In het project Ouderen aan Zet wordt de komende jaren gekeken in hoeverre zorgleefplannen bijdragen aan de kwaliteit van leven van ouderen. Inmiddels zijn de eerste evaluaties, waarbij gesproken wordt met medewerkers, ouderen en omgeving, uitgevoerd. Welke eerste indrukken kwamen daaruit naar voren?
Zorgleefplannen zijn tegenwoordig verplicht als je drie maanden of langer wettelijke zorg ontvangt. LOC is al sinds jaar en dag vraagbaak en vertegenwoordiger van cliëntenraden in de langdurige zorg. Perspectief, kenniscentrum voor inclusie en zeggenschap, brengt nu samen met LOC in kaart hoe zorgleefplannen kunnen bijdragen aan kwaliteit van leven van ouderen. Dat gebeurt op dit moment door middel van evaluaties bij vier organisaties verspreid over het land. Want, zo vindt zowel Perspectief als LOC, iedereen moet een waardevolle rol kunnen hebben in de samenleving. En daarbij mag niemand worden buitengesloten.
De basis van de evaluaties zijn uitgangspunten voor kwaliteit van leven beschreven: zeggenschap, gezondheid, lichamelijk welbevinden en persoonlijke ondersteuning, verbondenheid/inclusie en respect en veiligheid. Zorgleefplannen zijn bedoeld om de kwaliteit van leven te verbeteren én de zeggenschap van mensen te vergroten. En zo mensen meer eigen regie te geven. Maar werkt dit in de praktijk ook zo?
Zeggenschap
In hoeverre hebben ouderen zeggenschap over beslissingen die hen aangaan? Wie stelt bijvoorbeeld de zorgleefplannen op? En op basis waarvan? Uit de eerste evaluaties blijkt dat dit niet altijd gebeurt in samenwerking met ouderen of hun familie. Ouderen die naar een instelling verhuizen zien veel – zo niet alle – begeleiding (in zorg, financiën, huishouden) bijna automatisch overgeheveld worden naar deskundigen of therapeuten vanuit de instelling. Externe alternatieven zijn lastig te organiseren. Ook willen sommige ouderen best nog een handje blijven helpen in het huishouden of de voorbereidingen van de maaltijd, maar dit is niet altijd mogelijk. Zo worden ouderen niet alleen ontlast, maar verliezen ze tegelijkertijd veel vaardigheden en een deel van de regie.
Ook communicatie is een belangrijk gespreksonderwerp tijdens de evaluaties. Want zowel medewerkers als ouderen zien dat elkaar verstaan en begrijpen een belangrijke voorwaarde is voor kwaliteit van leven in een instelling. Juist ook als ouderen kampen met geheugenverlies of spraakproblemen. Veel ouderen vragen zich af hoe zij zich verstaanbaar kunnen maken, op zo’n manier dat anderen begrijpen wat er wordt bedoeld. Medewerkers, aan de andere kant, zouden meer kennis willen hebben op het gebied van non-verbale communicatie, om beter in te kunnen schatten wat bewoners bedoelen.
Betekenisvol leven
Krijgt de oudere de ondersteuning die nodig is om zo lang mogelijk een betekenisvol leven met alledaagse mogelijkheden te kunnen leiden? Dat blijkt door de toenemende complexiteit van de zorgvraag, tijdsdruk en tekort aan gekwalificeerd personeel moeilijk. Ondanks de oprechte intentie van medewerkers om ouderen zo goed mogelijk te ondersteunen. Het maakt, zo geven medewerkers aan, dat niet altijd met alle wensen van ouderen rekening kan worden gehouden. Dat ouderen vaak voor activiteiten afhankelijk zijn van derden maakt het er niet gemakkelijker op. En daardoor schieten de leuke dingen van het leven er soms bij in.
Een van de oorzaken is dat de prioriteit van medewerkers (van oudsher) primair uitgaat naar de zorg die ouderen nodig hebben. Zowel ouderen als medewerkers zouden echter graag meer tijd besteden aan een praatje, wordt duidelijk tijdens de evaluaties. Want ouderen vinden het belangrijk om hun verhaal kwijt te kunnen en juist de persoonlijke aandacht sneuvelt vaak onder het gevoel van tijdsdruk. Men schikt zich in het besef dat de mogelijkheden niet eindeloos zijn, maar dat maakt ook dat er weinig gekeken wordt naar wat er wél mogelijk is.
Verbondenheid
Voelt de oudere voelt zich verbonden met anderen, zoals partner, familie en andere naasten, de buurt en de samenleving? En woont op deze een plek waar hij zich thuis voelt? Sommige mensen krijgen veel bezoek, bij een ander komt nauwelijks iemand over de vloer. En waar de een zich thuis voelt, is het wonen in een instelling voor de andere toch vooral een noodoplossing. Hoe dan ook helpt het ouderen als de maatschappij binnen de instelling wordt gehaald. Winkels, restaurants en internet helpen hen weer deel te nemen aan het sociale leven, nieuwe contacten op te doen of oude vrienden te ontmoeten. Een mooi initiatief uit een van de bij het project betrokken instellingen is een wensenpoule, waarbij ouderen met weinig sociale contacten extra aandacht kunnen krijgen. Wat er ook wordt georganiseerd in een instelling, het is belangrijk voor ouderen dat zij ook ondersteuning krijgen in het organiseren van hun eigen activiteiten en contacten. Want veel ouderen willen wel, maar voor hen is het de vraag: waar moeten we beginnen?
Respect en veiligheid
Leeft de oudere in een veilige, vertrouwde omgeving? Wordt de oudere gewaardeerd voor wie hij is en ‘vroeger’ was, en niet in zijn vrijheid beperkt? Is er wederzijds respect of mist er simpelweg een juiste klik tussen oudere en medewerker? Hoe respectvol ouderen zich behandeld voelen en hoe veilig, hangt veelal samen met dit soort kleine zaken. Is er bijvoorbeeld afgesproken of medewerkers kloppen voordat zij een kamer van een oudere binnenstappen. Of vindt iemand het juist prettiger als een medewerker gewoon binnenkomt? Dat vergt goede afspraken en informatie-uitwisseling. En hoe wordt er omgegaan met de dood van een huisgenoot? Worden kennissen en vrienden hierin gekend of horen zij pas veel later dat er iemand is overleden?
Effect van zorgleefplannen
Draagt het zorgleefplan er aan bij dat ouderen hun vertrouwde leven zo lang mogelijk vast kunnen houden? Kunnen zij ook hun laatste levensfase zolang mogelijk als zinvol en betekenisvol ervaren? Op basis van de eerste gesprekken is hierover uiteraard nog moeilijk iets te zeggen. Wel wordt er vaak gedacht: zo’n zorgleefplan, het moet. De meerwaarde ervan wordt regelmatig in twijfel getrokken. Toch liggen de kansen en verbetermomenten voor het oprapen als de eerste gesprekken naast elkaar worden gelegd.
Veel zorgen en wensen van ouderen komen overeen. Zo zou het ouderen al heel veel helpen als zij eenvoudiger zouden kunnen inzien wat er in het zorgleefplan staat. En als medewerkers naast de dagelijkse zorg, meer oog zouden hebben voor waar het werkelijk om zou moeten draaien: de kwaliteit van leven van ouderen. Door meer te investeren in een goed leven voelen bewoners zich prettiger. En kunnen daardoor wellicht ook meer zelf doen en een betekenisvol leven leiden waarin wensen, dromen en doelen ook belangrijk zijn. Want dromen stoppen niet als ouderen naar een instelling verhuizen. Het devies: met elkaar in gesprek gaan over gelijkwaardigheid en over hoe je samen kunt zorgen dat zaken goed gaan.
Oorspronkelijke publicatie: LOC.nl, 22 oktober 2012
Comments