top of page

Zoeken op de website

992 items gevonden voor ""

  • Wandeling

    Noël is naar zwemles, badje 2. Vanwege de corona-maatregelen mag ik niet bij de les blijven en mogen ouders ook niet in het gebouw wachten. Met een mondkapje op mag je je kroost afleveren bij het juiste zwembad en als je echt graag wil mag je daarna buiten voor een glazen wand staan wachten en kijken. Ik ga liever wandelen. Dat was me drie weken terug ook goed bevallen; toen met de De Speld podcast op, maar daar is helaas nog geen nieuwe aflevering van. Zomaar een wandeling dus om de tijd te doden. Ik besluit maar gewoon wat te lopen, langs het stadion, de rotonde over, op zoek naar straten waar ik in dertien jaar Den Bosch nog niet geweest ben. Ik loop een tijdje door, langs de 'beroemde' platenstudio van Jan Vis. Daarna links af, langs een grasveldje met twee doelen. Het valt me op hoe weinig bankjes er zijn. Namelijk geen. Je kunt letterlijk alleen ergens zitten in een bushokje. Maar daar ben ik nog niet. Ik zoek in mijn Podcast-app naar iets leuks om te luisteren. Ik val in de Top2000-podcast, omdat het nou eenmaal nog (iets) te vroeg is om kerstmuziek op te zetten. De aflevering op mijn koptelefoon gaat over het ontstaan van het succes van Simon & Garfunkel. Door de bosjes heen zie ik een trainingsveld van de plaatselijke voetbalclub. Daar weer achter steken de lichtmasten van het stadion van FC Den Bosch goed af tegen de lichtblauw met roze horizon waarin bijna geen wolkje te zien is. Ineens loop ik door iets wat nog het meeste weg heeft van een Vinex wijk. Links van de weg staan saaie witte huizen zonder ziel. Voor wie meer te besteden staan aan de rechterkant vrijstaande huizen. De ene wat mooier dan de ander, maar toch. Ineens ruikt het naar verse thuisbezorgde pizza. Dat ruikt extra lekker omdat je het zelf niet hoeft klaar te maken. Rechts is een doodlopende straat maar voetgangers en fietsers kunnen er langs. De huizen zijn hier weer wat ouder. Verderop zie ik een kerktoren. Een straatje gaat omhoog. Twee fietsers stappen af, waarschijnlijk omdat het te steil voor ze is. Ik kijk op de klok van mijn telefoon. Over tien minuten eindigt de les. Ik versnel iets en zie in de verte Jan Vis alweer opdoemen.

  • Museum

    Sinds donderdag zijn de musea weer open. Marjolein kroop direct achter de computer om kaartjes te bestellen voor een tijdslot deze op de zondagmiddag. Zes minuten voor het tijdslot begon stonden we voor de ingang onze broodjes op te eten, want de horeca is uiteraard nog niet open. Ook niet in musea. Eenmaal binnen vraag je je wel af waarom juist de musea dicht moesten maar bijvoorbeeld de Ikea en de gemiddelde schoenenwinkel niet. Ik snap wel: reisbewegingen (maar Ikea dan?). Want ja, wij gingen ook met de trein. En ja misschien was dat niet helemaal een essentiële reis. Maar we beperken wat we doen wel ernstig en voor ons is de trein en de bus nou eenmaal de enige manier om ons te vervoeren buiten Den Bosch. Terug naar het museum. We waren in Tilburg bij het Natuurmuseum Brabant. In het hele museum was het alsof Hugo de Jonge er persoonlijk overheen had gekotst. Verplichte mondkapjes, overal pijlen op de grond, eenrichtingsverkeer en spatschermen. We kregen een touch pen om de schermen mee aan te raken. Er was dus een vaste route zodat we niemand tegen konden komen en per ruimte gold een maximum aantal gezinnen. Dat wist ik natuurlijk al, maar het is wel even wennen als je van buiten komt wat we dan maar even de ‘normale wereld’ zullen noemen. Daar moet je zelf maar uitkijken of er genoeg afstand wordt gehouden en is het toch vooral een voor allen en allen voor een. Toch was het vooral ook fijn dat het (weer) kon. En voelt het gek dat het even niet heeft gekund. Was het op het station maar zo goed geregeld. Maar ook de supermarkt of de Ikea kan voor mijn gevoel nog veel leren van een uitstapje naar het museum. Of zou het toch iets met economische belangen te maken hebben?

  • Carbid schieten

    De eerste gemeenten hebben inmiddels het carbid schieten verboden. Nu het kabinet voor dit jaar - wegens corona - het vuurwerk heeft verboden was er een (kleine) run ontstaan om melkbussen. Alsof je zomaar op elke locatie carbid kan schieten. Op Twitter zijn mensen die er nu schande van spreken dat je geen vuurwerk mag afschieten maar carbidschieten wel mag. Ja, dat is krom en niet uit te leggen. Net als dat er vanaf 1 december op alle openbare binnenlocaties een mondkapje geldt, behalve in kerken. What is that about!? Zelfs Rutte kon het gisteren op zijn persconferentie niet uitleggen en begon over ‘godsdienstvrijheid’. Wat het dragen van een mondkapje met een beperking van godsdienstvrijheid te maken heeft, is een raadsel. Terug naar het carbid. Het is gek dat carbid schieten wel mag, maar het wordt relatief weinig gedaan en is dus niet een hele grote belasting voor de eerste hulpen van ziekenhuizen, wat natuurlijk de grootste reden is om vuurwerk een jaar over te slaan. Dat iets kan - omdat het niet verboden is - wil niet zeggen dat je het ook moet doen, als je het normaal ook niet doet. Dat gezegd hebbende: laten we carbid schieten ook verbieden. Ik hoorde al gemeenten waar het wél mag, dat er tot dertig mensen bij zouden mogen zijn. Dat is natuurlijk nergens voor nodig en inconsequent bovendien. Laten we gewoon lekker thuis blijven met oud en nieuw. Youp op televisie en zet het op een zuipen. Maar niet zoveel dat je er door bij de eerste hulp terechtkomt.

  • Kasatari jaaroverzicht 2018

    Zelfs aan 2018 dreigt een einde te komen. Het werd het jaar van Luna, natuurlijk. Maar ook Noël die leerde fietsen. Otis die naar de peuterspeelzaal ging. Marjolein die in bad beviel. Kasper die sinds sinds 14 september een schrijf streak heeft van 108 dagen. Ook in 2018 namen we weer afscheid van dierbaren en bekenden. Mijn oud-damtrainer Arnold Braamhorst overleed in oktober op 71-jarige leeftijd, zo vernam ik (via-via) uit de krant. We waren elkaar helaas uit het oog verloren. In de caterogie bn’ers en bw’ers kunnen we helaas afstrepen: Mies Bouwman (88), George H.W. Bush (94), Stephen Hawking (76), Wim Kok (80), Ruud Lubbers (78), Stan Lee (95), Koos Alberts (71), Charles Aznavour (94), Anneke Grönloh (76), John McCain (81), Aretha Franklin (76), Koffi Annan (80), Ted Dabney (81, Atari-oprichter!), Renate Dorrestein (64) en Avicci (28). 29 september kwam Luna dus – zoals gepland – in bad, ter wereld. Een hele blije en tevreden baby die inmiddels alweer zoveel gegroeid is. Sinds ze is geboren wordt ze ook nog eens overspoeld met kusjes van haar grote broers. Haar hobby’s zijn slapen en boeren. Noël ging naar groep twee, leerde karten, zijn naam schrijven en verloor tijdens de kerst ook nog een eerste tand. Hij was Jozef in het kerstspel op school en ging iedere week kleutergymmen bij Flik-Flak. Otis ging in het voorjaar voor het eerst naar de Peuterspeelzaal en heeft het daar erg naar zijn zin. Marjolein werd voor de derde keer moeder en werd nieuwsbrief- en Facebook redacteur voor Krijgdekleertjes. Kasper zag zijn AMC samengaan met het VU tot het Amsterdam UMC. Daarnaast kreeg hij 25 miljoen euro en mocht hij meedoen aan het NK dammen (helaas gebeurde beide in een droom). Wel won hij de Fan van Brabant-quiz van Noortje. Marjolein nam me als verrassing mee naar Leeuwarden. We gingen in de zomer met z’n allen op vakantie naar Lissabon en maakten daar een historische temperatuur mee van 43 (!) graden en gingen ‘gewoon’ naar de dierentuin die dag. Nu foto’s en een goed 2019 gewenst! 1 januari: Noël ging voor het eerst schaatsen. Als een echte Paping schaatste hij direct de sterren van de hemel zoals je ziet. 7 januari: mooie zonsondergang met op de achtergrond het provinciehuis: twee hartjes. 11 februari: carnaval! Otis was verkleed als huisvuil. 16 maart: Noël en Otis kondigden aan dat ze grote broers zouden worden! Het werd alleen wel ietsje eerder dan oktober… 15 april: PSV werd thuis tegen Ajax kampioen met een klinkende overwinning. En wij mochten er bij zijn. 30 april: Marjolein showde haar buik in Den Haag. 1 mei: we kochten nieuwe tuinmeubel die we ook nog eens zelf in elkaar moesten zetten. Kortom ik had wel een biertje verdiend… 15 mei: Noël mocht in Zandvoort karten. Zo op de foto lijkt het ook best snel te gaan. 30 mei: we namen een voorschot op de gezinsuitbreiding en daar hoorde natuurlijk een bakfiets bij. Ook handig als tandenpoetsbak. 22 juni: als je de vieze snoet wegdenkt is het best wel een leuke foto. 🙂 28 juli: Noël ging voor het eerst naar PSV. We hielden het vol tot de 70e minuut. Vooral dat we zo hoog zitten maakte indruk. 20 juli: verrassingsfeestje voor ‘opa’ Peter, maar de kinderen vonden het boottochtje – waarbij we moesten bukken voor de bruggen – ook best fascinerend. 4 augustus: het persoonlijk warmterecord voor mijzelf en Lissabon was 43 graden. Helaas gaf de telefoon ‘slechts’ 42 graden, maar het was hoe dan ook hot hot hot. We liepen van sproeier naar sproeier en kochten waterfles na waterfles. En slush puppys natuurlijk. 6 augustus: eindelijk een beetje leuke foto van ons vieren. Op ons terras in Lissabon. 29 september: daar kwam ons kleine meisje aangezommen. Daarna even uitrusten bij mama. 30 september: Luna was amper een dag oud of er was al ruzie over wie haar mocht vasthouden… 26 oktober: halloweensnoep ophalen is serious business. Twee avonden op rij kwamen de jongens met goed gevulde plastic pompoenen thuis met daarin snoep waarvan ze de helft niet lustten. 13 november: Noël leerde deze herfst fietsen. Hij pakte de fiets, werd nog even een paar rondjes vastgehouden of aangeduwd en daar ging hij. 16 december: we hadden welgeteld 1 ochtendje sneeuw, maar daar hebben we – goed ingepakt, dat wel – flink van geprofiteerd. 25 december: het kerstkindje was met Kerst alweer (ruim) 12 weken. 26 december: Noël raakte dankzij een Groningse oliebol zijn eerste tand kwijt.

  • Kasatari Jaaroverzicht 2019

    2019 is kasatari.nl-technisch vrij geruisloos voorbij gegaan. In januari had ik er (zoals wel vaker) nog zin in. Maar daarna kwam de klad er in en ik moest eerlijk gezegd diep graven om mijn inloggegevens weer boven water te halen. Maar we zijn er nog wel degelijk en hebben best wel weer wat om op terug te kijken; zowel positief als negatief. Begin 2019 is mijn 'jeugdvriendinnetje' Ashley verongelukt. De korte tijd dat we in 2002-2003 on- en offline contact hadden, hebben heel veel invloed gehad op de rest van mijn leven. Later in het jaar ging Felix dood. Nadat hij jarenlang zich had onderworpen aan de dialyse en de beperkingen die zijn ziekte hem oplegde, was het mooi geweest. Gelukkig hebben we hem in september nog kunnen zien bij de eerste 'Roosenboomdag' in jaren. Ook overleden in 2019 onder andere: Jurrie Koolhof (59), Martine Bijl (71), Ron 'Rachel's vader' Leibman (82), Rutger Hauer (75), Fernando Ricksen (43) en Jules Deelder (75). De grootste verandering vond plaats in de schoolcarrieres van Noël en Otis die van de Driestroom werden overgenomen door het Noorderlicht. Noël begon daar in september aan groep 3 alweer; Otis ging na twee maanden op de peuterspeelzaal in november naar groep 1 op zijn nieuwe school. Noël begon in december met zijn zwemlessen en heeft tot zijn eigen teleurstelling nog net niet in 2019 zijn zwemdiploma gehaald. Otis begon met kleurtergymmen en Noël stapte begin dit jaar over naar trampolinespringen. We logeerden een nachtje in het Efteling Hotel. Ook gingen we op vakantie naar Vlaardingen waar we uitstapjes maakten naar Rotterdam en Schiedam en logeerden in een huisje met brandweerauto. Marjolein ging nog twee keer extra op vakantie: in augustus met Lotte naar Oslo een paar dagen en ze is pas een week terug uit Krakau waar ze was met Nelly op een verrassingsreis. Samen met Marjolein en zonder kinderen hadden we nog twee leuke dagen in Amsterdam waar we onder meer een film keken in een eigen loge en aten in het donker. Maakten we vorig jaar nog de hoogste temperatuur ooit in Lissabon (43 graden) mee; dit jaar waren we er bij toen in Nederland de hoogste temperatuur op de thermometer ooit kwam: 40,7 graden. Kasper kwam in december nog vast te zitten in de trein richting Eindhoven waardoor hij een Europa League-wedstrijd van PSV moest kijken op zijn telefoon en in een Boxtelse kroeg. Ook was er een superbloedwolfmaan te zien vanuit onze tuin en vond Martijn een Sera met wie er al hardop over een huis kopen gesproken wordt. Bert en Lenny haalden de krant omdat ze elkaar tijdens carnaval hebben ontmoet. Otis kreeg een bril wegens iets slechte ogen en kreeg begin deze maand heet water over zich heen. Hij moest een paar uur mee naar het ziekenhuis alwaar hij op een Ipad mocht spelen en een knuffeltje kreeg (maar wat verder gelukkig goed afliep). Luna leerde kruipen en lopen en brabbelt er vrolijk op los (stopwoordje 'dankjewel'). Noël leerde de beginselen van het lezen en schrijven en Marjolein schrijft sinds een paar maanden recensies als Hebban-recensent. Ook gaf ze in februari zes jaar (!) borstvoeding. Nu foto's en een goed 2020 gewenst! 4 januari: het liefst gingen we natuurlijk elke dag naar het Openluchtmuseum maar die paar keer dat we dit jaar zijn geweest waren natuurlijk ook al heel leuk 21 januari: superbloedmaan! Dat komt natuurlijk maar eens in de tien miljoenmiljard jaar voor 17 februari: Noël was heel boos want hij mocht niet in de paarse bus 2 maart: het kostte een paar zakken M&M's om ze te laten poseren, maar dan heb je ook wat 8 maart: voor het zelfde geld hadden we ook een jaarabonnement kunnen nemen, maar alsnog was het nachtje (plus twee dagen entree) Efteling een groot succes 20 april: 2 zwanen maakt nog geen zomer 26 mei: voor het eerst sinds mijn jeugd waren we in Bourtange, breekt er een of andere veldslag uit. Dit was de before-foto 26 juni: Noël en Otis kregen hun bewijs van inschrijving voor hun nieuwe school en hadden honger. Dan krijg je dus dit 25 juli: yessss, eindelijk een weerrecord. Elders in het land werd het tot 40.,7 graden maar bij ons was het slechts een graatje of 39 16 augustus: Marjolein (rechts) met een zeemeeuw 31 augustus: Otis vlak voor hij het stadion werd uitgezet wegens het dragen van het verkeerde voetbalshirt. Gevolg: stadion verbod; over tien jaar is hij weer welkom 1 september: waren we nu alweer in het Openluchtmuseum!? Hier met iedereen van de familie Roosenboom die met ons op de foto wilde 29 september: jeej Luna is alweer 1 jaar. En wat kan ze al netjes taart eten... 16 oktober: tijdens onze twee daagjes Amsterdam stapten we in de Lookout. Gelukkig duurde een schommelritje slechts enkele minuten 1 november: Otis ging dit jaar voor het eerst naar school en wat is er nou leuker dan gaan met de (loop)fiets 13 december; Noël deed mee aan een sponsorloop. Hier zie je hem vlak voordat hij dwars door de camera liep en alles brak wat er te breken viel

  • Naar Ajax

    Met een oud-klasgenootje van de basisschool (die ik ook al sinds de basisschool niet heb gezien) en een jongen die ik niet kende liep ik door Amsterdam, of wat daarvoor door moest gaan. Even daarvoor had ik een tram gemist omdat ik m’n mondkapje nog niet had gepakt. Toen ik eenmaal een mondkapje had gevonden bleek deze van wol en er zaten allemaal etensresten in. Mensen die ook op de tram stonden te wachten keek naar me met een blik van: die zou ik niet op doen. Ik vond daarna ook een spatscherm en zette die toen maar op. Na de tram moest ik nog wel straten door en zag ik het stadion van Ajax, althans dat was de bedoeling. Ik twijfelde even toen ik zag dat het stadion midden in de stad stond en ook meer leek op het Wembley-stadion, maar het zal wel kloppen, dacht ik. Ik keek op mijn horloge. Het was alweer bijna kwart over drie, ik had de eerste helft dus al gemist. Nou ja, het waren toch gratis kaartjes. Ik vond direct de juiste ingang. Het was in een soort galerij met een trap omhoog tussen twee wc’s in. Ik wilde naar binnen gaan maar toen zag ik dat mijn gratis kaartje helemaal geen gratis kaartje was, maar een spaarkaart. Ik had nog een miljoen miljard zegeltjes van een of andere winkel moeten verzamelen. Om mij heen hadden meer mensen zich vergist die ook al scheldend weer de trap afdaalden. Mijn zoons waren ineens ook mee en die hadden een kinderkaartje waarvoor je niet hoefde te sparen. We besloten gezamenlijk dat ze dan maar met z’n tweeën moesten gaan. Ik zou wel even bij de ingang wachten. Een man die wel een kaartje had hielp ze met inchecken. Net daarvoor had ik nog even mijn telefoonnummer op hun armen geschreven, dan konden ze me gemakkelijker terugvinden. Helemaal gerust was ik niet, twee jongens van 7 en 5 alleen in een superdruk voetbalstadion (want ik hoorde aan het lawaai dat er veel mensen op de tribune zaten, ondanks dat we dus blijkbaar al wel in coronatijd zaten gezien de mondkapjes). Opeens moest ik heel erg nodig naar de wc. Waarschijnlijk ook in het echt. Ik ging de wc-deur binnen die onder de trap naar het stadion liep. Er stond wc op althans, maar eenmaal binnen bleek het een heel chique snoepwinkeltje te zijn. Met chique dames die een schort voor hadden. Ik vroeg naar de wc. “Als je iets koopt, mag je gebruikmaken van de wc,” zei één van hen. Ze wees naar de suikerspinnen op de toonbank. “Maar je mag wel eerst naar de wc hoor,” zei de ander. Ze wees naar een hoek waar kisten stonden. “Het is een geheime deur.” Ik liep er op af maar ik had geen idee waar ik naar moest zoeken. Een van de dames kwam van achter de toonbank en liep me tegemoet. Ze zwaaide wat en er ging geheime deur open. Ze gaf nog wat vage aanwijzingen en liet me het verder alleen uitzoeken. Ik stond ineens ineen slaapkamer. Er zal wel ergens een wc zijn, dacht ik nog. Maar het had meer weg van een slecht verlichte escaperoom. Overal hingen gordijnen met daarachter het zwarte niets. Er moet hier toch ergens een wc zijn? Opeens een oorverdovend lawaai. Het was de wekker.

  • Trump-wappies

    Al sinds de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen bekend is - inmiddels bijna twee weken geleden - volg ik via CNN en de sociale media de berichtgeving met een schuin ook. Het is nauwelijks te bevatten dat een zittende president na zo'n daverende nederlaag op Twitter blijft volhouden dat hij gewonnen heeft. Als je wat verder kijkt zie je op - bijvoorbeeld - Twitter ook veel (Amerikaanse) steunbetuigingen uit Republikeinse hoek. Veel mensen nemen kritiekloos over wat de president zegt, namelijk dat de verkiezingen zijn gestolen door Biden. Het voelt een beetje triest, maar oké. Formeel mag de president nog wat hertellingen laten doen, dus we zullen nog even moeten wachten tot Biden ook formeel gekozen is. Dat is niet chique, maar het kan en dus moeten we het accepteren. De leugens die worden rondgestuurd door Trump en zijn aanhang zijn lachwekkend maar ook gevaarlijk. Over honden en katten die hebben gestemd, zogenaamde dode mensen die stemden (en nog gewoon bleken te leven) tot het in diskrediet brengen van legaal uitgebrachte briefstemmen. Maar echt sneu wordt het om te zien hoe ook veel Nederlandse wappies (nofi), vaak met een Nederlands vlaggetje in de profielnaam en vaak met FvD of PVV achtergrond, Trump blijven verdedigen als ware het een heilige die met hele goede argumenten komt om deze verkiezingsuitslag niet te accepteren. Het is een lachwekkende ontwikkelingen dat ook in Nederland zoveel gekkies rondlopen die echt alles geloven wat ongefilterd de wereld in wordt geslingerd.

  • Jurrie Koolhof (1960-2019)

    Oud-spits van onder meer PSV (1982-1987) en het Nederlands Elftal is overleden op 59-jarige leeftijd. Een kleine tien jaar geleden maakte ik met hem voor de PSV Inside het volgende diepte interview over de goal die geen goal werd: WIE? JURRIE KOOLHOF, PSV’ER VAN 1982 TOT 1987 WELK MOMENT? DE BIJNA-GOAL TEGEN HELMOND SPORT Het is 5 februari 1983 als de competitiewedstrijd PSV – Helmond Sport op het programma staat. Een derby, dat wel. PSV wint ‘gewoon’ met 3-1, maar het werd vooral de wedstrijd van de ‘modder-bal’ van spits Jurrie Koolhof. “Het was een normale competitiewedstrijd”, blikt Jurrie Koolhof, tegenwoordig scout voor FC Groningen, terug op het winterse duel. “De wedstrijd was al begonnen toen het ging sneeuwen, waardoor het veld slechter en slechter werd.” PSV had de touwtjes ondanks de zware omstandigheden stevig in handen en liep, mede dankzij een goal van Koolhof, uit naar een comfortabele 2-0 voorsprong. Vijftien centimeter “Toen kwam er een mooie steekpass van René van de Kerkhof. Ik schiet, de bal gaat door de benen van de keeper (Otto Versfeld, red.), en verdwijnt richting de goal.” Samen met zijn teamgenoten viert de spits alvast een feestje bij de zijlijn. “Maar vijftien centimeter voor de doellijn bleef de bal tot ieders verbazing dood liggen in de modder.” Op dat moment was de verwarring compleet. “Teamgenoten kwamen op me af om het doelpunt te vieren en de scheidsrechter floot af, omdat hij dacht dat er gescoord werd. In de chaos gaf hij Helmond zelfs een vrije trap. Ik besefte het ook niet goed, tot iemand me er op wees dat de bal niet over de lijn geweest was.” Youtube Ondanks de hilariteit rondom de bijna-treffer was er destijds weinig aandacht voor het incident. “Dat kwam eigenlijk veel later pas toen het moment in blooperfilmpjes verscheen. Met de opkomst van internet duikt het filmpje ook steeds weer op. Mijn zoon heeft het laatst tevoorschijn gehaald op YouTube. Ik kan er wel om lachen.” Achteraf is Koolhof zelfs blij dal de bal er niet in ging. “Dit zijn toch de mooie momenten in de sport. Bovendien wonnen we de wedstrijd, met 3-1. Ik heb veel gescoord in mijn carrière maar dit zijn toch momenten die blijven hangen. Het filmpje heeft zelfs een presentatie ter promotie van kunstgras gehaald.” Oorspronkelijke publicatie: PSV Inside, december 2009

  • Superbloedwolfmaan

    De wekker ging een schamele vijf minuten eerder. Nog altijd niet gewend aan mijn nieuwe wekkergeluid (nieuwe telefoon) zette ik onhandig het alarm weer uit. Beneden lag het fototoestel al klaar zodat ik niet zou vergeten foto’s te maken van de superbloedwolfmaan. Ik keek alvast een eerste keer naar buiten waar die maan zich bevond. Hij (of zij?) bleek zich boven het basketbalveld te hebben genesteld. Het was een soort halve maan en op het oog nog niets bijzonders. Ik zette eerst koffie en smeerde m’n broodjes en keek nog eens naar buiten. De maan leek al zichtbaar kleiner dan zonet. De verduistering had er dus wel zin in. Toen ik een tweede kopje koffie ging halen – ik heb hele kleine kopjes – zo’n tien minuten later was de maan al nauwelijks zichtbaar. Godver, ik moest nu nog opschieten ook als ik nog een ‘before’-shot wilde maken, dacht ik. Ik schoot snel in mijn kleren (en toch maar een jas pakken want het is dik onder de min, volgens mijn telefoon zelfs min zeven. Op de website van de NOS stonden tips voor het goed vastleggen van de superbloedwolfmaan met je fototoestel. Ik had ze – op het handmatig scherpstellen en belichten na – allemaal opgevolgd. Ik probeerde de verschillende nachtstanden om te kijken wat het beste resultaat zou geven. Eerst met nachtscene. Meh, er kwamen steeds minimaal drie manen in beeld. Weliswaar had ik mijn fototoestel op het hek gezet bij gebrek aan statief, ik moest de camera ook nog flink omhoog richten om de maan – of wat daarvan over was – te kunnen zien. Helemaal stil kreeg ik de camera nauwelijks dus toch maar op de ‘nacht zonder statief’ stand, nadat de vuurwerkstand een lachwekkend slecht resultaat gaf. Verderop, op de parkeerplaats, stond iemand zijn autoruiten te krabben. Het eeuwige gezoem van de rondweg – een paar honderd meter verderop – was zoals altijd in de ochtend het enige andere geluid. De open sluiter zorgde voor meer ruis natuurlijk, maar ook voor betere foto’s. Ik kreeg zowaar één maan in beeld en ja er was ook wel echt een rode gloed te ontdekken. Ik keek nog even om mijn fototoestel heen, omdat ik wel wilde zeggen de bloedmaan met eigen ogen gezien te hebben. Mijn handen waren inmiddels al behoorlijk bevroren en ik miste de gloeiende hitte van Lissabon ineens heel erg. Nog een paar foto’s: tegen beter weten in proberen de maan er nog net iets mooier op te krijgen en dan nog maar eens wat koffie. Al was het maar om mijn handen aan te warmen. Het was nog altijd vroeg. Normaal ben ik om deze tijd nog wat aan het internetten en kijk ik de herhaling van De wereld draait door. Nu was mijn enige focus een toonbare foto maken van de superbloedwolfmaan (ik geef toe dat ik ‘m deze keer gecopy-pasted heb) voor mijn vrouw ‘die het heel graag wilde zien’, maar dus eigenlijk te lui was om er eerder voor op te staan. Het bleek natuurlijk een onbegonnen werk om mijn handen in zo’n korte tijd op te warmen dus ik nam mijn tas en nog een laatste keer het fototoestel om nog eens precies dezelfde foto te maken want ‘je weet maar nooit’. De maan was inmiddels goed rood en hoewel het hoogtepunt pas over een klein half uurtje zou zijn, werd hij in mijn ogen ook niet veel beter. De maan kwam iedere keer op een net iets andere plek op mijn beeldscherm terecht maar bleef toch een wat lullig stipje dat wel haastig leek bijgekleurd met een beetje rood-roze stift. Ik zette het fototoestel terug op tafel in de wetenschap dat er weinig eer aan te behalen was met ons fototoestel. Stiekem viel het resultaat me nog mee. Daarna keek ik op Twitter om de kwaliteit te vergelijken met die van anderen. Op de tijdlijn verschenen allemaal rode en korrelige stipjes, op een enkeling na die met een geweldige camera of telescoop te werk waren gegaan. Uitslovers. Ik zag er inmiddels flink tegenop de kou weer in te gaan, maar het moest. #maan

  • Vaccinatie

    Het hele jaar zit iedereen (nou ja behalve de wappies en asojongeren dan) feestloos thuis in afwachting van een vaccin dat ons uit deze coronacrisis kan helpen. Alle festivals en evenementen werden afgelast. Het gros van de mensen bleef netjes binnen toen dat van ons werd gevraagd. Een groot deel van de mensen toont zich bereid voor de veiligheid van anderen een mondkapje op te zetten. Allemaal prachtig. Maar het zijn doekjes voor het bloeden. Na de aankondiging van Pfizer en Moderna dat er een werkend vaccin gevonden is en binnen enkele maanden kan worden uitgerold, gloort er weer hoop. Er kan straks weer iets. Gisteren, op de dag van de persconferentie van Rutte de Jonge waarop een deel van de maatregelen (musea, pretparken, bioscopen en theaters, etc dicht) werd teruggedraaid, kwam naar buiten dat veel mensen zich niet willen laten vaccineren. Het 'goede nieuws' was dat dit niet zozeer uit principiële bezwaren voortkwam, als wel uit angst voor de gezondheid. Kan dat wel, zo snel een vaccin maken die werkt en veilig is? Als Willem Engel of Maurice de Hond iets roept over 1,5 meter dan nemen de mensen die 'ons' schapen noemen, dat voor zoete koek aan. Maar als wetenschappers zich een half jaar het leplazarus werken om de maatschappij weer op te kunnen starten met een vaccin, is de reactie: nou dat is wel erg snel, dat geloof ik niet hoor. Het ironische is dat de mensen die klagen over dat alle festivals zijn afgelast en dat de kroegen nu dichtgaan, of zeggen: ja maar kijk naar al die zelfmoorden, vaak nu degenen zijn die zeggen: mij verplichten ze niet om een vaccin te nemen. En dat klopt, zo bevestigde Hugo de Jonge tijdens de persconferentie gisteren. Verplicht wordt het niet, maar zonder een hoge inentingsgraad gaan we nooit meer terug kunnen naar het oude normaal. Boos wordt er gereageerd op de suggestie om festivals dan maar alleen mogelijk te maken voor gevaccineerden want: dit gaat in tegen onze vrijheden! Maar denk eens aan de vrijheid van de mensen die gewoon weer terug willen naar het oude normaal. En die zich netjes aan de regels houden. Telt die misschien ook? De parallellen die tussen het coronapaspoort en de Jodenster worden getrokken zijn walgelijk en geschiedkundig volkomen misplaatst. Het zou niet zo moeten zijn dat een groepje complotdenkers de vrijheden van alle anderen kan inperken door zich te beroepen op hún vrijheden. Ja, je mag het vaccin weigeren. Maar ik vind het niet zo gek dat de rest van de maatschappij dan zegt: de groeten, wij gaan met een coronapaspoort lekker feesten. Even goede vrienden, maar de vrijheid van de vaccinweigeraar is nou eenmaal niet van hoger belang dan mijn vrijheid.

  • Boeren

    Een van mijn collega's is vanochtend vastgereden door toeterende tractoren. Ze was witheet toen ik met m'n groene mondkapje op en koffie in de hand, aankwam in het tl-verlichte kantoor. 'Dat moet je bij mij niet flikken'. Een van de boeren had uit protest zijn tractoren midden op een kruising vlakbij haar huis gezet. Collega was uitgestapt en gevraagd of ze er langs mocht. Het was gewoon een gevaarlijke situatie, zei ze nog nashakend, in het AMC-kantoortje. Dat mocht niet, maar toen een andere auto er toch voorbij wist te glippen, was ze er achteraan gereden en had ze de blokkade achter zich weten te laten. Ik had wel ergens gelezen dat er weer eens tractoren op weg waren naar Den Haag, maar eerlijk gezegd ben ik wel een beetje klaar met de boeren. Ja het is zielig als je bedrijf door veranderende regelgeving niet meer kan voortbestaan, maar als je wilt dat je zaak nog eens goed wordt bekeken, kan je beter niet iedereen in Nederland tegen je in het harnas jagen door wegen te blokkeren of door mensen midden in de nacht wakker te toeteren.

  • Harry van Raaij

    Harry van Raaij, de meest markante voorzitter die PSV ooit heeft gehad, is niet meer. Hij was pas 84 jaar oud, maar zag er al zolang als ik hem kende, uit alsof hij rijp was voor het bejaardenhuis. Hij kwam ook altijd een beetje warrig over, maar het was bepaald geen domme man. Sommige mensen zijn (gelukkig) veel slimmer dan ze er uit zien. Ik had - net als vrijwel iedereen, zeker bij PSV - een zwak voor hem. Hem werd verweten 'aanvallend' te spelen als voorzitter, met gedurfde financiële constructies die zijn opvolgers heel wat hoofdbrekens hebben opgeleverd. Eén keer heb ik hem persoonlijk ontmoet. Het was buiten bij de voordeur van het PSV-kantoor in het Philips Stadion, toen ik daar aan het werk was als stagiair van PSV. Ik weet nog dat ik het bijzonder vond om juist hem te ontmoeten. Iedereen komt en gaat bij PSV, maar van Raaij - hoewel toen al voorzitter af - blijft voor altijd een PSV-gezicht. Zo zijn of waren er maar weinig. Frits Philips, Harry van Raaij, Guus Hiddink, Mart van den Heuvel, Barry van Aerle, Willy van der Kuilen, de gebroeders van der Kerkhof. En dat houdt het wel zo'n beetje op. Toch denk ik, altijd als ik Van Raaij zie, altijd aan Erik van Muiswinkel's impressie. En dan vooral aan de 6 V's, de 3 O's en met name de drie Z'en: zingen, zuipen en zie maar hoe je thuis komt.

  • Dag 1

    Al vaker heb ik het voornemen gehad een keer een heel jaar lang iedere dag te schrijven. Dit lukt nooit. Omdat het veel tijd kost ja, maar vooral omdat er altijd wel een dag komt waarop ik geen zin meer heb of niets heb om over te schrijven. Of omdat ik vastloop omdat ik niet zomaar over mijn belevenissen of bevindingen kan schrijven omdat ik anderen niet wil kwetsen of gewoon een lafaard ben. Dit weekend heb ik daarom mijn website opgezegd. Ik had er ruim anderhalf jaar niets opgezet. Dat betekent overigens niet dat ik anderhalf jaar niet geschreven heb. Maar dat zegt genoeg over de kwaliteit van wát ik geschreven heb. Nu ik dit zo schrijf realiseer ik me dat ik vaak dit soort stukjes heb geschreven. Meestal komt er eventjes een opleving in de productie, maar wordt het al snel daarna stil. Nu heb ik weer nieuwe hoop, dus waarom zou ik mezelf die afnemen? Zodra dit online komt (dat zal niet vandaag zijn) ben ik hopelijk al even op weg met mijn 'project'. De 365-dagen achter elkaar schrijven challenge is nogal afgezaagd en misschien in de praktijk ook niet erg haalbaar. Maar ik wil toch graag een poging wagen om iedere dag even te schrijven op een publieke plek. Ik hoop dat ik door meer te schrijven meer tijd neem om te bedenken wat ik zelf vind en wat ik zelf wil. (1/365)

  • Backintime: 31 maart 2015

    Het Nationaal Bevrijdingsmuseum in Groesbeek is natuurlijk een serieuze aangelegenheid. Noël moest even doorbellen hoe leuk het was.

  • Backintime: 12 februari 2012

    Ja komt niet elke dag een prins, laat staan, DE prins tegen. Deze dag in het Krabbegat kwamen ze allemaal het café binnen waar wij ook stonden: van Steketee tot de nar en dus ook de prins.

  • Ashley (1986-2019)

    Alles is ineens anders en toch ook weer niet. Ik geloofde het ook nog altijd niet. Zomaar op een dinsdagmorgen lees ik dat Ashley dood is. In een seconde, of een fractie daarvan, flitst er van alles door mijn hoofd. Ik weet ineens niet meer zeker of ik droom of niet en begin een beetje te duizelen. Ik kijk nog eens naar de rouwadvertentie en begin aan mijn eigen waarnemingen te twijfelen. Is dit echt geen droom? Ik googlede haar nog zeker een paar keer per jaar. Eigenlijk was dat tegen beter weten in. Ze had geen sociale media en was amper online traceerbaar. Soms vond ik dat ze een boek verkocht of dat ze op een website genoemd werd vanwege haar werk. Op Google werd nu ook ergens haar ongeluk genoemd. Een auto te water, in Noordbeemster. Het artikel van het Noord Hollands dagblad was bizar gedetailleerd. Er stond zelfs een foto bij van haar auto die op de kop inmiddels naar de kant was getakeld. Ook stond er dat een 32-jarige vrouw gewond was geraakt en dat het onbekend was hoe het met haar ging. Het is moeilijk voorstelbaar dat die auto ‘s ochtends nog gewoon voor haar huis geparkeerd stond. “De politie vermoedt dat de automobiliste over de Westdijk richting Schermerhorn reed, waarbij ze in een flauwe bocht in de berm is geraakt. Bij het terugsturen schoot ze over de rijbaan, sloeg aan de andere kant over de kop en kwam in de Beemsterringvaart terecht.” Zelden las ik zo’n gedetailleerd verslag van een ongeluk. Nog nooit las ik zo’n gedetailleerd verslag over een ongeluk van Ashley. Ik zag direct de ironie er wel van in dat ze bij leven vrijwel geen enkel spoor op internet had weten achter te laten en dat ze nog maar een paar uur eerder in het water had gelegen en nu al op elke regionale nieuwssite stond vermeld als 32-jarige in zorgwekkende toestand. “De vrouw is door omstanders en de brandweer op het droge gehaald. Het voertuig is uit het water gehaald door een kraan van omwonenden. De auto is zwaar beschadigd.” Einde bericht. Hoe gedetailleerd ook, het is wrang dat er uiteindelijk van je leven zo weinig overblijft. Een berichtje in de krant, een grafsteen misschien, een rouwadvertentie en een heleboel herinneringen van nabestaanden. Vorige week maandag is ze gecremeerd las ik in de advertentie. Dat was wel even slikken. Ze is gewoon verbrand, zonder dat ik het wist. Zonder dat ik haar ooit nog heb gesproken. Of gemaild. Niet dat ik dat van plan was, maar cremeren is direct wel heel definitief. In al die zestien jaren dat we elkaar niet hebben gezien heb ik nog veel meer aan haar gedacht dan in de paar weken dat we elkaar wél gekend hebben. Af en toe dacht ik er aan dat zij als eerste ‘soort-van-vriendinnetje’ verantwoordelijk was voor het grootste deel van mijn herwonnen zelfvertrouwen. Toen ze besloot dat we elkaar niet meer moesten zien heb ik een paar maanden gerouwd. Daarna was ik afwisselend kwaad omdat ze me – zo voelde ik dat – had verbannen uit haar leven en verdrietig dat ik haar nooit meer sprak of voelde. Als ik dan aan haar dacht, die paar keer per jaar, fantaseerde ik wel eens wat ze aan het doen was. Soms als ik iets op televisie keek vroeg ik me af of zij dat nu ook keek. Ook keek ik soms om me heen of ik haar niet toevallig tegen het lijf zou lopen. Of vroeg ik me af wat ik zou zeggen als ze zou opbellen omdat ze het goed zou willen maken. Altijd besloot ik dat het beter was zo. Nadat onze affaire – zo ben ik het later maar gaan noemen – was geëindigd had ze eerst nog voorgesteld om vrienden te blijven en vroeg me zelfs in Hoorn te komen wonen. Ik nam dat aanbod in overweging maar wist ook wel dat ik haar nooit als een vriendin zou kunnen zien. Al snel kregen we ruzie op de chat, ik weet niet meer precies waarom, en hield het contact definitief op. Ter verwerking keek ik de hele serie Friends bij mijn ouders in de tuin, liggend in een oranje tuinstoel. Ze verdween net zo plotseling uit mijn leven als ze was gekomen. Ineens waren we begin 2003 aan het chatten, via MSN, alsof we elkaar al jaren kende. We zaten allebei op hetzelfde forum en raakten gewoon aan de praat. Ik over mijn onzekerheden, zij over haar onzekerheden en onder andere over de relatie die ze toen had. We besloten af te spreken, met anderen erbij. Een ontmoeting die alles veranderde. Een vriendschap werd meer, ondanks haar relatie met iemand anders en we spraken nog een paar keer af. Ze schreef dat ze verliefd was, ik weet zeker dat ik het was. Toen we elkaar nog maar een paar keer gezien hadden wist ik al dat ik mijn leven met haar zou willen delen. Zo ver kwam het niet. Ze was steeds vaker offline, terughoudender. Toen ik het vermoeden had dat er nóg een derde jongen in haar leven was, las ik als beheerder van dat forum privéberichten van haar die ik niet had mogen lezen. Ik zie mezelf nog zitten in de trein, die al ruim voor vertrek klaar stond op station Groningen. De hele avond en nacht had ik gezopen. Ik wist dat het voorbij was en wilde het uit haar eigen mond horen. Terugkijkend was het misschien wel mijn eerste daad van dapperheid om haar op te zoeken, maar je kunt ook gewoon zeggen dat het het domste was dat ik ooit had gedaan. Een paar uur later zat ik in een parkje achter haar huis. Ik wist dat ze nog op school zou zitten en ik was aan het ontnuchteren toen haar vader langsliep. Ik had hem misschien drie keer eerder gezien, tijdens eerdere logeerpartijen en maar hij liet me binnen met een vanzelfsprekendheid alsof er dagelijks aanbidders in het park op haar zaten te wachten. Ik had een boek mee, volgens mij van Wim de Bie. Ik liet mijn ogen over de bladzijden gaan maar had geen idee waar het over ging. Het leek wel uren te duren voordat ze weer thuis kwam en toen ze thuis kwam vroeg ze wat ik daar deed. Ze werd boos, natuurlijk werd ze boos, omdat ik haar privéberichtjes had gelezen. Daarin stonden pikante verwijzingen naar die andere derde jongen. Ze ontkende de inhoud natuurlijk ook, ondanks dat ze wist dat ik het gelezen en ze zei dat het zo niet langer ging. Ze had gelijk natuurlijk. Ik was hopeloos verliefd en voor haar was dat alweer een gepasseerd station. Ik had de hele nacht gezopen en de eerste trein van de ochtend genomen, dus ik had nog niet geslapen. Ze liet me in haar bed liggen voor een middagdutje, zelf moest ze naar een of andere hobby. Ze was dan wel klaar met me, maar ze bleef altijd even aardig. Daar kon ik toen al niet tegen. Boven haar bed hing een prachtige muurschildering gemaakt door haar vader. Het enige dat ik verder nog weet is dat ze me naar het station bracht. Achteraf was dat dus de laatste keer. De allerlaatste keer. Want er komt nooit meer een moment dat ik haar zal zien. De ongeveer anderhalf jaar nadat de trein uit Hoorn vertrok met mij er in, was ik nog altijd met haar bezig. Ik verdronk het feit dat ze uit mijn leven was en vervloekte hoe onvoorzichtig ze met mijn hart was omgesprongen. Ik probeerde via een neefje van haar nog wel eens vissen hoe het ging met Ashley. Het neefje zat op hetzelfde forum als waar ik haar had leren kennen en waar ik haar vertrouwen had geschonden. Kort na die laatste keer op het station in Hoorn, verdween ze definitief van het forum. Het neefje zei dat het goed met haar ging. Dat leek me toen belangrijk om te weten. ‘Als ze maar gelukkig is,’ heb ik zo ongeveer tegen hem gezegd. Ja, dat was ze wel. Daarna werd ik nog eens verliefd en toen nog eens en werd ze meer en meer een meisje uit het verleden. Ik bleef haar missen maar in plaats van dagelijks werd het missen maandelijks en dragelijk tot ik uiteindelijk nog maar af en toe aan haar dacht. Soms fantaseerde ik over een vriendschappelijke hereniging en ik hoopte maar dat ze tenminste gelukkig was met de keuzes die ze had gemaakt. Het voelde onaf, zoals we uit elkaar waren gegaan en dat voelde onbevredigend. De fantasieën over haar dood waren minstens net zo talrijk. Ook vroeg ik me af of ze wel eens aan mij dacht, ooit mijn naam had gegoogled, of per ongeluk op mijn website was beland. Nu is Ashley dood en dat maakt me heel verdrietig en verward. Maar het verhaal is wel eindelijk af. Zestien jaar zijn voorbij gevlogen. Mijn jongste zoon wilde na het boodschappen doen nog even naar het park. Hij wilde per se met mij. Ik liep met hem mee, hij met veel snellere passen, en ik voelde de wind in mijn gezicht. Meer dan ooit was ik me bewust van de lucht in mijn longen. Toen we naar de diertjes liepen zette ik haar lievelingsliedje van toen op, Saybia – The day after tomorrow. Mijn zoon zei er niets van dat er ineens muziek klonk. Hij wilde in de auto van de speeltuin zitten. Ik nam achterin de auto plaats en hij deed zijn handen om het stuur en deed alsof we de bocht om gingen. Ashley (1986-2019)

  • Backintime: 31 januari 2016

    Noël werd alweer drie jaar in 2016. Hier blaast hij de kaarsjes uit en kreeg hij een persoonlijk boekje, radio en een mooie tent!

  • Sneeuw

    Het zingt momenteel over heel Nederland: het sneeuwt. Dat het zingt – en dat doet het echt; iedereen heeft het erover – vind ik zelf eigenlijk best wel gek, want nog niet zo lang geleden vonden we het heel normaal dat het in de winter zo nu en dan wit werd. Enkele sneeuwstormen daargelaten keken we niet echt op van een vlokje hier en daar. Sinds we in het journaal worden doodgegooid met weerrecord na weerrecord echter (mogelijk zie ik een oorzakelijke verband dat er niet is), begint de paniek al als de temperatuur onder de nul uitkomt. In Friesland – maar tegenwoordig ook daar buiten – roept men direct om een rayonhoofden vergadering. Als er sneeuw valt of dreigt te vallen worden we direct om de bevroren oren geslagen met weeralarmen, thuiswerken en aangepaste dienstregelingen. Over dat laatste wil ik nog wel even zeggen. De NS probeert er natuurlijk nog wel iets leuks van te maken en laten de social media boys en girls op Twitter vrolijk zeggen dat het toch goed is om proactief te zijn. Maar we moeten ook niet gaan doen alsof er een nieuwe ijstijd is aangebroken. Om 1 tot 3 cm sneeuw besloot de NS – volgens beleid ook nog eens – om een aangepaste (lees 20 procent reductie) dienstregeling in te voeren. Ik had het logischer gevonden als er meer treinen zouden worden ingezet, zodat we niet met z’n allen over die gladde snelwegen hoeven. De rails zijn immers al glad van zichzelf en moeten bij deze ‘normale temperaturen’ en ‘normale hoeveelheden sneeuw’ toch gewoon van A naar B kunnen rijden, zou je zeggen. Het is eigenlijk onhollands om bij dit weer aangepast te gaan rijden en vooral een beetje truttig. De NS is bang voor slechte rapportcijfers als er een paar treinen iets later gaan aankomen en angst is nou eenmaal een slechte raadgever. Hopelijk levert de lacherigheid die NS en Prorail nu weer over zich afroepen eens lijdt tot introspectie. Mij rest deze middag helaas niets anders dan in een trein die wel rijdt naar buiten te kijken hoe de velden wit worden. #ns

  • Backintime: 20 januari 2014

    Noël ging, als aankondiging voor zijn eerste verjaardag, helemaal los tijdens de #cakesmash.

  • Backintime: 18 januari 2018

    18 januari 2018: de grote storm van 2018. Het treinverkeer lag volledig stil, mensen – onder wie ondergetekende – konden niet meer thuis komen. Gelukkig kwam ik in een zeldzame en propvolle bus vanuit Amsterdam toch nog in Utrecht.

  • Springen

    Noël deed mee aan een proefles trampolinespringen. We gingen allemaal kijken. Althans, Luna sliep in de draagdoek en Otis had thuis – ondanks hevige ontkenningen! – zijn broek al volgepoept. Ook toen hij een schone luier aan had, heeft hij geen seconden naar de ramen van de gymzaal gekeken. We zaten op best relaxte plaatsen, met uitzicht op de trampolines. In het begin werd er op een hele lange trampoline gesprongen en konden we het goed zien. Later gingen ze naar de hogere trampoline en zei Marjolein ineens: ‘kijk hij springt!’. Otis deed inmiddels een Lego-spelletje op de telefoon, wat weer een grote aantrekkingskracht had op een ander jongetje dat moest wachten. ‘Mag ik ook?’ vroeg hij zo’n dertig keer omdat Otis geen antwoord gaf. ‘Je mág nee zeggen he Otis,’ zei ik hem nog, maar ook toen kwam er geen reactie. Stiekem vond ik het ook niet echt nodig dat wildvreemde kinderen aan mijn telefoon zitten, maar dat zei ik er niet bij. Pas na tien minuten of zo ging het jongetje weer weg (hij droop af). Dat we onze eigen kinderen zo verpesten is tot daar aan toe, maar de kinderen van anderen mogen hun ouders lekker zelf doen. Een kleine vrouw – een meisje eigenlijk nog – had ons voorafgaand aan de les heel kort te woord gestaan; zij verzorgde ook de les en legde dus af en toe iets uit. Ze leek me het type dat als ze alcohol koopt maar beter haar ID-kaart bij de hand kon houden. Misschien kwam het omdat ze zo klein en tenger was maar ze leek niet eens zoveel ouder dan de kinderen aan wie ze les gaf. Noël was waarschijnlijk de jongste maar viel dankzij zijn lengte niet eens uit de toon. Ze moesten op de grote trampoline omstebeurt. Noël liet zich theatraal vallen op een mat. Wat dat betreft moet het wel haast de perfecte sport voor hem zijn: springen en daarna – als je klaar bent – naar de aarde storten alsof je spieren er ineens mee ophouden. Na afloop zei hij alleen ‘leuk’ op de vraag wat hij ervan vond. Ja, wat moet je er ook meer over zeggen; het is springen. #2019Noëlsporten

  • Winterstand voetbalvoorspelling: Bert aan de leiding

    Bert is de winterkampioen van het seizoen 2018-2019 bij de amateurs met 54 strafpunten. Hij heeft een kleine voorsprong op Maarten (56) en een royale voorsprong op Kasper en Gerrit (62). De voorspellingen zijn online te bekijken, klik hier! Kijk hieronder voor de stand na 17 speelronden: 1 Valentijn Driessen 46 2 Sjoerd Mossou 48 3 Wilfred Genee, Taco v/d Velde, Hugo Borst 52 6 Bert P., Jan-Joost van Gangelen 54 8 Maarten C., Kees Jansma, Jeroen Grueter, Hans Kraay Jr 56 12 Willem Vissers 58 13 Emile Schelvis 60 15 Kasper P, Gerrit v/d K. 62 17 Marjolein 64 18 Peter S. 66 19 Arno Vermeulen 68 20 Otis P. 88 21 Noël P. 126

  • Eerste Kerstdag liveblog (gesloten)

    00.37 Men gaat naar bed; Martijn stelt voor om negen uur te ontbijten. Er wordt met rotte eieren naar hem gegooid. May kan aanblijven als premier. Daarmee is de liveblog gesloten 00.20 Lenny ruimt een net niet leeg bierflesje op. Er vallen harde woorden. Het flesje wordt teruggezet 23.53 Luna ook wakker. Er is sprake van anarchie 23.40 Otis is wakker wegens dorst en wil nu definitief opstaan. Er wordt op hem ingepraat en als ik nog even zing gaat hij weer liggen. “Maar Martijn zong veel langer,” klinkt het verwijtend 23.23 Nieuw spel, The Game. “Het zijn rare kaarten” 23.19 Marjolein wint weer. Het is dus toch een geluksspel 23.17 “Oh we zijn nog steeds met hetzelfde spel bezig?” 21.48 Marjolein wint het spel in recordtempo. Ze moet direct door naar de dopingcontrole 21.47 “Volgens mij heb jij een gat in teen. Oh nee toch niet.” De alcohol begint z’n werk te doen 21.21 Tijd voor een spelletje Keezen. Lenny leest een boek. Ze doet ook mee met het spelletje maar lijkt dit niet te beseffen 20.10 Tiramisu en Top 2000 19.55 Een ‘incident’. Onder bedreigende teksten eisen de buren een spel kaarten om te klaverjassen. Om bloedvergieten te voorkomen wordt op de eis ingegaan 19.05 Men is klaar met eten. Er wordt verbouwereerd gekeken naar de resten van waar ooit de maaltijd werd opgediend 19.27 Noël en Otis gaan naar bed. De oordoppen kunnen uit 18.30 De jus is op. Er klinkt boegeroep en anderen beginnen te huilen 18.22 Lenny houdt Luna vast als garnaal en vindt het gek dat ze blijft huilen; Bert snijdt de rollade aan 18.19 Demensen in de keuken schreeuwen naar demensen aan tafel 18.17 Er worden recepten uitgewisseld voor eten dat wél lekker is 18.13 “Kan er iemand naar het eten kijken?” Iedereen springt op om als eerste naar de verpieteren aardappelen te kunnen gluren 18.01 De pastijtjes zijn klaar 17.59 HONGER!!! 17.40 Opnieuw telefoon. Iemand vraagt om een mop. Waarschijnlijk verkeerd verbonden 17.23 Bert wint het spel. Er wordt geklaagd bij de VAR. Afgewezen. De uitslag blijft staan 17.13 Yes! Eindelijk wijn 17.03 Luna is wakker en hoort iets over drinken 17.01 Al een over vijf en nog altijd niets fatsoenlijks te drinken 16.54 Otis wil ook een piano. De kamer blijkt een prachtige acoustiek te hebben 16.47 Discussie in het spel. Martijn pakt geïrriteerd de spelregels en zegt “ssst” 16.45 Noël speelt de zesde symfonie van Beethoven op de piano 16.19 De telefoon gaat. Of we pannenkoekenbeslag hebben. NEE HAD JE ZELF MAAR MOETEN KOPEN 16.15 Een spelletje doen. Na drie uur uitleg kunnen we beginnen 15.55 Bert z’n kerstpuzzel is verstopt 15.44 “De lamp is kapot. Kan iemand in de berging kijken, Bert?” 15.38 “Ik wil niet op social media,” aldus moeder L. in een liveblog 15.31 De eerste fles wijn is geopend met als smoesje dat het door de rolladejus moet voor de smaak 15.25 Lenny begint aan de rollade maar weet niet hoe lang de rollade op moet staan. Iemand oppert om de marktslager te bellen om het te vragen. Weer iemand anders gaat serieus op dat voorstel in 15.13 Otis wil een spelletje doen dat we niet kunnen vinden; Noël gaat buiten fietsen 14.10 We komen onderweg buren tegen. Verrassend want we zijn ver van mijn ouders’ huis 14.06 De drie wijzen staan ons op te wachten als we de bus uitstappen. Het gaat direct alweer over hondenpoep 14.03 De man met de sjoelbak stapt uit de bus en raakt daarbij de bovenkant van de bus 13.54 Er staat een man met een sjoelbak bij de bushalte 11.56 Een vrouw kijkt bijzonder chagrijnig naar ons omdat we hardop praten. We zitten in een praatcoupé 10.19 We trekken de deur achter ons dicht voor een barre tocht naar Groningen. Hopelijk lezen er geen boeven mee 8.50 Kerstontbijt met het gezin. Noël roept dat de kerstboom worstenbroodjes aangebrand zijn en weigert te proeven. Otis herhaalt wat z’n broertje zegt en wil ineens ook niet meer. De eerste scheldwoorden gaan over tafel. Het voelt nu echt als kerst 8.00 De wekker gaat. De liveblog is gestart

  • Dagje in de stad

    In het winkelcentrum zou een kerstmarkt zijn. Er stonden inderdaad enkel kraampjes opgesteld in de gangen, maar de meeste waren nog leeg. Als er wel wat in lag, waren het toastjes (Aldi), folders (visboer), of appelflappen (Albert Heijn). Kerstspullen, lagen er nauwelijks. Noël en Otis, hadden hun zinnen gezet op de Intertoys. Luna was vanuit de draagdoek aan het rondkijken, en ik liep achter de jongens aan en riep dingen als ‘alleen kijken met je ogen’ en ‘ja maar jij wil alles wel hebben voor je verjaardag’. Toen er een prijsbordje met step omviel heb ik ze gesommeerd de winkel te verlaten. We moesten nog even wachten op de bus, dus ik deed met mijn beste ‘ik heb geld nodig’ blik, net alsof ik geld moest pinnen in het ING-kantoortje naast de bushalte. Het was nog niet eens zo zeer de kou, maar vooral de harde wind. Zo’n twintig minuten later stonden we in de Sint Jan en volgden de bordjes ‘kerststal’. Toen we weer buiten stonden snapte Otis er niets van: ‘waar was nou die stal?’. Noël had binnen vooral gebiologeerd naar Jozef en Maria gekeken die wat houterig bewogen boven de lege kribbe. Hij vond de os megagroot en levensecht. Er lag ook een poes voor, die was ook niet van echt te onderscheiden, maar alleen de mensen bewogen. Onder koorgezang met het kerstliedje ‘The first Noël’, dat uit de boxen van de Sint Jan kwam, verlieten we de kerk. ‘Ze zingen jouw naam!’, zei ik, maar dat maakte geen indruk. Op de parade stond een grote kerstboom en hoewel Joris met z’n boom er niet was dit jaar, hadden mensen er toch maar kaartjes en ballen met overledenen in gehangen. Je weet maar nooit. De schaatsbaan was ronduit nat en er stond een tube baan, waarin je in een band van een helling kon glijden. Alles kostte geld. De draaimolen, de achterste attractie was zelfs 2 euro 50 per kind. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om nee te zeggen. Otis was bovendien al zowat in de paarse bus gestapt. Noël klom op een fiets; iets wat hij thuis ook gratis kan doen. We liepen terug naar de in-/uitgang van het winterfeest, waar op het podium inmiddels iets stond te gebeuren. Er klonk muziek en een jongen liet tegen betaling twee negerzoenen in zijn gezicht gooien. Het geld ging naar Serious Request. Noël en Otis keken er naar, maar ze snapten de lol er niet van. Misschien vonden ze het zelfs zonde van het eten. Luna was inmiddels wakker geworden van de harde wind die vooral op de Parade voelbaar bleek. Terwijl Noël nog rondkeek of hij ergens eten kon ritselen, trok ik ze mee naar de volgende bestemming: het overdekte winkelpleintje even verderop. Er staat een kleine glijbaan met een tunnel. Succes gegarandeerd. Ik hoopte dat Luna daar nog wel even rustig verder kon slapen, maar er bleek een glitterauto (met donkerblauw nummerbord) midden op het plein te staan. Er kwam keiharde muziek vanaf. Nu ik dit typ vraag ik me af hoe die auto daar kwam, want het plein ligt in een soort gigantische zitkuil onder de winkels. In de auto stond een DJ uit het dakraam te draaien aan knopjes. Na een nummer wat dit jaar in de hitlijsten heeft gestaan – vermoed ik althans – volgden enkele kersthits. Onder andere ‘All i want for christmas is you’ kwam voorbij. Er stonden ook twee statafels met koffie en een gigantische opblaas-Sara bij. Er was iemand, zo te zien van de Albert Heijn, 50 geworden. Luna werd ondanks het lawaai niet wakker en Noël en Otis – met de aandachtsspanne van een kip – hielden het verrassend lang vol. Via de H&M, waar we een kerst trui en -shirt, kochten, liepen we naar de bibliotheek. Op de markt was Luna opnieuw door de wind wakker geworden. In de bibliotheek was het windstil en aan de warme kant, maar het was al te laat: ze was wakker. Noël installeerde zich voor een televisie waar je eigenlijk een koptelefoon bij moet vragen, maar die je alleen mee krijgt met een biebpasje. Zonder geluid bleek de televisie ook interessant. Otis had boven nog voor ik mijn jas had uitgedaan een straat gemaakt. Auto’s waren er echter niet, dus hij stond een beetje beteuterd bij zijn straat. Ja en wat nu? Luna had ik inmiddels uit de draagdoek gehaald en werd nu aan alle kanten bewonderd. ‘Kijk een baby’, zei een moeder enthousiast naar een meisje van een jaar of twee. Ik zat wel goed in mijn paarse stoel, maar toen ik heel even opstond om bij Otis te kijken was ik direct mijn zitplaats kwijt. Luna begon steeds onrustiger in mijn armen te bungelen en te happen. ‘Ze heeft dorst zeker’, zei dezelfde moeder. Ja ja, wrijf het er maar in. In een vloeiende beweging kreeg ik haar weer terug in de draagzak geslingerd. In een keer goed. Ik appte Marjolein dat ze waarschijnlijk honger had. Otis, Luna en ik gingen met de lift. Noël was met de trap. We kwamen precies tegelijk beneden aan. Nou dat was toch leuk zo met z’n drietjes in de stad? Toen ik het zei besefte ik dat ik me verteld had.

  • Jozef

    Noël was vanochtend Jozef tijdens het kerstspel in de klas. Zijn oude vriendin was Maria. Elk jaar geven de kinderen van de kleuterklas op de laatste dag voor de kerstvakantie een voorstelling aan de ouders. Het gaat, hoe kan het ook anders, over de geboorte van Jezus. Vorig jaar was Noël een ezel, hoewel ik had onthouden dat hij toen schaap was. De ezel had geen tekst, maar ook Jozef bleek verrassend weinig te zeggen. Vorig jaar moesten de kinderen voor mijn gevoel sowieso meer zelf praten; dit jaar was het vooral de juf die de teksten voorlas van een papiertje. Jozef mocht een mooi bruin pak met mantel aan en had een grote wandelstok. Hij ging met Maria de herbergen af en belandde uiteindelijk in een stal (enfin je kent het verhaal). Eenmaal in de stal moest Jozef vooral stil zitten. Stil zitten bleek niet Jozef z’n sterkste kant. Tot overmaat van ramp was hij ook nog zijn stok kwijt geraakt. Terwijl Maria het baby’tje in ontvangst nam en hem liet vallen (de hele klas lag daarop in een deuk, stiefvader Jozef voorop) was Jozef onder en achter het decor aan het zoeken naar zijn stok. Die bleek inmiddels in het bezit van één van de herders die kado’s kwam brengen voor het pasgeboren kind. Daarna had Jozef ook nog commentaar op de ster die naar zijn mening te laag aan de hemel hing. Typisch Jozef om daar een van de engelen luid verstaanbaar op aan te spreken. Het kerstspel was ondertussen nog in volle gang; de herders waren aan het slapen met de schapen of zo. Een andere engel bleef maar vragen of haar vader ook kwam kijken. Juf zei eerst nog dat hij zo wel zou komen, maar dat bleek ijdele hoop toen na een buiging en een flink applaus de voorstelling afgelopen was. De kinderen keken trots en tevreden de klas rond. Jozef en de anderen mochten nog even gaan zitten voor de foto. Net als tweeduizend jaar geleden. #2018

  • Voetbal

    We gingen voetballen, mijn zoons en ik. Uit de schuur werd het doeltje gehaald dat mijn jongste zoon had gekregen voor zijn verjaardag. Ze wilden per se in de tuinvoetballen terwijl er twintig meter verderop in het park een prima ‘echt’ voetbalveldje ligt. Mijn zoons hadden allebei een FC Barcelona-shirt aan. De oudste het thuisshirt uit 1999 met achterop Overmars. De jongste had een geel-rood uit-shirt van Messi, van een paar jaar terug. Behalve het doel moest ook het grasveldje neer worden gelegd. Voor het zwembadje dat we afgelopen zomer kochten had ik het nepgras gekocht, als zachtere ondergrond, maar het wordt nu al voor de tweede keer gebruikt om te voetballen. We hadden alle ballen – behalve de groene bal want die is lek – verzameld en ze werden omstebeurt op goal geschoten. Mijn oudste zoon schoot best hard, maar aan precisie ontbrak het. Nadat de bal vier keer in het net belandde hield de oudste ineens op met schieten. Hij pakte uit de schuur een enorme bezem en zei dat het veld geveegd moest worden. Typisch Overmars. Toen hij merkte hoe groot de bezem was in vergelijking met hemzelf – Overmars is zoals je wellicht weet vrij klein – wilde hij het klusje toch maar aan mij overlaten. Hij wilde de bezem overhandigen, maar ik bedankte. “Laten we voetballen,” zei ik. “We zijn net begonnen.” Zijn concentratiespanne had de vijf minuten niet overleefd. Omdat hij zelf toch ook niet meer wilde vegen sjokte hij naar binnen. De jongste vond de bezem ook wel interessant en probeerde er mee wat blaadjes van de stenen te vegen, hoewel hij het ding nauwelijks kon vasthouden. Toen dat uiteraard niet lukte liet hij het gevaarte – per ongeluk – los; de bezem kwam precies om mijn tenen terecht. Ik gaf hem een stoffer en blik; dat is veiliger. Geduldig begon hij blaadjes op te vegen, die we vervolgens in de biobak deden. Messi deed dat zeer geconcentreerd maar niet echt effectief. De helft van wat de blaadjes viel naast de biobak op de grond. Het is de gedachte zullen we maar zeggNa nog eens tien minuten was ook de lol van dit spelletje af. Ik mocht het gras weer oprollen, het doel terug in de schuur. Ja, echte voetballiefhebbers zijn het wel.

  • Bezem

    We gingen voetballen, mijn zoons en ik. Uit de schuur werd het doeltje gehaald dat mijn jongste zoon had gekregen voor zijn verjaardag. Ze wilden per se in de tuinvoetballen terwijl er twintig meter verderop in het park een prima ‘echt’ voetbalveldje ligt. Mijn zoons hadden allebei een FC Barcelona-shirt aan. De oudste het thuisshirt uit 1999 met achterop Overmars. De jongste had een geel-rood uit-shirt van Messi, van een paar jaar terug. Behalve het doel moest ook het grasveldje neer worden gelegd. Voor het zwembadje dat we afgelopen zomer kochten had ik het nepgras gekocht, als zachtere ondergrond, maar het wordt nu al voor de tweede keer gebruikt om te voetballen. We hadden alle ballen – behalve de groene bal want die is lek – verzameld en ze werden omstebeurt op goal geschoten. Mijn oudste zoon schoot best hard, maar aan precisie ontbrak het. Nadat de bal vier keer in het net belandde hield de oudste ineens op met schieten. Hij pakte uit de schuur een enorme bezem en zei dat het veld geveegd moest worden. Typisch Overmars. Toen hij merkte hoe groot de bezem was in vergelijking met hemzelf – Overmars is zoals je wellicht weet vrij klein – wilde hij het klusje toch maar aan mij overlaten. Hij wilde de bezem overhandigen, maar ik bedankte. “Laten we voetballen,” zei ik. “We zijn net begonnen.” Zijn concentratiespanne had de vijf minuten niet overleefd. Omdat hij zelf toch ook niet meer wilde vegen sjokte hij naar binnen. De jongste vond de bezem ook wel interessant en probeerde er mee wat blaadjes van de stenen te vegen, hoewel hij het ding nauwelijks kon vasthouden. Toen dat uiteraard niet lukte liet hij het gevaarte – per ongeluk – los; de bezem kwam precies om mijn tenen terecht. Ik gaf hem een stoffer en blik; dat is veiliger. Geduldig begon hij blaadjes op te vegen, die we vervolgens in de biobak deden. Messi deed dat zeer geconcentreerd maar niet echt effectief. De helft van wat de blaadjes viel naast de biobak op de grond. Het is de gedachte die telt zullen we maar zeggen. Na nog eens tien minuten was ook de lol van dit spelletje af. Ook de tweede ‘voetballer’ ging weer naar binnen. De wedstrijd werd verder afgelast.

  • Zaterdag

    Ik had Noël beloofd dat we zaterdag gingen fietsen. Hij wilde heel graag zelf bepalen waar we heen reden. Dat mocht, zolang hij het maar vooraf bij mij aangaf wat hij zou gaan doen middels de commando’s: rechtdoor, links of rechts. En zolang we maar over de fietspaden gingen. We gingen dus eerst links en daarna twee keer rechtdoor. Na ‘de oranje winkel’ gingen we weer links en toen rechts-links. We waren al bijna bij het L-bruggetje – dat zo heet omdat L, een vriendinnetje van school, hier vlakbij heeft gewoond – toen ik doorhad waar we heen gingen. Jawel, we gingen linksaf, over het L-bruggetje, rechtdoor bij de drie stoplichten en daarna nog een keer rechtdoor bij weer een stoplicht een eind verderop. Daarna weer over een brug, bij de rotonde naar links. We waren al in de Rijnstraat, de eerste straat waar geen los fietspad licht. Maar ik maakte me inmiddels geen zorgen meer. Noël fietste keurig rechts en nam ook de bochten netjes. We kwamen voorbij het Rivierenplein en reden tot mijn verbazing school voorbij. Ik moest goed mijn best doen om Noël tot stoppen te manen. “Je wilde toch naar school fietsen? We zijn al te ver.” Oh, bracht hij uit en hij kwam tot stilstand. Over de stoep fietsten we een aantal meter terug. Bij school poseerde hij trots met zijn fiets voor het dichte hek voor een foto. Op het schoolplein waren twee mannen in de weer met een kleine graafmachine. “Je wilde naar school fietsen omdat ik had gezegd dat je daarvoor eerst nog moest oefenen zeker.” Ja, dat was zo. “Volgende week vrijdag zullen we naar school fietsen,” zei ik. Aan hem zal het niet liggen, maar die verdomde weg is zo druk. Het hield me tot nu toe tegen. Was het maar altijd zo rustig als vandaag, dacht ik daarna. We stapten weer op de fiets. Nu met bestemming de tuinwinkel; want daar hebben ze kersthuisjes. #2018 #fietsen

  • Intocht

    De jongens wilden graag naar de Sinterklaas intocht en het was mooi weer, dus we gingen. Wel met de bus, want koud was het wel. Helder, zonnig ook, maar koud. Hoewel de kou – zeker als je in de zon stond – ook nog wel meeviel. De bus was precies op tijd maar toen we van de bus naar de brug liep waaronder de boot aan zou komen hoorden we al opvallend veel lawaai. Toen we dichterbij kwamen liepen de eerste mensen al weg bij de kade. Er stond al een boot en er kwamen pieten af. Een commentator klonk uit de luidsprekers; uit zijn tekst begreep ik dat Sinterklaas al voet aan wal had gezegd. We liepen de brug op en omdat er al veel mensen waren doorgelopen naar de route, konden we nog net een glimp opvangen van de boten. ‘Geen stoomboot,’ wist de oudste meteen. Hij keek er zeer kritisch bij, maar hij had er ook wel direct een verklaring voor. ‘Ze zijn vast overgestapt op deze.’ Nog weer een paar meter verderop begon de route dan echt. Verderop leek er een trechter te zijn als je door wilde lopen dus ik besloot er op te wagen dat we op deze hoek nog iets konden gaan zien. Ik tilde om de beurt Otis en Noël op, maar er gebeurde – behalve een piet die boven op een andere piet klom – nog niet veel. Noël was bovendien niet tevreden met de gevonden plekken. ‘Ik zie zo niets.’ Wat hij eigenlijk bedoelde was: ik krijg zo geen snoep. Omdat de stoet nog niet echt was begonnen, besloot ik dat we toch maar moesten proberen wat verder te gaan staan. We slopen de trechter in en kwamen al enkele meter later bij een stukje dun bezaaide route aan. Ik kon Noël bij het hek krijgen en ging achter hem staan met Otis op m’n armen. De eerste pieten kwamen in beweging, sommigen met zakken pepernoten en suikergoed. Noël hield zijn armen langs zijn lichaam en keek onzeker om zich heen. Al meerdere pieten waren net voor hem gestopt met uitdelen of pas na hem begonnen. Toen er weer eentje precies Noël oversloeg, zo’n beetje de eerste keer dat hij z’n hand had uitgestoken, barstte hij in tranen uit en kwam hij op me afgelopen. De plek was te krap en hij kreeg niets, snikte hij. Blijven proberen, gaf ik hem als een volleerde pietencoach mee. Arm strak vooruit, blik vastberaden en gewoon vragen. Bij de volgende piet was het zowaar meteen raak. Hij kreeg een hand vol met pepernoten en één tumtummetje. Hij goot alles in mijn jaszak. ‘Wil je niet een pepernoot?’, vroeg ik verbaasd. Nee, hij wilde alles voor thuis bewaren. Toen zag ik sinterklaas de hoek om komen. De kinderen zagen net niet hoe de schimmel wild heen en weer bewoog en de Sint zijn mijter verloor. Ik vreesde even dat hij er helemaal vanaf zou vallen maar dat gebeurde niet. De geschrokken goedheiligman werd weer recht gezet en kwam met enige vertraging alsnog langs ons plekje. Noël had er weinig oog voor, want Sinterklaas geeft geen snoep. Handje voor handje werd mijn jaszak gevuld. Er verscheen een glimlach. Het zelfvertrouwen kwam ook weer terug. Otis, nog altijd op mijn arm, vond het allemaal prachtig. In het snoep was hij nauwelijks geïnteresseerd, maar hij zag heel veel pieten en – volgens hem – een hulpsinterklaas op een paard. Toen de laatste piet voorbij was, liepen we verder, richting de zon. Ik had al een plek in gedachte, waar we de stoet nog een keer langs zouden zien lopen. #2018 #Sinterklaas

  • Leren fietsen

    16:15 Noël, Otis en Lumen willen naar buiten. Het is mooi en helder weer. Eerst wordt de goal buiten gezet maar niet veel later volgen de fietsen. Otis en Lumen op de houten loopfietsjes, Noël pakt zijn eigen grote fiets waar ik in augustus de zijwieltjes vanaf heb gehaald. Sinds toen heeft hij er niet meer op gereden. 16:20 Ik ga met ze mee naar het park. Noël heeft al laten weten dat hij vandaag echt wil fietsen, maar nog niet op de steentjes ‘want dat is te hobbelig’. We gaan naar het park, waar de wegen (volgens Otis zijn het overigens geen wegen maar paadjes, want er mogen geen auto’s rijden) geasfalteerd zijn. Noël wil dan nog een stukje verder want hij wil geen bochten nemen, ook al zijn het hele flauwe. We komen bij het rechte stuk parallel aan de kabelbaan en nu wil hij wel proberen te fietsen. Ik moet hem wel vast blijven houden en op gang duwen. Als ik stiekem al een beetje los wil laten wordt hij boos. ‘Vasthouden!’ 16:29 Noël heeft zijn eerste rondjes gereden door het park. Ik moet hem wel vast blijven houden (dat is dus rennen geblazen!), maar hij gaat al wel door de bochten. Bij het eerste rondje raakt hij nog af en toe van het pad en belandt in het bebladerde gras. Opeens zegt hij vol zelfvertrouwen dat ik hem los mag laten op het rechte stuk. We spreken af dat hij het moment bepaald. Als er een beetje snelheid in zit commandeert hij: ‘loslaten’, ik wacht nog twee tellen tot het evenwicht beter voelt en laat los. Hij fietst zo weg. 16:31 Inmiddels aardig afgepeigerd probeer ik Noël bij te houden. Na een eerste stukje los, volgt direct een tweede wat langere stuk en de volgende keer duw ik hem weg en zie ik hem in de verte verdwijnen. Ik ren er achter aan om te kijken of hij wel op het juiste moment weet te stoppen. 16:34 Ik probeer een eerste filmpje te maken van een fietsende Noël. De camera staat echter nog gedraaid en ik film mezelf. 16:35 Eerste bewegende beelden van een fietsende Noël. Ik moet hem nog wel op gang duwen. 16.37 Ik leg kort uit hoe hij zich af moet zetten zodat hij zelf weg kan rijden. Noël zet zich af en rijdt zelf weg. 16:39 Op verzoek van Lumen maak ik een foto van ‘hele mooie wolken’: 16:52 Noël fiets de heuvel op, vanuit stilstand brengt hij zichzelf in beweging. In een paar seconden is hij bij de top. Filmpje:

  • Naar het voetbal

    Vak UU, rij 42, stoel 87 en 88. Het was dinsdagavond. Het waaide hard en regende, maar we waren net binnen, een dikke twintig minuten voor de wedstrijd zou beginnen. Een week eerder hadden we een kaart gekregen, zogenaamd van Phoxy, omdat hij Noël zo mist. Blijkbaar was de administratie bij PSV weer eens niet op orde – dat was al eens eerder gebeurd – en was Noël per ongeluk uitgeschreven. Als we lid bleven kregen we twee kaarten voor het bekerduel PSV – RKC. Rij 42 bleek bijna bovenaan. Mijn zoon wilde eigenlijk nog wel hoger, rij 44 was bij de achtermuur. ‘Wat zijn die spelers aan het doen’, vroeg hij over de warmlopende spelers. Ik vertelde wat over dat het belangrijk was warm aan de wedstrijd te beginnen toen we Phoxy bij de cornervlag rek- en strekoefeningen zagen maken. Daarna gaf hij handjes aan kinderen op de eerste rij van de Noordtribune. Mijn zoon was jaloers. ‘Maar zij zitten wel in de regen,’ probeerde ik nog terug. Ik vertelde er maar niet bij dat we bij het betreden van het stadion Phoxy op minder dan een meter waren gepasseerd. De opstelling was geweest – PSV speelde met een volledig ander elftal – en er begon een lichtshow. Met half open mond keek mijn zoon naar het veld, dan weer fel verlicht, dan weer op standje dim. Gigi d’Agostini klonk uit de speakers. ‘Er zijn wel veel lege plekken he’, zei mijn zoon. Dat klopte. We zagen vooral veel rode stoeltjes; en enkele witte stoeltjes. Op dat moment wilde mijn zoon ook eigenlijk liever een wit stoeltje. Mijn zoon is vijf jaar en niet snel tevreden. Er werd afgestapt door PSV. In een paar tikken was de aftrap omgetoverd in een aanval. Mijn zoon, nog rondkijkend, mistte dat de bal al in het net lag. 1-0. Toen de wedstrijd amper tien minuten bezig was zei hij voor het eerst ‘ik wil naar huis’. Ik keek hem meewarig aan. ‘We zijn er net, we gaan nu niet naar huis.’ We waren inmiddels naar de bovenste rij verhuisd omdat daar toch niemand zat. We hadden al vijf identieke stoeltjes uitgeprobeerd voordat er eentje werd goedgekeurd. Nadat hij een zitplaats had gevonden stond hij op en ging hij sprintjes trekken langs stoeltjes. ‘Maar ik heb honger,’ zei hij; nog geen uur geleden had hij zijn friet met frikandel niet eens opgekregen. Ik probeerde zijn aandacht, met wisselend succes, terug te leiden naar de wedstrijd. ‘Waarom spelen ze eigenlijk niet met twee voetballen?’, vroeg hij. ‘Dan kunnen beide teams toch makkelijker scoren?’ Daar was natuurlijk niets tegenin te brengen. Onder onze tribune zagen we RKC, na een snel en kort genomen hoekschop, scoren. Mijn zoon – die bang was dat ik het niet had gehoord – vertelde nog een paar keer dat hij honger had en naar huis wilde. Hij had het eerste half uur dat we er waren heel geïnteresseerd van alles gevraagd over wat hij in het stadion zag, maar het geduld was nu op. Bovendien was het idee van het bezoeken van de wedstrijd voor hem eigenlijk al voldoende. Het regende intussen nog harder dan toen we naar het stadion waren gelopen. Mijn zoon had al vier kinderen spot die bij hem op school zaten. ‘Kan je dat zien van deze afstand?’, vroeg ik toen hij ze aanwees, vele rijen onder ons, niet veel meer dan een grote stip. ‘Ja dat zie ik aan de muts. En bij dat jongetje aan zijn jas.’ Het rustsignaal klonk. Hij wilde echt naar huis. In een verlaten trappenhuis liepen we naar beneden. ‘Over een paar jaar mag Otis ook mee he?’, vroeg hij toen we weer buiten stonden. Ja dat mocht. #2018 #voetbal

  • Man, sla je ogen neer

    Het was begin van de avond. We waren op de weg terug van het voetbal (PSV – RKC); het was lekker rustig in de trein want we waren in de rust al naar huis gegaan (zoon had honger en de aandachtsspanne van een vis). Mijn zoon deed een Lego-spelletje op mijn telefoon, waardoor ik genoegen moest nemen met een achtergelaten Metro. Het stond vooral vol met grote stockfoto’s en een groot artikel over hoe goed Max Verstappen wel niet is. Op de laatste bladzijde viel mijn oog op een lezerscolumn, ‘Man, sla je ogen neer’. Amée beschrijft daarin een voor haar traumatisch voorval van afgelopen augustus. De mannelijke helft van een ouder echtpaar bekijkt, zittend in de tram (terwijl zijn vrouw nota bene naast hem zit!) Amée van top tot teen. Ook als de man uitstapt kijkt hij haar nog even na. Thuis voelt Amée ‘walging’ en ‘pure onmacht’. Ze had willen zeggen ‘hoe durf je je smerigste gedachtes zo open en bloot tentoon te stellen’. Voor de duidelijkheid, de man had haar alleen aangekeken en bekeken. Net zoals zij de man had aangekeken overigens, hoe wist ze anders dat ze werd bekeken? Dus nog even voor de duidelijkheid: de man had niet gefloten, geprobeerd foto’s te maken, onder haar rokje gepoogd te spieken, haar iets nageroepen, noch had hij haar een oneerbaar voorstel gedaan. Als ik vroeger – en nog steeds heb ik dat gevoel wel eens – werd aangekeken dacht ik niet dat de ander me als lustobject zag. Ik dacht vooral: zit mijn haar wel goed (toen ik nog haar had), heb ik wel kleren aan, vindt hij/ zij mij lelijk, heb ik nog eten op mijn gezicht, staan mijn kleren hem/ haar niet aan, zou ik hem/ haar ergens van moeten kennen? Kortom, ik dacht van alles, maar niet dat ik uit elkaar zou worden getrokken, als er nu geen andere mensen bij zouden zijn. ‘Hoe halen ze het in hun hoofd om hun lust zó aan mij op te dringen’, vraagt Amée. Ik zou de vraag graag om willen draaien: hoe haal je het in je hoofd dat de man jou uit lust bekeek? Dat je ‘wordt gezien als niks anders dan vlees en bloed, gegoten in vrouwelijke vorm’, zit volledig in je hoofd. Wellicht ben je in de war geraakt door de #metoo-discussie. Of je hebt ooit een nare ervaring met mannen gehad en projecteert die nu op mannelijke helften van oudere echtparen. Hoe heb je je vriend ‘aan wie je dit nooit kan uitleggen’ versierd? Of hij jou? Heb je hem lang en indringend aangekeken, of hij jou? Had hij daarvoor je uitdrukkelijke toestemming gevraagd? En waarom keek je zo veel naar de mannelijke helft van dat oudere echtpaar in tram 24? Had jij ook niet je ogen moeten neerslaan? Ik zou bijna willen zeggen: hoe haal je het in je hoofd om je eigen frustraties met de mannelijke medemens zo bot te vieren op een man in de tram, van wie je niets weet? Hoe weet je zo zeker dat hij je aantrekkelijk vond? En weet je eigenlijk wel zeker dat hij je kleren niet gewoon heel lelijk vond. Of dat je haar heel gek zat? Of ja, zat er echt niet nog een restje pindakaas op je wang waar hij naar keek? #2018

  • Down to earth

    De opmerking ‘he was down to earth’, gelezen op de website van de BBC, was misschien wel de mooiste, de meeste cynische. Dat ‘down to earth’ nam de Thaise eigenaar van Leicester City, Vichai Srivaddhanaprabha, zaterdagavond overigens wel erg letterlijk. Zijn helikopter, die een half uur na de wedstrijd opsteeg vanaf de middenstip, crashte enkele seconden later. Een grote vuurbal net buiten het stadion was het gevolg. Alle vijf de passagiers, onder wie de eigenaar van Leicester City dus, verongelukten zo werd een dag later bekend. Srivaddhanaprabha kocht de club – toen nog uitkomend in de Championship in 2010 voor vijftig miljoen euro en pompte er daarna nog heel wat eigen geld in. In 2016 – twee jaar eerder was Leicester gepromoveerd – verwachtte iedereen opnieuw een strijd tegen degradatie; we weten inmiddels hoe het afliep: als een sprookje. Het onmogelijke gebeurde: het kleine Leicester behaalde het kampioenschap dankzij spelers zoals Mahrez en Vardy. Het moet wel haast een van de mooiste moderne voetbalverhalen zijn. Aan het sprookje werd zaterdag een onverwacht nieuw hoofdstuk toegevoegd. Down to earth is natuurlijk een gekke kwalificatie voor een miljardair die een voetbalclub koopt en zich per helikopter van een voetbalwedstrijd laat oppikken. Het was, zo lees ik overal, zo’n betrokken man, iemand met een hart voor de club, maar down to earth vind ik een gekke kwalificatie. Het is wachten op een goede documentaire, of sportboek, die Leicester City in haar gloriedagen beschrijft. Van het kampioenschap tot aan de crash. Ik voorzie over een paar jaar dat we terugblikken. ‘Het is nauwelijks voor te spellen, maar Leicester – dat uitkomt in de zesde divisie – stond tien jaar geleden nog aan de top in de Engelse competitie. We weten het allemaal nog: de oneindig lijkende reeks overwinningen. De mensen die een gokje hadden uitstaan op de titel van hun clubje. De presentatie van Gary Lineker in Match of the Day in z’n onderbroek. En twee jaar later, de helikopter die neerkwam. Het is wellicht een goede les. Een les in hoe we alles kunnen kopen, zelfs een voetbalclub en een kampioenschap. Maar het belangrijkste, onze gezondheid, blijft broos. Ook als je vier miljard euro op de bank hebt.’ Zelfs een goede schrijver kan het allemaal niet bedenken. #voetbal

  • Arnold Braamhorst (1947-2018)

    Een appje van mijn moeder. Een foto van een krantenbericht, zwart omlijnd: Pieter Arnoldus Braamhorst, overleden 17-10-2018 te Winschoten. Of dat niet… ja dat is, was, mijn oude damleraar. Arnold bracht mij – en mijn clubgenoten – overal naar toe in zijn karakteristieke rode auto. Begin jaren negentig kwam ik via mijn buurjongen Hylke terecht bij de Damclub Groningen. Er waren veel oude mannen, maar voorafgaande aan de clubavond was er een uurtje jeugddammen. Ik had niet veel beters te doen en vond het wel prettig om bij een club te horen. Arnold was de jeugdleider. Hij gaf ons boekjes met ‘damproblemen’ die we dan zelfstandig mochten oplossen. Aan het eind van de les – en dat was eigenlijk het enige leuke – mochten we partijtjes spelen. Jarenlang verloor ik trouw alles wat ik speelde zonder er ook maar iets slechter van te worden. Van positiespel had ik nog nooit gehoord. In de oefeningen ging het alleen maar om zetjes. Ik was daarom allang blij als ik ondanks een nederlaag een zetje had gezien in de stelling en die succesvol had uitgevoerd. Ook al kostte het me twee stenen meer dan het me opleverde. Vele jeugdleden kwamen en gingen. Ik bleef als een van de weinigen hangen. Ik ging mee naar eindeloze zaterdagen voor wedstrijdjes in Warffum, Sneek en soms zelfs in Harderwijk of Culemborg. Ik ging – tenzij ik echt niet kon – wel mee. Arnold reed ons altijd. Moesten we op onze vrije dag om 8 uur klaar staan en dan reden we langs nog vier adressen in Groningen en plaatjes in de buurt om alle andere clubleden op te halen om uren later in een muf zaaltje aan te komen, vol met tafels en damborden. Zoals gezegd, verloor ik meestal, maar ik ging na een aantal jaar ook wel eens winnend van tafel. Het was vanzelfsprekend – maar dat was het natuurlijk niet – dat Arnold ons bracht, haalde en moed in sprak. Hij organiseerde trainingen voor ons, bezocht kampioenschappen van de senioren en nam ons mee om te zien hoe dat er aan toe ging. Begin deze eeuw ging ik het spelletje iets meer zien. Ik was absoluut geen natuurtalent, maar ik kon ineens aardig mee met de jeugd van mijn leeftijd en iets de iets jongeren. In 2002 werd ik zelfs, na enkele verrassende overwinningen, kampioen van Groningen bij de junioren. Samen met mijn topscorerstitel in de competitie zou het mijn beste prestatie blijken. Ik mocht zo nu en dan meedoen met het eerste en speelde in de provinciale competitie (die ook werd gewonnen) vrijwel alle of alle wedstrijden mee. Arnold wist denk ik ook wel dat ik het talent niet had om een echt goede dammer te worden, maar aan zijn tijdsinvestering was dat niet te merken. Hij mopperde wel eens op de jeugd die stuk voor stuk gedurende hun tienerjaren afhaakte ten faveure van andere hobby’s en interesses. Ik was (samen met nog één andere speler) de enige die bleef. Echt praten gebeurde overigens zelden. Ik kan me eigenlijk geen echte gesprekken met hem herinneren. Hij had wel altijd hele monologen over het dammen of andere avonturen die hij had beleefd. Dat overigens zonder al te veel over zichzelf los te laten. Dat hij actief was geweest voor de PvdA is zowat het enige dat ik over zijn privéleven te weten ben gekomen. In de jaren die volgden ging DC Groningen samen met DG Het Noorden. Niemand was daar echt blij mee, maar het kon niet anders: financieel en qua leden zat de club in zwaar weer. Er kwam een gezamenlijk tweede team dat landelijk ging spelen. Ik werd captain en mocht zodoende de opstelling bepalen. In veel van mijn damherinneringen, zo niet bijna alle, speelde Arnold een rol. Zonder schroom sprak hij wereldkampioenen Alexander Georgiev en Ton Sijbrands aan tijdens toernooien om een praatje te maken. Iedereen kende Arnold en Arnold kende – zo leek het toen – iedereen. Ik ging in Zwolle wonen en kwam daardoor iets minder vaak op de clubavonden. We gingen iets meer onze eigen weg maar hadden nog wel intensief contact over het spelletjes. In 2007 besloot ik voorlopig met het wedstrijddammen te stoppen na een teleurstellend seizoen in combinatie met de bij mij wat verlate interesse in andere zaken. Ook daar spraken we nooit echt over, al vermoed ik dat hij teleurgesteld was. De laatste tien jaar was er vrijwel geen contact. De laatste keer dat ik ‘m zag kan ik me dan ook niet herinneren. Wel heb ik nog een aantal keer geprobeerd via e-mail (ik kreeg dan ook wel korte berichtjes terug) of telefoon in contact te komen. Een aantal keer heb ik voorgesteld een toernooi te bezoeken; maar dat ging volgens hem niet meer vanwege zijn broze gezondheid. Ook de keren dat ik voorstelde om bij hem thuis langs te komen voor een potje dammen, hield hij dat af. Zodoende hoorde ik sinds de laatste e-mail, nu vijf jaar geleden, niets meer. Zo nu en dan keek ik online – de laatste keer nog maar enkele weken geleden – naar een teken van leven of dood. Arnold’s naam werd echter nergens genoemd. Al die tijd heb ik me afgevraagd of ik toch nog een keer had moeten aandringen op een laatste potje dammen. Toen ik Arnold mailde dat ik nu een gezin had, gelukkig getrouwd en toen 1 kind had schreef hij: “De tijd die je vroeger aan dammen kon besteden kun je nu dus aan jullie grootste bezit (zoon) besteden schitterend zeg. Wie weet zien wij elkaar nog eens. Het dambord is snel opgezet. ” Het laatste potje, dat kwam er dus helaas nooit. Arnold (midden, rechts) en ik tijdens Dammen op de Dam in Amsterdam #2018

  • Matthijs

    In De wereld draait door (wat een gekke naam eigenlijk) zagen we gisteren hoe Eva Jinek aan tafel kwam om de Sonja Barend-award, voor beste televisie-interview, in ontvangst te nemen. Nog voordat ze de spreekwoordelijke veren in haar achterste had ontvangen, kwamen de tranen. ‘Door de borstvoeding’ zei de net moeder geworden Jinek er bij. ‘Als ik dit houd kan ik geen talkshow meer presenteren’, voegde ze er aan toe. Het is waarschijnlijk een reële angst die ze op tafel legt, maar het maakt haar vooral menselijk en kwetsbaar. Het zou juist een pre kunnen zijn. Een talkshowhost die iedere avond snikkend met haar gasten hun levens bespreekt. Eva’s zakdoekshow. Het was een van de weinige uitzendingen van DWDD die ik de afgelopen tijd had gezien. Er komt vaak niets van omdat ik mijn kinderen om zeven uur naar bed breng. Het was in ieder geval de mooiste aflevering die ik gezien heb sinds tijden. Het begon al met Martin Koolhoven over de prachtige ingekleurde en verbeterde beelden uit de Eerste Wereldoorlog en een intens en verrassend interview met schrijver A.L. Snijders over het verlies van zijn vrouw en vrijheid. De tranen van Eva moesten dus toen nog komen. Matthijs was van dit alles ogenschijnlijk slechts toeschouwer. Dan is hij op z’n best. Niet bij kritische interviews of aanbidderige niemendalletjes, maar als hij anderen laat floreren. Ik voorspel alvast dat De wereld draait door gaat stoppen na dit seizoen. Na nu al dertien jaar is het misschien ook wel mooi geweest, al hoop ik dat er een ander praatprogramma voor in de plaats komt op of rond dit tijdstip (wat mij betreft mag het ook een half uur later worden). Matthijs zien we komende zomer terug als presentator van Zomergasten. Althans dat hoop ik. Ik denk dat Matthijs daar zelf ook wel oren naar zou hebben. En dat het dan maar net zo’n lange, warme zomer mag worden als dit jaar.

  • Mooi weer (2018-2018)

    We nemen vandaag afscheid van het mooie en warme weer. Het warme weer, dat wij zo lang hebben gekoesterd. Graag hadden we het langer bij ons gehouden, maar we moeten helaas afscheid nemen. Het begon zowat in mei, die mooie zomer en eindigt hier op 17 oktober. Het mooie weer en wij, we hebben veel meegemaakt dit jaar. Je was soms extreem, zoals op 4 augustus, toen je naar grote hoogte (44 graden) steeg. Maar ook toen konden we je op jouw manier waarderen. Je was er altijd voor ons. De keren dat we dankzij jou zijn natgeregend, zijn op de vingers van één hand te tellen. Nauwelijks wisten we nog waar onze jassen waren en waar ze ook alweer voor dienden. Je was voer voor discussie van klimaatontkenners – door wie je werd aanbeden – en milieuactivisten – door wie je werd veracht. Eind augustus hebben we al eens afscheid genomen. Je bleef echter langer bij ons dan we hadden gedacht. Jij had ook niet gedacht hier nog te zijn vandaag met twintig graden. Het zijn de laatste stuiptrekkingen. Je moet plaatsmaken voor een ander klimaat. Maar het is goed geweest en we zullen altijd de foto’s hebben als herinnering aan de goede tijden. Nu jij, mooie weer, achterblijft, zullen wij verder moeten zonder jou. We hebben straks onze handschoenen weer nodig, een regenjas of winterjas wellicht. De barbeque kan weer terug in het hok. Voorlopig geen warme zonnestralen meer op een zonovergoten terras. Het gaat ons vermoedelijk zwaar vallen. Al is er één troost. Er komt altijd wel weer een nieuwe mooie zomer. Een nieuwe hittegolf. We zijn blij dat we je gekend hebben. U mag nu allen rij voor rij naar voren komen voor een laatste afscheidsgroet. Mooi weer (2018-2018)

  • Schil

    We fietsten door het parkje vlak achter ons huis. Mijn zoon had net een banaan gekregen voor onderweg. Hij wacht graag lang met eten en dan net als je weg wilt, of hij naar bed moet, gaat hij schransen. Soms beweert hij dat hij nog honger heeft als hij om zeven uur naar bed gaat, terwijl zijn bord dan nog half vol ligt met speciaal voor hem gekookt eten. Eten dus dat hij lekker vindt. Mijn zoon is eigenlijk van de appels, maar nu wilde hij dus voor onderweg naar het kleutergymmen een banaan. Prima. Bij het parkje had hij de banaan al opgegeten. Tenminste daar kwam ik dus snel achter. Ik hoorde toen we net voorbij een bankje met prullenbak reden ‘plop’. Ik keek achter me en zag dat z’n handen leeg waren. “Waar is je bananenschil?,” vroeg ik. “Toch niet op de grond hé.” Hij zei wijselijk niets en keek schuldbewust voor zich uit. Ik stapte van de fiets af, deed zijn riempjes los en zette hem op het paadje waar fietsen eigenlijk niet is toegestaan, maar wordt gedoogd. Na een sprintje gooide hij de schil in de prullenbak. “Waarom deed je dat nou?”, vroeg ik. “Stel je voor dat iedereen dat zou doen.” Het is in ieder geval niet iets dat wij ooit zouden doen. Na nog een korte stilte, ging het over een klasgenootje, die al wippend van zijn stoel was gevallen vandaag. Dát had pas indruk gemaakt.

  • Piano

    Op station Amsterdam Bijlmer staat een piano. Toen ik er vanmiddag langs liep zat er een jonge knul op de kruk die opzwepende, jazzige deuntjes speelde. Ik werd er vrolijk van, maar ook een beetje opgefokt. Op heel veel stations staat tegenwoordig een piano. Een mooi initiatief, al vind ik het ergens ook wel erg willekeurig, een piano. Waarom niet een contrabas of een mondharmonica? Een drumstel is wellicht ook een goed idee; zeker om zwervers en reizigers die blijven plakken weg te jagen. Zonder cynisch te doen over de piano wil ik maar zeggen: het is dus erg willekeurig gekozen vermaak, dat slechts een enkeling aanspreekt. Apart, ook omdat het niets met de corebusiness (vervoeren!!) te maken heeft. Afgelopen week kwam ook het bericht dat men op stations in de nabije toekomst watertapjes wil aanleggen voor dorstige reizigers. Op zich natuurlijk een veilige keuze als je je klanten wat wilt bieden tegen de dorst, maar ergens denk ik dan ook: waarom water? Waarom geen bier? Of limonade of jus d’orange? Krijgen we direct onze nodige vitaminen binnen. En waarom moeten de reizigers überhaupt wat te drinken krijgen op stations? En waarom dan niet iets te eten erbij? Ik had er zelf al wel een gedachte over. Wellicht is het om de niet gratis wc’s te spekken. Drinkt u allen lekker veel (gratis!) water zodat u het vervolgens a 70 cent kunt ‘uitpiesen’ op ons toilet. Toen bedacht ik ook wat de volgende stap zou zijn. Binnenkort zullen we zien dat op alle stations met een piano, een verkoopkraam staat met oordopjes voor 70 cent per paar: ‘Hier bescherm uw oren, fijn hé dat we ons bekommeren om uw rust?’

  • Daar is Luna Naomi!

    Zaterdag 29 september 2018 is ons prachtige meisje Luna Naomi geboren. 4120 gram, 53 cm, alles er op en er aan. Lekker thuis, terwijl oppas Martijn het pas écht zwaar had de hele dag met Otis en Noël lag Marjolein ook niet onaardig te puffen.

  • Voorspellingen 2018-2019

    Aan alle deelnemers van de voetbalvoorspelling: Leuk dat jullie weer meedoen! Ik heb alle voorspellingen van de amateurs en de pro’s weer in een excel-bestandje gezet. De voorspellingen zijn online te bekijken, klik hier! Zo nu dan zet ik op deze website ook een tussenstand neer. Dat de beste moge winnen en de eeuwige roem voor een jaar (en de vijf euro prijzengeld van onze anonieme sponsor Bert P. uit G.) mag binnenhalen. Goede wedstrijd! Meer voetbal(voorspelling): kasperpaping.nl/voetbal

  • Eindstand voetbalvoorspelling 2017-2018

    And the winner is….. Voetbalvoorspelling eindstand 2017-2018: 1. Valentijn Driessen 40 2. Hans Kraay Jr. 44 2. Sjoerd Mossou 44 4. Jeroen Grueter 48 4. Hugo Borst 48 6. Kasper P. 50 6. Kees Jansma 50 6. Willem Vissers 50 9. Peter S. 52 9. Marjolein P-S 52 11.Bert P. 54 11.Gerrit van der K. 54 11.Christiaan Ruesink 54 11.Jan-Joost van Gangelen 54 15.Arno Vermeulen 56 16.Wilfred Genee 58 17.Maarten C. 62 17.Emile Schelvis 62 19.Otis P. 106 20.Noël P. 108 Alle voorspellingen van alle deelnemers vind je hier (klik). Via ‘bestand’ en ‘downloaden als’ is de tabel ook als bijvoorbeeld Excel-bestand te downloaden.

  • Carnaval 2018

    Zaterdag 10 februari 2018 Zondag 11 februari 2018 Maandag 14 februari 2018 Dinsdag 13 februari 2018

  • Kasatari jaaroverzicht 2017

    Ook 2017 is alweer voorbij. Tijd dus voor de gebruikelijke terugblik. Het was natuurlijk vooral het jaar waarin we een huis kochten aan de Rompert Park. Een huis met muren, ramen, zolder, een bad, zelfs een tuin en een park met speeltuin om de hoek. Door de oververhitte woningmarkt moesten we aardig diep in de buidel tasten maar het was het – denken we – waard. Nogmaals dank aan iedereen die de koop en verhuizing mede heeft mogelijk gemaakt! Marjolein ging online recensies schrijven op Hebban. Bert werd bank, won het Nederlands kampioenschap bridgen voor senioren opnieuw en ging met pensioen. Peter vierde zijn veertigjarig dienstverband bij de post in Appelscha. Noël ging naar de kleuterschool en leerde de kunst van het afspreken. Ook haalde hij zijn (trapauto) rijbewijs. Otis leerde praten en staat inmiddels aardig z’n mannetje. Hij logeert de laatste tijd regelmatig – op eigen verzoek en dat van Noël- op zolder bij z’n grote broer. Op 26 overleed Marjolein’s oma Hanna op 91-jarige leeftijd na laatste jaren in broze gezondheid. Ook moesten we afscheid nemen van Chester Bennington (zanger Linkin Park), Robert Miles (Children), Chuck Berry (Back to the Future-held), Dick Bruna (Nijntje) en acteurs John Heard (vader van Kevin uit Home Alone) en Bill Paxton (die duikmeneer uit Titanic). Verder gingen we even uitwaaien (zonder kids) in Ommen waar we een kamer betrokken in Hotel Paping. We mochten de prachtige bruiloft van Christian en Renate bijwonen in Delft en Rotterdam. Zij waren op 7 november ook verantwoordelijk waren voor de nieuwste Paping-telg: Anne-Sophie. In de zomer gingen we op vakantie naar Ober-Werbe (Duitsland). In november bezocht Marjolein met haar mama ook nog Kopenhagen. Een goed nieuw jaar. 1 januari: in Breda werd met drank en fijn gezelschap het nieuwe jaar ingeluid 2 februari: Noël wordt vier jaar en verlaat voor de laatste keer de peuterspeelzaal 17 februari: Marjolein geniet in Rotterdam van het uitzicht en de koelte tijdens het huwelijksfeest van Renate en Christiaan 28 februari: de brandweer van Krabbegat spot een collega in het publiek tijdens carnaval 2017 2 maart: “Lief dagboek. Vandaag kochten we in Ommen een typemachine. Groet vanuit Hotel Paping” 26 maart: bij de Hatertse Vennen was het vooral een middagje genieten van het prachtige weer en de schitterende natuur 26 april: kijk Otis daar nou zitten, klaar voor een nieuwe kapsel. In een woord: trots 1 mei: voor Noël het hoogtepunt van het jaar. Hij heeft het er nog regelmatig over: het bezoek aan T-Rex Trix in Leiden 2 juni: op school wordt Pinksteren gevierd met een dansje en een kransje 23 juni: Otis chillt op het tuinfeest voor Sint Jan in Maaskantje 8 juli: familieweekend is soms ook vriendjes maken 1 augustus: ik was 28 jaar na het feest van Oma terug in Brilon. Een goede foto maken op de beruchte trappen bleek helaas lastig 7 augustus: het waterparkje werd een hit tijdens de vakantie in Duitsland. Het kan soms zo simpel zijn 24 augustus: een aantal maanden na het tekenen van de voorlopige koopakte was het dan eindelijk verhuistijd. Maar eerst was het tijd om in te pakken en het huis ‘clean’ achter te laten 25 augustus: en daar ging dan de sleutel voor het eerst het gat in en kon de party beginnen 24 september: vroeger waren de uitstapjes naar Verkeerspark Assen het hoogtepunt van het jaar. Helaas is het Verkeerspark al jaren dicht maar in Appelscha zijn de originele trapauto’s nu weer in gebruik. Bij het feestje van Peter ging Noël los met zijn nieuw verkregen rijbewijs 15 oktober: in oktober is het uitzonderlijk warm. Met een beetje fantasie kan er zelfs gezwommen worden 4 november: Otis is alweer twee jaar en roept al maanden daarvoor dat hij een Bliksem-taart wil. Helaas valt de smaak tegen maar kijk hoe mooi! Het was een mooie dag waarop we tevens ons nieuwe huis vierden 9 november: een lampion werd gemaakt voor Sint Maarten maar Halloween werd op slag de favoriete feestdag van Noot en Oot. Dagelijk nog wordt er gevraagd spannende filmpjes op te zetten met skeletten en pompoenen 26 november: samen met Just van der Kam, Rens Paternotte en Kees Bakker veroverde Bert de overwinning in het NK Seniorenviertallen. De zoveelste nationale titel dus 14 december: opnieuw Bert-nieuws. Na jaren van koffie drinken en ‘mensen van het werk houden’, mag Bert dat thuis voortzetten. Nog ruim voor de OAW-leeftijd mag Bert met pensioen 26 december: Kerst vierden we dit jaar voor het eerst gewoon in Den Bosch. We stonden in de rij voor de kerststal en dronken warme chocolademelk. Ook was er tijd voor een fotootje Bekijk hier de jaaroverzichten van 2010, 2011, 2012, 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017.

  • Winterstand voetbalvoorspelling: alles ligt nog open

    PSV is de (enigszins verrassende) koploper in de eredivisie. Er is echter nog niets beslist, want de voorsprong had ruim tien punten kunnen zijn maar bedraagt ‘slechts’ 5 punten. Ajax, met de nieuwe coach Erik Ten Hag maakt dus nog gewoon een goede kans op de titel. Bij de tussenstand van de voetbalvoorspelling ligt het nog meer open. Peter, Gerrit en mijzelf delen de koppositie. Maar Bert en Marjolein staan daar slechts twee strafpunt onder. Hier de volledige stand na 18 wedstrijden: 1. Valentijn Driessen 54 2. Jeroen Grueter 58 2. Hans Kraay Jr. 58 2. Hugo Borst 58 5. Willem Vissers 60 5. Arno Vermeulen 60 5. Kees Jansma 60 5. Sjoerd Mossou 60 9. Peter S. 62 9. Gerrit van der K. 62 9. Kasper P. 62 9. Christiaan Ruesink 62 13. Bert P. 64 13.Marjolein P-S 64 15.Wilfred Genee 66 16.Jan-Joost van Gangelen 70 17.Emile Schelvis 74 18.Maarten C. 76 19.Noël P. 110 20.Otis P. 118 Alle voorspellingen van alle deelnemers vind je hier (klik). Via ‘bestand’ en ‘downloaden als’ is de tabel ook als bijvoorbeeld Excel-bestand te downloaden.

  • Papadag

    In navolging van de televisieserie vond Marjolein het wel een goed idee als ik ook een echte vaste papadag zou krijgen. Het werd de vrijdag, want mijn vaste vrije dag. Zonder Ruben van der Meer maar vandaag dus wel de eerste editie van papadag #1 2017 in Ballorig. Het was een ‘geweldige dag’, aldus een jongen (4) die anoniem wil blijven.

  • Twitter
  • Instagram

©2023 door kasatari.wix.com . Deze tekst is niet live geschreven. 

bottom of page