Vrijwilligerswerk krijgt een meer expliciete en geïntegreerde plek binnen LOC. Wat gaat er precies veranderen en waarom? Tom de Meij en Theo van Ooi, relatiebeheerders die betrokken zijn bij het vrijwilligersbeleid, geven antwoord.
Hoe belangrijk is vrijwilligersbeleid?
Theo van Ooi: “Heel belangrijk. Het beleid en daarmee de vrijwilligers, krijgen een nog meer geïntegreerde plek binnen de organisatie. De grootste verandering is dat we, veel meer dan nu, in gezamenlijkheid gaan werken om nog beter aan te kunnen sluiten bij de vraag van de klant.”
En daarvoor is een ander beleid nodig?
Tom de Meij: “De oorsprong daarvan ligt in onze visie Waarde-volle zorg, uit 2009 (zie ook www.loc.nl/visie, red.). We werken al jaren aan een traject voor, zoals wij dat noemen, vrijwilligerswerk nieuwe stijl. Daarbij gaan we uit van de veronderstelling dat mensen graag vrijwilliger zijn, maar dat zij dat het liefst doen op een wijze die aansluit bij hun eigen ervaring, bij wat ze graag doen en goed kunnen doen of zouden willen leren. De functies en rollen binnen LOC veranderen, zo ook die van vrijwilligers.”
Sceptici zullen zeggen: een verkapte bezuinigingsmaatregel
Tom de Meij: “Nee, dat is een vaker gehoord misverstand. Dit proces is ingezet vanuit onze visie om op een waarde-volle manier om te gaan met medewerkers, en dus ook met vrijwilligers. Het traject heeft – net als het hele veranderingsproces van LOC – een extra impuls gekregen vanwege de bezuinigingen, maar is er niet uit voortgekomen.”
Wat houdt het vrijwilligersbeleid in LOC 3.0 in?
Tom de Meij: “Bij waarde-volle zorg staat centraal dat iedereen op zijn of haar manier kan bijdragen aan de samenleving. Daarom is er ook binnen LOC gekeken naar wat dit betekent voor beroepskrachten en vrijwilligers. Ook vrijwilligers moeten de kans krijgen om bij te dragen op een manier waarbij hun waarden, expertise en kwaliteiten het beste tot hun recht komen. En die past bij wat zij graag doen. Dat is door een werkcommissie, bestaande uit vrijwilligers en beroepskrachten, verwoord in ‘Waarde-vol vrijwilligerswerk’. In gezamenlijkheid is gekeken waar vrijwilligers inzetbaar zijn en op welke manier zodat ze écht betrokken kunnen zijn bij de belangenbehartiging en dienstverlening.” Theo van Ooi: “Het is een andere manier van kijken naar de plek van vrijwilligers in de organisatie. In het verleden waren vrijwilligers aan het werk als aanvulling op de dienstverlening. Nu gaan zij in de zorgschil rondom concerns en landelijke expertpoules een belangrijke rol spelen.” Tom de Meij: “Verder wordt, naast fysieke ontmoetingen, steeds vaker gebruik gemaakt van de digitale mogelijkheden, zoals online vergaderen en visieontwikkeling via de digitale weg.”
Echt betrokken zijn: hoe gaat dat dan?
Theo van Ooi: “Bijvoorbeeld door vrijwilligers samen met beroepskrachten onderdeel te laten zijn van een netwerkstructuur op basis van een bepaald thema. Er ontstaat door deze werkwijze een betere samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers, uitgaande van ieders kwaliteiten en bijdrage. In het verleden kwamen vrijwilligers in groepen, apart van de beroepskrachten, bij elkaar om input te geven over bepaalde onderwerpen. In de nieuwe situatie worden mensen met elkaar verbonden vanuit de inhoud. Dat kan in zogenoemde ‘expertpoules’, maar ook via waarde-netwerken. Beide kunnen, afhankelijk van het onderwerp, een tijdelijk karakter hebben of er kan doorlopend een bijdrage worden geleverd aan het beleid.” Tom de Meij: “Met als grote voordeel dat je dingen met elkaar oppakt en tegelijkertijd uitkristalliseert in één gezamenlijk traject. Dus tot en met het eindproduct aan toe blijven vrijwilligers daar bij betrokken.”
En dat werkt?
Theo van Ooi: “Ja, de eerste resultaten zijn al behaald. Het ontwikkelen van het vrijwilligersbeleid zelf is daar een goed voorbeeld van. Daarin zijn vrijwilligers en beroepskrachten samen opgetrokken om te komen tot waar we nu zijn. Het vrijwilligersbeleid is niet achter een tekentafel tot stand gekomen, maar vanuit de basis ontwikkeld. In gezamenlijkheid is bijvoorbeeld vastgesteld welke competenties er voor welke vrijwilligersfunctie binnen LOC nodig zijn. We houden nu evaluaties om die competenties bij vrijwilligers in kaart te brengen.”
Wat houdt die evaluatie in?
Theo van Ooi: “We hebben aan huidige vrijwilligers gevraagd wat hun kwaliteiten zijn, in hoeverre ze die voor LOC willen inzetten en waar. Op het eerste gezicht komt dat aardig overeen met wat LOC in de nieuwe structuur nodig heeft. Al zijn er altijd wel bepaalde thema’s waarvoor het moeilijk is om geschikte vrijwilligers te vinden. LOC gaat scholing een veel explicietere plek geven. Uiteindelijk moeten we toe naar een situatie waarbij we de goede verbinding leggen tussen een vraag – nadat deze verhelderd is – en wie die gaat beantwoorden.”
Gaan leden hier iets van merken?
Tom de Meij: “Cliëntenraden geven aan dat zij meer dan nu gekend willen worden in hun specifieke situatie en met de vragen die er spelen. Daar haakt de andere manier van organiseren die we nu gaan hanteren, op in. Het nieuwe vrijwilligersbeleid gaat er dan ook toe leiden dat kennis die raden ontvangen meer op maat gegeven kan worden door mensen met een specifieke expertise. Daarom maakt de relatiebeheerder van LOC binnen elk aangesloten concern een jaarplan met de medezeggenschapsorganen, waarin staat welke doelen men wil halen en wat daarvoor nodig is. Op basis van kwaliteiten, kennis en de juiste verbinding wordt gekeken hoe LOC daaraan een bijdrage kan leveren. Als er een vraag komt over financiën bijvoorbeeld dan kan een vrijwilliger die een specifieke expertise op dat vlak heeft de vraag mogelijk het beste beantwoorden. Dus dat is wat we steeds zullen doen: wie binnen LOC kan de vraag het beste beantwoorden. Zodat leden er steeds op kunnen rekenen dat er een ter zake kundige van LOC langskomt.”
Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, 7 december 2012
Comentarios