerende onderwerpen worden tussen de gesprekken door genoteerd. Waarom zijn er soms problemen met de apparatuur als bewoners de verzorgende proberen te bellen? Vooral voor bewoners die niet mobiel zijn een ernstige inperking van het gevoel van vrijheid. Want wat als je op de wc zit en er komt niemand? En waarom mogen of kunnen de ramen of deuren in sommige kamers van bewoners niet open? Dan werkt het klimaatsysteem niet optimaal, blijkt bij navraag. “Maar thuis wil je toch ook af en toe doorluchten,” vraagt een verbaasde evaluatiemedewerker. Vaak zijn het ook de kleine dingen die het verschil maken. Soms de tijd nemen om de nagels te lakken in de huiskamer bijvoorbeeld, zegt een bewoonster stralend.
Wachthuis
zorgleefplan kennen de bewoners maar al te goed. Sowieso spreken bewoners twee keer per jaar (eventueel met familie) over de invulling van het zorgleefplan. Nieuwe wensen, veranderende behoeften. Er is veel mogelijk: bewoners kunnen eten waar ze willen en deelnemen aan activiteiten zowel binnen als buiten de instelling. In de huiskamers wordt ’s ochtends de krant voorgelezen. Er wordt regelmatig geknutseld en geschilderd en op vrijdagavond is er zingen. Als er iets verbeterd zou kunnen worden, is het volgens enkele bewoners: het wachten. Een mevrouw merkt op dat ze in ‘het wachthuis’ woont. Wachten om naar het eten in het restaurant gereden te worden, wachten om weer opgehaald te worden. De ‘brutalere’ mensen, die zich vooraan nestelen in het restaurant, worden met voorrang teruggereden. En het wachten op hulp van de verzorgenden. “Maar ze hebben het ook zo druk.”
Terugkoppelen
Als alle gesprekken zijn geweest, aan het eind van dag twee, sluiten de projectmedewerkers zich voor een uurtje op om een eerste terugkoppeling voor te bereiden. Die vindt nog diezelfde middag plaats. Eén bewoner, enkele familieleden en een paar medewerkers zijn daarbij aanwezig. De rest krijgt later het evaluatierapport onder ogen. Wat is er gezegd en door anderen bevestigd over zeggenschap en het zorgleefplan? En over gezondheid, lichamelijk welbevinden en persoonlijke ondersteuning? Over verbondenheid met de buitenwereld (inclusie) en respect en veiligheid? Zorgvuldig worden de opmerkingen en waarnemingen gewogen en zo geformuleerd dat ze niet te herleiden zijn naar personen. Eén van de projectmedewerkers neemt het woord en roemt de gastvrijheid die ze zelf hebben ervaren. Ook de algemene indruk is positief: zorgverleners hebben oog voor de wensen van bewoners en denken na over waarom ze doen wat ze doen. Al gaat niet alles goed, er is zeker de wil om te leren. Daarnaast zijn er altijd verbeterpunten. Alles kan binnen de zorginstelling. Mooi, maar ouderen willen ook deel blijven uitmaken van de maatschappij. Het zorgleefplan zelf wordt geroemd, ook door de ouderen zelf. Maar hoe deze wordt gebruikt en ingevuld, laat nog wel eens te wensen over.
Winst
Er is veel begrip over en weer. Er wordt, terwijl het buiten al donker is geworden, op een constructieve manier gepraat over de kwaliteit van leven. Alleen dat al is pure winst. Over een week of zes is een eerste versie van het evaluatierapport klaar, waarna betrokkenen gezamenlijk kunnen werken aan vervolgacties.
Meer weten over het project Ouderen aan Zet? Kijk op www.ouderenaanzet.org.
Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, februari 2013
Comments