Zoeken op de website
992 items gevonden voor ""
- Jongeren over jeugdzorg op tv
Op 12-12-12 ging de pilot van JIJ in Beeld! in première. Een televisieprogramma over, door, van en met jongeren in en rondom de jeugdzorg in Noordoost-Nederland. Er is één pilotaflevering af, maar het doel is een hele serie. “Ik wil aandacht besteden aan wat er goed gaat in de jeugdzorg ”, aldus Hans Pettinga, jongere, ervaringsdeskundige en bedenker/ uitvoerder van het project. Hans Pettinga zette het project Jij in Beeld! in gang en maakte de pilot – samen met studenten audiovisueel van het Noorderpoortcollege – in opdracht van LOC/LCFJ. Uit eigen ervaring weet hij hoe het is om met jeugdzorg in aanraking te komen en tegen welke vooroordelen je moet vechten als je eenmaal het stempel jeugdzorg meekrijgt. Hij kreeg de diagnose syndroom van Asperger toen hij 8 jaar was. “De jeugdzorg is een erg besloten wereld. Door middel van zo’n aflevering kunnen we laten zien: dit zijn wij. In het begin zei iedereen tegen me dat ik helemaal niet kan meedraaien in de maatschappij, maar ondertussen heb ik wel mooi mijn diploma Sociaal Cultureel Werk gehaald. Met wat begeleiding red ik mij prima. Je kan dus veel meer dan dat label doet vermoeden.” Stem Jongeren in de jeugdzorg, zo ervaart hij, willen na alle onrust wel eens een positief beeld naar buiten brengen. “Het is belangrijk om je stem te laren horen. Mijn broertje heeft een vorm van klassiek autisme en kan zich veel moeilijker uitdrukken. Ik weet hoe het voelt en ik kan het vertellen. Dus zie ik dat ook als mijn taak.” Sinds enkele jaren zit hij daarom ook in de cliëntenraad van Bureau Jeugdzorg Drenthe. Hans Pettinga: “Ik speelde al jaren met het idee om jongeren uit de jeugdzorg de mogelijkheid te geven om te laten zien wat hén bezighoudt. Er gebeurt namelijk zoveel geweldigs. Via Marianne van de Laar van LOC/LCFJ kreeg ik de mogelijkheid JIJ in Beeld! op te zetten en zo de positieve dingen die gebeuren in de jeugdzorg, te delen met de rest van de wereld.” Jongeren zélf schrijven de scripts en zijn te zien in de rol van interviewer. “De jongeren die meedoen kunnen daar ook veel van leren: vragen stellen, nadenken over de wereld om je heen. Zelf heb ik nog nooit zoveel geleerd als de afgelopen paar jaar. Je blik wordt veel ruimer.” Zo wordt – als het aan Hans ligt – afgerekend met het negatieve imago dat rond de jeugdzorg hangt. In de eerste aflevering van JIJ in Beeld! zien we de jeugdzorg door de ogen van de jongeren die er mee te maken hebben. Met zo nu en dan een begeleider of een directeur. En dat was nog niet zo gemakkelijk. Instellingen waren soms ook sceptisch over het project en wilden de jongeren beschermen door ze buiten beeld te laten. “Je moet eigenlijk eerst kunnen laten zien wat je wilt met zo’n project. Dat we het doen vóór en mét de jongeren en dat wij die ook willen beschermen. Maar dat heeft, denk ik, tijd nodig.” Vervolg LOC/LCJF wil het project graag voortzetten: er zou een serie kunnen komen van meerdere afleveringen. Maar er is daarvoor wel meer steun nodig van jongeren, sponsoren of bijvoorbeeld omroepen die het programma willen uitzenden. Hans Pettinga: “We hebben wel wat ideeën om hier een vervolg aan te geven waarbij we nog wat meer recht kunnen doen aan jongeren en hun behoeften. Jeugdzorg is een groot onderwerp en het vraagt heel wat om daar 20 à 25 minuten achter elkaar naar te kijken. Het kan ook zijn dat we voor andere vormen kiezen. Iedere week een filmpje maken en die online zetten bijvoorbeeld. Jongeren kunnen dan online direct vragen stellen die we kunnen behandelen, zodat we daarin ook meer de diepte in kunnen gaan. Dat is ook de kracht van LOC 3.0, via verschillende kanalen jongeren bereiken en directe interactie.” Meer informatie Zie voor meer informatie over het project JIJ in Beeld! de website: www.jijinbeeld. nl. Hier staan ook enkele losse items, een samenvatting van de pilot en een impressie van de première. Interesse in het project? Neem dan contact op voor een vrijblijvend gesprek met Hans Pettinga: hans@hastala.nl of met LOC: loc@loc.nl. LOC/LCFJ heeft ook andere projecten op het gebied van jongerenparticipatie zoals J1000. Zie voor meer informatie www.lcfj.nl. Kavita Huizing Kavita Huizing deed mee aan de pilotaflevering. “Ze zochten een jongere om de directeur van Bureau Jeugdzorg Drenthe te interviewen en toen dacht ik: dat lijkt me leuk om te doen. Ik heb zelf veel met de jeugdzorg te maken gehad, maar had nog nooit met de directeur gesproken. Mijn beeld vooraf was dan ook: hij maakt het beleid, maar weet weinig van ons af. Dat hij niet veel met jongeren zelf had gesproken, klopte wel. Maar hij was veel meer betrokken dan ik had verwacht.” Ze vindt dat het project een vervolg moet krijgen. “Je creëert bewustwording op een leuke en laagdrempelige manier. En dan een keer niet vanuit de instelling, maar vanuit de jongeren. Iedereen denkt bij jeugdzorg aan onhandelbare jongeren. Laat de pure, eerlijke, andere kant van de jeugdzorg vaker zien. Niet alleen omdat het leuk is, maar ook omdat jongeren dan zelf zien dat ze niet de enige zijn die met dingen zitten.” Het steekt haar dat het imago van de jeugdzorg en daarmee van de jongeren, zo slecht is. “Als het goed gaat, hoor je daar niets over. Maar als het slecht gaat in de jeugdzorg, gaat het ook goed slecht. Er zijn veel verbeterpunten. Om te beginnen moet er meer geluisterd worden naar de jongeren zelf. Dus jongeren: gebruik je stem!” Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, februari 2013
- Praten over kwaliteit van leven
In het project Ouderen aan Zet wordt gekeken hoe zorgleefplannen bijdragen aan de kwaliteit van leven. Evaluatoren praten met ouderen en hun familie en met de zorgverlener. Een verslag van ’n evaluatie. De twee projectmedewerkers van Ouderen aan Zet die de evaluatie doen, voelen zich meer dan welkom in het tehuis. Tijdens de twee dagen durende evaluatie hebben ze zelfs een eigen kantoortje voor onderling overleg en voor het voeren van gesprekken met medewerkers of familie. Met bewoners wordt veelal in hun eigen vertrouwde omgeving gepraat. Zo worden het echte gesprekken over wat er in hun kamer te zien is, wat hen beweegt in het leven. En natuurlijk over het zorgleefplan. Alles blijft strikt vertrouwelijk. Sterke en zwakke punten Het doel van het project Ouderen aan Zet is antwoorden krijgen op vragen als: heeft een zorgleefplan daadwerkelijk effect op de kwaliteit van leven van de oudere zorgvrager en zijn familie? En kan de eigen regie via het zorgleefplan worden versterkt? Want dat is het uiteindelijke doel. Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een zorgleefplantoetsing ontwikkeld. De eerste stap is om evaluaties te houden bij zorgorganisaties, vanuit het perspectief van – en uitgevoerd door – ouderen. Uit gesprekken met bewoners over de dagelijkse gang van zaken moet blijken wat er speelt in het verpleeghuis. Daarbij wordt gekeken naar aspecten als zeggenschap, gezondheid, lichamelijk welbevinden en persoonlijke ondersteuning, verbondenheid/inclusie en respect en veiligheid. Ook met familieleden van bewoners en medewerkers van de zorgorganisatie wordt gesproken, om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. En om uiteindelijk terug te kunnen koppelen waar de sterke punten en waar de zwakke punten zitten bij de onderzochte organisatie. De evaluatoren praten in twee dagen tijd met achttien betrokkenen. Soms zijn het vrolijke open gesprekken, soms emotioneel. Want niemand wil hier graag zijn, ook al is elke bewoner blij met de aandacht die hij of zij krijgt. Elk gesprek duurt 30 minuten. Een en al oor De gesprekken worden niet afgewerkt via standaardlijstjes en dus verloopt ieder gesprek anders. De ene keer worden er veel vragen gesteld. Een andere bewoner is zo openhartig dat vragen stellen bijna overbodig is. Als er maar gepraat wordt over wat voor de bewoner belangrijk is. Over het algemeen heerst er tevredenheid. Maar mensen geven ook aan niet te willen klagen. “Ik vraag maar niet om me eens extra naar de huiskamer te brengen voor een kopje koffie, want ze hebben het al zo druk”, aldus een zichtbaar ontroerde bewoonster. Over de ‘zusters’ is men tevreden. Die doen hun werk goed. In een hoog tempo volgen de gesprekken van de evaluatoren elkaar op, maar bij elk gesprek is de Ouderen aan Zet-delegatie een en al oor. “We zijn geen inspectie en alles blijft tussen deze muren”, verzekert de projectmedewerker. Bewoners, hun familie en medewerkers hebben elk hun eigen sores. Terugkerende onderwerpen worden tussen de gesprekken door genoteerd. Waarom zijn er soms problemen met de apparatuur als bewoners de verzorgende proberen te bellen? Vooral voor bewoners die niet mobiel zijn een ernstige inperking van het gevoel van vrijheid. Want wat als je op de wc zit en er komt niemand? En waarom mogen of kunnen de ramen of deuren in sommige kamers van bewoners niet open? Dan werkt het klimaatsysteem niet optimaal, blijkt bij navraag. “Maar thuis wil je toch ook af en toe doorluchten,” vraagt een verbaasde evaluatiemedewerker. Vaak zijn het ook de kleine dingen die het verschil maken. Soms de tijd nemen om de nagels te lakken in de huiskamer bijvoorbeeld, zegt een bewoonster stralend. Wachthuis zorgleefplan kennen de bewoners maar al te goed. Sowieso spreken bewoners twee keer per jaar (eventueel met familie) over de invulling van het zorgleefplan. Nieuwe wensen, veranderende behoeften. Er is veel mogelijk: bewoners kunnen eten waar ze willen en deelnemen aan activiteiten zowel binnen als buiten de instelling. In de huiskamers wordt ’s ochtends de krant voorgelezen. Er wordt regelmatig geknutseld en geschilderd en op vrijdagavond is er zingen. Als er iets verbeterd zou kunnen worden, is het volgens enkele bewoners: het wachten. Een mevrouw merkt op dat ze in ‘het wachthuis’ woont. Wachten om naar het eten in het restaurant gereden te worden, wachten om weer opgehaald te worden. De ‘brutalere’ mensen, die zich vooraan nestelen in het restaurant, worden met voorrang teruggereden. En het wachten op hulp van de verzorgenden. “Maar ze hebben het ook zo druk.” Terugkoppelen Als alle gesprekken zijn geweest, aan het eind van dag twee, sluiten de projectmedewerkers zich voor een uurtje op om een eerste terugkoppeling voor te bereiden. Die vindt nog diezelfde middag plaats. Eén bewoner, enkele familieleden en een paar medewerkers zijn daarbij aanwezig. De rest krijgt later het evaluatierapport onder ogen. Wat is er gezegd en door anderen bevestigd over zeggenschap en het zorgleefplan? En over gezondheid, lichamelijk welbevinden en persoonlijke ondersteuning? Over verbondenheid met de buitenwereld (inclusie) en respect en veiligheid? Zorgvuldig worden de opmerkingen en waarnemingen gewogen en zo geformuleerd dat ze niet te herleiden zijn naar personen. Eén van de projectmedewerkers neemt het woord en roemt de gastvrijheid die ze zelf hebben ervaren. Ook de algemene indruk is positief: zorgverleners hebben oog voor de wensen van bewoners en denken na over waarom ze doen wat ze doen. Al gaat niet alles goed, er is zeker de wil om te leren. Daarnaast zijn er altijd verbeterpunten. Alles kan binnen de zorginstelling. Mooi, maar ouderen willen ook deel blijven uitmaken van de maatschappij. Het zorgleefplan zelf wordt geroemd, ook door de ouderen zelf. Maar hoe deze wordt gebruikt en ingevuld, laat nog wel eens te wensen over. Winst Er is veel begrip over en weer. Er wordt, terwijl het buiten al donker is geworden, op een constructieve manier gepraat over de kwaliteit van leven. Alleen dat al is pure winst. Over een week of zes is een eerste versie van het evaluatierapport klaar, waarna betrokkenen gezamenlijk kunnen werken aan vervolgacties. Meer weten over het project Ouderen aan Zet? Kijk op www.ouderenaanzet.org. Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, februari 2013
- Namen
JA, we hebben al een naam bedacht. En NEE die gaan we niet verklappen. Ook / zeker niet hier. Daar moeten jullie mooi nog 0 tot 5 weken op wachten. En wie zeurt krijgt de naam nooit te horen. Zo werken die dingen. Ondertussen is vandaag wél bekend geworden wat de populairste babynamen van 2012 zijn. Als je in kansberekening gelooft kan je daar misschien iets uit opmaken. Meest voorkomend zijn Daan en Emma. Nog wat random andere namen en aantallen die er in 2012 bij kwamen: Kasper (48, winning!), Martijn (40), Peter (39), Lenny (25, waaronder 20 jongens), Marjolein (14), Nelly (12), Jonneke (3) en Bert (2). De (waarschijnlijke) naam van [Naam] kwam in 2012 toch nog 39 keer (nee geen Peter!) voor. Maar dit zou natuurlijk ook een willekeurig getal kunnen zijn. Ha! Opzoeken welke namen er nog meer populair zijn kan hier. Succes met verder speculeren.
- Fotomoment 2012
Het was voor afgelopen jaar natuurlijk vrij obvious wat de foto van het jaar zou gaan worden. Feitelijk trap ik hier dan ook alleen maar open deuren in. Marjolein is niet zo enthousiast dat ze elke keer de klos is. Ook dit jaar weer dus. Met de foto van haar in het bushokje bij Safaripark de Beekse Bergen. Afgepeigerd. Reddeloos verloren. Crazy in de coconut. Dus heb ik haar beloofd dat komend jaar een ander de klos is. Hmmm… wie zou dat nou in godsnaam worden? Moeilijk!
- Alles weg
Kom je thuis van je eerste werkdag van het nieuwe jaar, is ALLES WEG. De gastendoekjes, de etagere (oh wacht, die helaas niet), de kerstboom. Heeft vrouwlief dus de grote voorjaarsschoonmaak gehouden; maar dan in januari. Nog een kerstboom weg, nog een kerstboom, de sneeuwpop, de speelgoedtrein. ALLES WEG. Heeft mevrouw een of andere nesteldrang ofzo. Ja lekker is dat, maar daardoor liggen mijn kerstspullen nu weer in dozen stof te vangen. Op 3 – fucking – januari. Terwijl de kerstman nog amper terug is op z’n Noordpool. Ben ik mooi klaar mee. Dus nou, daar zit (lig) ik dan. In mijn opgeruimde huis. Over iets meer dan een week ‘mag’ ‘ie komen, die kleine van ons. Maar het kan ook nog zes weken duren. In dat laatste geval zit ik tegen die tijd in een leeg huis. Maarja je mag er niets van zeggen hè, want zwanger. Wish me luck!
- Kasatari jaaroverzicht 2012
Hoogtepunten en dieptepunten wisselden elkaar af in 2012, om maar eens met een cliché te beginnen. We kunnen niet heen om ‘onze’ miskraam in februari. Maar waren natuurlijk heel blij dat we (weer) in verwachting zijn van een bij voorbaat uiteraard geweldig jongetje (Marjolein bouwt tot ongeveer 1 februari 2013 hier aan verder). En het was een jaar waarin ik ondanks zwaar weer voor LOC, mijn baan behield. Maar helaas de helft van mijn collega’s verloor. Marjolein haalde haar zoveelste en nu toch echt (?) laatste diploma op: de Master Cultuurgeschiedenis. Daarnaast vond en verloor ze vrijwilligerswerk. Ondanks alle heftige gebeurtenissen vonden we de tijd om te reizen naar onder andere Parijs, Londen, Manchester, Antwerpen, Wales en Hannover. Daarnaast is er natuurlijk ook van alles gebeurt in de wereld. De Costa Concordia zonk, prins Friso werd een kasplantje na een ski-ongeluk, een Belgische bus met schoolkinderen verongelukte in Zwitserland, het kabinet Rutte I viel en Rutte II kwam, Spanje won wéér het EK, het higgsdeeltje werd ontdekt, Nederland pakte zes gouden medailles op de Olympische Spelen in Londen, in Haren liep een (project-X) feestje een beetje uit de hand, Lance Armstrong raakte zijn zes Tour-titels kwijt wegens doping, Gangnam Style scoorde als eerste Youtube-filmpje meer dan een miljard views, en Holleeder kwam na vijf jaar brommen op vrije voeten. Zijn plekje in de gevangenis wordt nu warm gehouden door Badr Hari. We moesten helaas ook afscheid nemen. Bijvoorbeeld van De Cock met cee-ooh-cee-kaa (Piet Römer), zangeres Whitney Houston, Gerrit Komrij, Neil Armstrong en Bernlef. Maar om het jaar toch een beetje vrolijk af te sluiten hieronder het jaaroverzicht volgens Kasatari. Om nog even terug te kijken. Een goed 2013! 1 januari: Marjolein belt in de eerste nacht van het jaar ergens midden op een weg (zie het verkeersbord) met een oma. Spann0nd! 28 januari: Zoals het al duizenden jaren gaat, ging het ook dit jaar: de jongetjes moeten wachten op de meisjes. Ook tijdens vastenavend. 5 februari: De enquetecommissie Roosenboom zit klaar voor het eerste verhoor tijdens het jaarlijkse etentje voor opa’s verjaardag (94 jaar) in Molenhoek. 9 maart: Tijdens de restaurantweek schoven we aan in het restaurant van Hotel Paping in Ommen. Marjolein wacht in spanning op wat het eten zal brengen… 5 april: CRAZY IN THE COCONUT, zo kunnen we het Amsterdamse restaurant ‘everything on a stick’ wel betitelen. Aardbeien op een stokje, het moet niet veel gekker worden. En toen moest Brigitte Kaandorp nog beginnen. 5 mei: Bert en Lenny haalden in mei de voorpagina van de Volkskrant. Ze moesten verantwoording afleggen wegens hun vele dure vakanties. Waar betaalden ze die eigenlijk van? Niemand wist het. Nog steeds niet overigens. 26 mei: Matroos Zeeziek en kapitein Ernie kiezen eveneens in mei, het ruime sop. Door de hoge golven van Rotterdam op zoek naar de schat van de Titanic. 3 juli: Met de bloemen als levende bewijs, staat de trotse Marjolein klaar om de felicitaties in ontvangst te nemen. Glansrijk haalde ze haar Master Cultuurgeschiedenis binnen. 5 juli: Het nieuws van het jaar natuurlijk! Dit zijn de eerste contouren van het eerste nageslacht van de familie Kasatari. 29 juni-1 juli: Eind juni alweer togen we de hele wereld over, opweg naar…. Hannover. Aangekomen op het station moesten we wel even puzzelen om de juiste trein te vinden. 5 augustus: In augustus stonden we ineens in hartje Londen, bij hét sportevenement der evenementen: de Olympische Spelen. Bij dé moeder aller sporten: de marathon. 19 augustus: Na het mooie Brighton en Wales kwamen we via Chester terecht in Manchester. Marjolein bouwde een muurtje in het stadion tijdens de tour, kon naar huis en kreeg een stadionverbod op de koop toe. 5 oktober: Zelfs in oktober was Marjolein er nog moe van: al dat reizen. Uitgeteld wacht ze op een toevallig passerende bus. 13 oktober: Ja hoor, in oktober waren we er helemaal klaar voor. De verplichte draakjes, paardjes en muziekdoosjes zijn binnen. Oh ja, en er was ook een bedje en commode geregeld. 26 oktober: Kijk de menschen, het klootjesvolk, trots zijn op Marjolein, die zich eind oktober met haar diploma verheven heeft boven haar familie. 24 november: November en een nieuwe fotocamera, dus nieuwe kansen. Dit kiekje in Haarlem, van het Teylers museum is zowaar zeer geslaagd. 2 december: Op de laatste krachten strompelt de hoogzwangere Marjolein zich de Thalys in, op weg naar Parijs. Zoals we zien kon ze zelfs op de laatste dag nog lachen. 23 december: Tot slot, twee dagen voor kerst, op de foto. Met alvast een voorproefje over hoe ons knulletje er (ongeveer) uit gaat zien. Bekijk hier de jaaroverzichten van 2010, 2011, 2012, 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017.
- Aanslag kroonluchter op kerstboom
Geschokte reacties vanavond na de kille aanslag van de kroonluchter op een kerstboom. Er vielen wonder boven wonder geen doden en gewonden, maar materiele schade was er wel. Omstreeks half acht ’s avonds hoorden omstanders een enorm kabaal. “We hoorden een enorm kabaal,” aldus Marjolein. Al snel bleek dat de kroonluchter zich op een van de kleine kerstboom had geworpen. Toen de rookwolken waren opgetrokken viel de schade gelukkig mee. De schrik onder de bewoners van de ‘woonkamer’ was wel groot. “De schrik was groot,” aldus Kasper. De aanslag is nog niet opgeëist, maar alle tekenen wijzen er op dat de kroonluchter zich te pletter heeft laten vallen. Vermoedelijk was de kerstboom het beoogde doelwit. De kerstboom kon echter zonder een schrammetje onder het puin vandaan worden gehaald. Wel moesten een glas (met cassislimonade) worden afgeschreven. Er was ook goed nieuws: ook de Ikea-lamp is naar een betere plaats vertrokken. Waarom de kroonluchter de aanslag heeft gepleegd is op dit moment nog niet duidelijk. Hij wordt momenteel ondervraagd door de sneeuwpop met kerstverlichting. Er gaan geruchten dat de zwaartekracht medeplichtig is. Rond acht uur werd het rampgebied weer vrijgegeven. Of de kroonluchter ooit weer zijn plaats aan het plafond mag behangen, is uiterst onzeker. De bewoners van de ‘woonkamer’ overwegen een rechtzaak.
- Krabbedans
Het waren acht geweldige weken. Want was het niet afgelopen oktober (20 tot 28 om precies te zijn), dat Marjolein als vrijwilligster aan het werk ging voor de Krabbedans tijdens de Dutch Design Week. Een gallerie – of zoals ze dat zelf zo mooi zeggen: walk-in art – in Eindhoven. Marjolein bij deur, die gasten begroet en (soms) uitleg geeft. En kaartjes verkoopt (al dan niet aan zichzelf). Maar de Krabbedans, die al sinds 1956 bestaat, houdt er binnenkort ineens mee op! Eindhoven draait per 1 januari 2013 de subsidiekraan dicht omdat er ‘onvoldoende duidelijk is gemaakt waar de subsidie in 2013 voor zou worden gebruikt’. En dus is januari ineens de laatste maand. Ja, het is economische crisis of niet. Jammer maar helaas. Zonde maar Marjolein vindt ongetwijfeld wel weer wat anders. Het waren acht geweldige weken…
- Pilot JIJ in Beeld! in première
Onder belangstelling van ruim vijftig bezoekers ging in ForumImages te Groningen JIJ in Beeld! in première. Een pilot van een televisieprogramma voor en door jongeren uit de jeugdzorg in Noordoost Nederland. Een speciale datum voor een speciaal project. Na maanden voorbereiding (waaronder drie maanden filmen) wordt op 12-12-12 JIJ in Beeld! voor het eerst vertoond aan publiek. Een programma waarin de jeugdzorg nou eens van de positieve kant wordt belicht. En dat bovendien helemaal voor en door jongeren is ontwikkeld. Ondanks de regen buiten is er een mooie opkomst. De zaal is zo goed als vol als het licht uitgaat. Een aantal jongeren loopt voor en na de pilot-vertoning van ongeveer een half uur, met fototoestel of camera rond om bezoekers te interviewen. Want de promotie rondom JIJ in Beeld! gaat gewoon door. Hans Pettinga zette het project in gang en maakte de pilot – samen met studenten audiovisueel van het Noordenpoortcollege – in opdracht van LOC/LCFJ. “We hebben er heel hard voor moeten werken, maar het is af,” vertelt Hans Pettinga (20) aan de belangstellenden in de zaal. “Heel speciaal. Het is anders geworden dan dat ik zelf had verwacht.” Zelf heeft hij het syndroom van Asperger. Uit eigen ervaring weet hij hoe het is om met jeugdzorg in aanraking te komen. En tegen welke vooroordelen je moet vechten als je eenmaal het stempel jeugdzorg meekrijgt. Jongeren willen juist een positief beeld naar buiten brengen. In de pilot worden daarom niet alleen jongeren geïnterviewd, maar wordt ook een beeld gegeven van de jeugdzorg. En zijn jongeren bijvoorbeeld ook te zien in de rol van interviewer. Beladen De pilot-aflevering is wat hem betreft een opstapje naar een tiendelige reeks. Want jeugdzorg is een beladen onderwerp, zo ziet ook Daniël van Binsbergen, voorzitter van de Samenwerkende Jongerenraden Nederland (SJN). “Ik was ook zo’n jongere die dacht: jeugdzorg? Daar kom ik nooit mee in aanraking.” SJN strijdt er tegen dat jongeren uit de jeugdzorg een stempel opgeplakt krijgen door de maatschappij. “Ik hoop dat JIJ in Beeld! er een aanzet toe kan geven dat dat verandert. Laten we er met z’n allen voor zorgen dat het beeld positiever wordt. De jeugdzorg kan echt trots zijn op dit project.” Meer afleveringen Ook Marianne van de Laar, van LOC/LCFJ en inspirator van JIJ in Beeld! is blij met het resultaat. “Prachtig. Hiermee proberen we de stem van de jongeren groot te maken. We lopen in deze aflevering als het ware mee met de jongeren. Ik zeg wel eens: de jeugdzorg is een oerwoud, waar je eigenlijk richtingaanwijzers voor nodig hebt. Maar er zijn ook hele goede ervaringen. En die moeten we laten zien.” Mooi dat de pilot er is, vindt ook Marianne van de Laar. Maar het onderwerp participatie moet verdient een groter podium. “Laten we dat met elkaar voor elkaar krijgen na vandaag. Hopelijk komen er dan meer afleveringen en wordt het programma in heel Nederland uitgezonden.” Voor meer informatie over JIJ in Beeld!, zie het gele kader rechts. Bekijk ook www.jijinbeeld.nl of www.youtube.com/jijinbeeld. Oorspronkelijke publicatie: LOC.nl en LCFJ.nl, 12 december 2012
- Vrijwilligerswerk nieuwe stijl
Vrijwilligerswerk krijgt een meer expliciete en geïntegreerde plek binnen LOC. Wat gaat er precies veranderen en waarom? Tom de Meij en Theo van Ooi, relatiebeheerders die betrokken zijn bij het vrijwilligersbeleid, geven antwoord. Hoe belangrijk is vrijwilligersbeleid? Theo van Ooi: “Heel belangrijk. Het beleid en daarmee de vrijwilligers, krijgen een nog meer geïntegreerde plek binnen de organisatie. De grootste verandering is dat we, veel meer dan nu, in gezamenlijkheid gaan werken om nog beter aan te kunnen sluiten bij de vraag van de klant.” En daarvoor is een ander beleid nodig? Tom de Meij: “De oorsprong daarvan ligt in onze visie Waarde-volle zorg, uit 2009 (zie ook www.loc.nl/visie, red.). We werken al jaren aan een traject voor, zoals wij dat noemen, vrijwilligerswerk nieuwe stijl. Daarbij gaan we uit van de veronderstelling dat mensen graag vrijwilliger zijn, maar dat zij dat het liefst doen op een wijze die aansluit bij hun eigen ervaring, bij wat ze graag doen en goed kunnen doen of zouden willen leren. De functies en rollen binnen LOC veranderen, zo ook die van vrijwilligers.” Sceptici zullen zeggen: een verkapte bezuinigingsmaatregel Tom de Meij: “Nee, dat is een vaker gehoord misverstand. Dit proces is ingezet vanuit onze visie om op een waarde-volle manier om te gaan met medewerkers, en dus ook met vrijwilligers. Het traject heeft – net als het hele veranderingsproces van LOC – een extra impuls gekregen vanwege de bezuinigingen, maar is er niet uit voortgekomen.” Wat houdt het vrijwilligersbeleid in LOC 3.0 in? Tom de Meij: “Bij waarde-volle zorg staat centraal dat iedereen op zijn of haar manier kan bijdragen aan de samenleving. Daarom is er ook binnen LOC gekeken naar wat dit betekent voor beroepskrachten en vrijwilligers. Ook vrijwilligers moeten de kans krijgen om bij te dragen op een manier waarbij hun waarden, expertise en kwaliteiten het beste tot hun recht komen. En die past bij wat zij graag doen. Dat is door een werkcommissie, bestaande uit vrijwilligers en beroepskrachten, verwoord in ‘Waarde-vol vrijwilligerswerk’. In gezamenlijkheid is gekeken waar vrijwilligers inzetbaar zijn en op welke manier zodat ze écht betrokken kunnen zijn bij de belangenbehartiging en dienstverlening.” Theo van Ooi: “Het is een andere manier van kijken naar de plek van vrijwilligers in de organisatie. In het verleden waren vrijwilligers aan het werk als aanvulling op de dienstverlening. Nu gaan zij in de zorgschil rondom concerns en landelijke expertpoules een belangrijke rol spelen.” Tom de Meij: “Verder wordt, naast fysieke ontmoetingen, steeds vaker gebruik gemaakt van de digitale mogelijkheden, zoals online vergaderen en visieontwikkeling via de digitale weg.” Echt betrokken zijn: hoe gaat dat dan? Theo van Ooi: “Bijvoorbeeld door vrijwilligers samen met beroepskrachten onderdeel te laten zijn van een netwerkstructuur op basis van een bepaald thema. Er ontstaat door deze werkwijze een betere samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers, uitgaande van ieders kwaliteiten en bijdrage. In het verleden kwamen vrijwilligers in groepen, apart van de beroepskrachten, bij elkaar om input te geven over bepaalde onderwerpen. In de nieuwe situatie worden mensen met elkaar verbonden vanuit de inhoud. Dat kan in zogenoemde ‘expertpoules’, maar ook via waarde-netwerken. Beide kunnen, afhankelijk van het onderwerp, een tijdelijk karakter hebben of er kan doorlopend een bijdrage worden geleverd aan het beleid.” Tom de Meij: “Met als grote voordeel dat je dingen met elkaar oppakt en tegelijkertijd uitkristalliseert in één gezamenlijk traject. Dus tot en met het eindproduct aan toe blijven vrijwilligers daar bij betrokken.” En dat werkt? Theo van Ooi: “Ja, de eerste resultaten zijn al behaald. Het ontwikkelen van het vrijwilligersbeleid zelf is daar een goed voorbeeld van. Daarin zijn vrijwilligers en beroepskrachten samen opgetrokken om te komen tot waar we nu zijn. Het vrijwilligersbeleid is niet achter een tekentafel tot stand gekomen, maar vanuit de basis ontwikkeld. In gezamenlijkheid is bijvoorbeeld vastgesteld welke competenties er voor welke vrijwilligersfunctie binnen LOC nodig zijn. We houden nu evaluaties om die competenties bij vrijwilligers in kaart te brengen.” Wat houdt die evaluatie in? Theo van Ooi: “We hebben aan huidige vrijwilligers gevraagd wat hun kwaliteiten zijn, in hoeverre ze die voor LOC willen inzetten en waar. Op het eerste gezicht komt dat aardig overeen met wat LOC in de nieuwe structuur nodig heeft. Al zijn er altijd wel bepaalde thema’s waarvoor het moeilijk is om geschikte vrijwilligers te vinden. LOC gaat scholing een veel explicietere plek geven. Uiteindelijk moeten we toe naar een situatie waarbij we de goede verbinding leggen tussen een vraag – nadat deze verhelderd is – en wie die gaat beantwoorden.” Gaan leden hier iets van merken? Tom de Meij: “Cliëntenraden geven aan dat zij meer dan nu gekend willen worden in hun specifieke situatie en met de vragen die er spelen. Daar haakt de andere manier van organiseren die we nu gaan hanteren, op in. Het nieuwe vrijwilligersbeleid gaat er dan ook toe leiden dat kennis die raden ontvangen meer op maat gegeven kan worden door mensen met een specifieke expertise. Daarom maakt de relatiebeheerder van LOC binnen elk aangesloten concern een jaarplan met de medezeggenschapsorganen, waarin staat welke doelen men wil halen en wat daarvoor nodig is. Op basis van kwaliteiten, kennis en de juiste verbinding wordt gekeken hoe LOC daaraan een bijdrage kan leveren. Als er een vraag komt over financiën bijvoorbeeld dan kan een vrijwilliger die een specifieke expertise op dat vlak heeft de vraag mogelijk het beste beantwoorden. Dus dat is wat we steeds zullen doen: wie binnen LOC kan de vraag het beste beantwoorden. Zodat leden er steeds op kunnen rekenen dat er een ter zake kundige van LOC langskomt.” Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, 7 december 2012
- Regelhulp: digitale wegwijzer op LOC.nl
LOC werkt sinds oktober samen met de service Regelhulp. Dit is een digitaal loket van de overheid voor onder meer chronisch zieken, ouderen en gehandicapten met informatie over hulp en voorzieningen in zorg en sociale zekerheid. LOC biedt deze dienst aan via www.loc.nl. Het webloket Regelhulp geeft een overzicht van zorg, hulp en financiële ondersteuning. Het gaat daarbij om voorzieningen en ondersteuning van verschillende organisaties, zoals de gemeente, het CIZ, UWV en UWV WERKbedrijf. U kunt in Regelhulp voorzieningen aanvragen of een contactformulier invullen voor een gesprek over ondersteuning. Met één formulier, bij verschillende instanties tegelijk. Als wegwijzer en informatiebron is Regelhulp volledig en up-to-date voor heel Nederland Wegwijzer Regelhulp is een digitale wegwijzer van de overheid en richt zich op cliënten en mensen in hun omgeving, zoals mantelzorgers en familieleden, en op ouders/verzorgers van kinderen tot ongeveer 18 jaar. De informatie op Regelhulp gaat met name over de gevolgen van een chronische ziekte of handicap voor het dagelijks leven. Daarbij gaat Regelhulp niet uit van bepaalde aandoeningen, zoals artrose, diabetes, reuma of kanker, maar van de gevolgen daarvan. Bijvoorbeeld problemen met lopen, zien of het uithoudingsvermogen. LOC is blij om als eerste cliëntenorganisatie samen te werken met Regelhulp omdat het zo bij kan dragen aan het toegankelijker maken van informatie over hulp en voor zieningen. Ook Regelhulp is enthousiast. Susan Orlebeke, projectleider van Regelhulp: “Mensen worden beter bereikt door Regelhulp beschikbaar te stellen in webportalen van organisaties waar zij mee te maken hebben, zoals onder meer de website van een cliëntenorganisatie als LOC. LOC is de eerste cliëntenorganisatie waarmee dit is gerealiseerd, hopelijk volgen andere organisaties dit voorbeeld.” Eigen invalshoek Iedereen die op zoek is naar informatie kijkt vanuit een andere invalshoek. Daarom kunt u op Regelhulp via drie ingangen zoeken naar informatie en oplossingen. Kies voor de optie ‘mijn situatie’ als u stap voor stap uw situatie en uw hulpvraag in kaart wilt brengen. U doorloopt enkele vragen en ziet vervolgens welke mogelijke oplossingen het beste bij uw situatie passen. Via ‘informatie’ krijgt u een overzicht van herkenbare onderwerpen over een beperking, gebeurtenis of levensfase. Dit is de snelle route naar oplossingen, regelingen en voorzieningen voor verschillende situaties. Daarnaast kunt u via ‘direct regelen’ een gesprek of voorziening regelen bij de gemeente, het CIZ en UWV. Regelhulp geeft een overzicht van verschillende soorten oplossingen: zaken die u zelf kunt regelen en voorzieningen waarvoor soms een vergoeding mogelijk is. In dat laatste geval moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. De organisatie die de indicatie stelt, bekijkt of u aan de voorwaarden voldoet. Veel gemeenten laten eerst een medewerker samen met u naar uw hulpvraag kijken en met u bespreken wat de beste oplossing is. Regelhulp is te vinden op de website van LOC of direct te bezoeken via www.loc.nl/regelhulp Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, 7 december 2012
- Hoor wie klopt daar
’t Heerlijk avondje is gekomen. Want… hij komt, hij komt (over een paar maanden). Oh kom maar eens kijken. Want hoor wie klopt daar verloskundige, hoor hoe klopt dat hartje. Zijn hartje klopt, zijn hartje klopt zo blij. ’t Is een bekende zeker, die verdwaasd is zeker, zal eens even vragen naar zijn naam. Wees maar gerust mijn kind. Vol verwachting klopt ons hart.
- rhuMAb Beta7
Twee jaar geleden deed ik als proefkonijn mee aan een onderzoek naar een nieuwe medicijn (rhuMAb Beta7) dat zou moeten helpen tegen colitis ulcerosa. Het medicijn bevond zich in een (vroege) experimentele fase en dus werd mij in een dubbelblind onderzoek eenmalige twee keer een ‘actief medicijn’ of een placebo toegediend. In eerste instantie werd ik doodziek maar niet lang daarna knapte ik daadwerkelijk wat op, tot een niveau waarop de ziekte draaglijk werd. Na deze episode stelde mijn vader bijna elke keer dat ik bij mijn ouders op bezoek kwam, de vraag of ik nu eindelijk al wist of ik het ‘echte’ medicijn of een placebo had gekregen. Iedere keer opnieuw vertelde ik dat ik nog niets wist en dat het nog wel even kon duren voor er duidelijkheid was. Tot ik deze week ineens een mailtje kreeg van de dokter die mij twee jaar geleden ondersteunde tijdens het experiment: “Vandaag heb ik te horen gekregen van het studieteam dat jij destijds het actieve medicijn hebt ontvangen en dus geen placebo.” Waarvan akte. Resultaten zijn voor zover ik weet nog niet bekend. En het kan nog wel even duren voordat het medicijn op de markt komt. Ik heb even gezocht naar informatie en ben er vrij zeker van dat dit mijn onderzoek is, wat zou betekenen dat ik één van de 48 deelnemers ben geweest die wereldwijd (onder meer in de VS, Canada, Duitsland en Nederland) aan dit deel van de studie deelnamen. Wellicht dat hier te zijner tijd meer informatie over de studieresultaten op komt te staan. Wordt vervolgd.
- Terug in de schoolbanken
Nadat we afgelopen maart al ronduit vol in beeld waren tijdens de opnames van Topchef, was het afgelopen vrijdag weer raak. Mijn achterhoofd is inmiddels berucht in Hilversum en omstreken. En waar kan je als quasi-intellectueel beter je (achterhoofd) laten zien dan bij een boeiend college van Robbert Dijkgraaf over het #allerkleinste in de DWDD University? Zie hier onder het bewijs en/of klik op deze link om de uitzending terug te kijken.
- Foto
Omdat het hier alweer veel te lang stil is geweest…. EEN FOTO. Het is nog een gejatte foto ook, maarja het is CRISIS MENSEN. Je moet toch wat! Bedankt Noor 😉 voor de picca. Het slechte nieuws is: druk, druk, druk. Dus ik ga nog beter mijn best het boeiende leventje dat we met z’n 2,5’en leiden, te blijven beschrijven. Hoe het ook zij, er is ook goed nieuws. Marjolein en dus ik ook – leve het inmiddels 2,5 jaar in gemeenschap van goederen getrouwd zijn, gna, gna, gna – heeft een nieuwe camera. Komende tijd dus een heule hoop foto’s ofzo.
- Zorgleefplannen: draagt het bij aan kwaliteit van leven of omdat het moet?
In het project Ouderen aan Zet wordt de komende jaren gekeken in hoeverre zorgleefplannen bijdragen aan de kwaliteit van leven van ouderen. Inmiddels zijn de eerste evaluaties, waarbij gesproken wordt met medewerkers, ouderen en omgeving, uitgevoerd. Welke eerste indrukken kwamen daaruit naar voren? Zorgleefplannen zijn tegenwoordig verplicht als je drie maanden of langer wettelijke zorg ontvangt. LOC is al sinds jaar en dag vraagbaak en vertegenwoordiger van cliëntenraden in de langdurige zorg. Perspectief, kenniscentrum voor inclusie en zeggenschap, brengt nu samen met LOC in kaart hoe zorgleefplannen kunnen bijdragen aan kwaliteit van leven van ouderen. Dat gebeurt op dit moment door middel van evaluaties bij vier organisaties verspreid over het land. Want, zo vindt zowel Perspectief als LOC, iedereen moet een waardevolle rol kunnen hebben in de samenleving. En daarbij mag niemand worden buitengesloten. De basis van de evaluaties zijn uitgangspunten voor kwaliteit van leven beschreven: zeggenschap, gezondheid, lichamelijk welbevinden en persoonlijke ondersteuning, verbondenheid/inclusie en respect en veiligheid. Zorgleefplannen zijn bedoeld om de kwaliteit van leven te verbeteren én de zeggenschap van mensen te vergroten. En zo mensen meer eigen regie te geven. Maar werkt dit in de praktijk ook zo? Zeggenschap In hoeverre hebben ouderen zeggenschap over beslissingen die hen aangaan? Wie stelt bijvoorbeeld de zorgleefplannen op? En op basis waarvan? Uit de eerste evaluaties blijkt dat dit niet altijd gebeurt in samenwerking met ouderen of hun familie. Ouderen die naar een instelling verhuizen zien veel – zo niet alle – begeleiding (in zorg, financiën, huishouden) bijna automatisch overgeheveld worden naar deskundigen of therapeuten vanuit de instelling. Externe alternatieven zijn lastig te organiseren. Ook willen sommige ouderen best nog een handje blijven helpen in het huishouden of de voorbereidingen van de maaltijd, maar dit is niet altijd mogelijk. Zo worden ouderen niet alleen ontlast, maar verliezen ze tegelijkertijd veel vaardigheden en een deel van de regie. Ook communicatie is een belangrijk gespreksonderwerp tijdens de evaluaties. Want zowel medewerkers als ouderen zien dat elkaar verstaan en begrijpen een belangrijke voorwaarde is voor kwaliteit van leven in een instelling. Juist ook als ouderen kampen met geheugenverlies of spraakproblemen. Veel ouderen vragen zich af hoe zij zich verstaanbaar kunnen maken, op zo’n manier dat anderen begrijpen wat er wordt bedoeld. Medewerkers, aan de andere kant, zouden meer kennis willen hebben op het gebied van non-verbale communicatie, om beter in te kunnen schatten wat bewoners bedoelen. Betekenisvol leven Krijgt de oudere de ondersteuning die nodig is om zo lang mogelijk een betekenisvol leven met alledaagse mogelijkheden te kunnen leiden? Dat blijkt door de toenemende complexiteit van de zorgvraag, tijdsdruk en tekort aan gekwalificeerd personeel moeilijk. Ondanks de oprechte intentie van medewerkers om ouderen zo goed mogelijk te ondersteunen. Het maakt, zo geven medewerkers aan, dat niet altijd met alle wensen van ouderen rekening kan worden gehouden. Dat ouderen vaak voor activiteiten afhankelijk zijn van derden maakt het er niet gemakkelijker op. En daardoor schieten de leuke dingen van het leven er soms bij in. Een van de oorzaken is dat de prioriteit van medewerkers (van oudsher) primair uitgaat naar de zorg die ouderen nodig hebben. Zowel ouderen als medewerkers zouden echter graag meer tijd besteden aan een praatje, wordt duidelijk tijdens de evaluaties. Want ouderen vinden het belangrijk om hun verhaal kwijt te kunnen en juist de persoonlijke aandacht sneuvelt vaak onder het gevoel van tijdsdruk. Men schikt zich in het besef dat de mogelijkheden niet eindeloos zijn, maar dat maakt ook dat er weinig gekeken wordt naar wat er wél mogelijk is. Verbondenheid Voelt de oudere voelt zich verbonden met anderen, zoals partner, familie en andere naasten, de buurt en de samenleving? En woont op deze een plek waar hij zich thuis voelt? Sommige mensen krijgen veel bezoek, bij een ander komt nauwelijks iemand over de vloer. En waar de een zich thuis voelt, is het wonen in een instelling voor de andere toch vooral een noodoplossing. Hoe dan ook helpt het ouderen als de maatschappij binnen de instelling wordt gehaald. Winkels, restaurants en internet helpen hen weer deel te nemen aan het sociale leven, nieuwe contacten op te doen of oude vrienden te ontmoeten. Een mooi initiatief uit een van de bij het project betrokken instellingen is een wensenpoule, waarbij ouderen met weinig sociale contacten extra aandacht kunnen krijgen. Wat er ook wordt georganiseerd in een instelling, het is belangrijk voor ouderen dat zij ook ondersteuning krijgen in het organiseren van hun eigen activiteiten en contacten. Want veel ouderen willen wel, maar voor hen is het de vraag: waar moeten we beginnen? Respect en veiligheid Leeft de oudere in een veilige, vertrouwde omgeving? Wordt de oudere gewaardeerd voor wie hij is en ‘vroeger’ was, en niet in zijn vrijheid beperkt? Is er wederzijds respect of mist er simpelweg een juiste klik tussen oudere en medewerker? Hoe respectvol ouderen zich behandeld voelen en hoe veilig, hangt veelal samen met dit soort kleine zaken. Is er bijvoorbeeld afgesproken of medewerkers kloppen voordat zij een kamer van een oudere binnenstappen. Of vindt iemand het juist prettiger als een medewerker gewoon binnenkomt? Dat vergt goede afspraken en informatie-uitwisseling. En hoe wordt er omgegaan met de dood van een huisgenoot? Worden kennissen en vrienden hierin gekend of horen zij pas veel later dat er iemand is overleden? Effect van zorgleefplannen Draagt het zorgleefplan er aan bij dat ouderen hun vertrouwde leven zo lang mogelijk vast kunnen houden? Kunnen zij ook hun laatste levensfase zolang mogelijk als zinvol en betekenisvol ervaren? Op basis van de eerste gesprekken is hierover uiteraard nog moeilijk iets te zeggen. Wel wordt er vaak gedacht: zo’n zorgleefplan, het moet. De meerwaarde ervan wordt regelmatig in twijfel getrokken. Toch liggen de kansen en verbetermomenten voor het oprapen als de eerste gesprekken naast elkaar worden gelegd. Veel zorgen en wensen van ouderen komen overeen. Zo zou het ouderen al heel veel helpen als zij eenvoudiger zouden kunnen inzien wat er in het zorgleefplan staat. En als medewerkers naast de dagelijkse zorg, meer oog zouden hebben voor waar het werkelijk om zou moeten draaien: de kwaliteit van leven van ouderen. Door meer te investeren in een goed leven voelen bewoners zich prettiger. En kunnen daardoor wellicht ook meer zelf doen en een betekenisvol leven leiden waarin wensen, dromen en doelen ook belangrijk zijn. Want dromen stoppen niet als ouderen naar een instelling verhuizen. Het devies: met elkaar in gesprek gaan over gelijkwaardigheid en over hoe je samen kunt zorgen dat zaken goed gaan. Oorspronkelijke publicatie: LOC.nl, 22 oktober 2012
- Tweespraak: start van een gezonde dialoog
De gezondheidszorg van de toekomst vraagt een omslag in denken en handelen. Kwaliteit van leven komt daarbij voorop te staan. Alleen zo kunnen behoeften van de cliënt centraal staan in een volwaardige zorgrelatie tussen cliënt, zijn omgeving en de zorgverlener. Tweespraak, een innovatieve signaleringsmethode waarmee LOC gaat werken, draagt daar aan bij. Tweespraak geeft de cliënt een echte stem. De methode geeft cliënten en hun naasten de kans om vol op mee te doen aan het verbeteren van de zorg- en dienstverlening. Zorg moet zich volgens waarde-volle zorg, de visie van LOC, bezighouden met de gezondheid van mensen en niet alleen met ziekte. En zorg moet zich richten op wat mensen belangrijk vinden, waar zij plezier in hebben en waarmee zij in lichamelijk, geestelijk en sociaal opzicht zo gelukkig mogelijk zijn. Wat dat precies is, kan per mens verschillen. In de optiek van het LOC is de mens altijd van waarde. En… mensen zijn verantwoordelijk voor hun leven. Waarom Tweespraak? Pas als je cliënten een echte stem geeft, kun je de zorgverlening optimaliseren. Een heldere dialoog is cruciaal voor werkelijk goede zorg- en dienstverlening. Want een volwaardige zorgrelatie ontstaat alleen als de cliënt, de omgeving en de zorgverlener zich allen gezien, gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Daarom is het concept Tweespraak ontwikkeld. Cliënten en medewerkers in de zorg zenden voortdurend signalen uit over de beleving van geboden dienstverlening. Volgens cliënten en mensen in hun omgeving, maar ook volgens medewerkers, ontvangen zorgorganisaties deze signalen nu vaak slecht en/of worden ze niet omgezet in acties. Eigenlijk ontbreekt het vaak aan een goed gesprek tussen cliënten en de organisatie. LOC gaat als partner van Tweespraak werken met dit instrument, omdat het voorziet in een goed startpunt van een gezonde dialoog tussen (potentiële) cliënten en andere betrokken partijen in de zorg. Hoe werkt het? Tweespraak wil een omslag in het denken en doen van cliënten en zorgverleners bewerkstelligen. Het gaat om het continu bewust zijn van vragen, behoeften en onvervulde wensen. Tweespraak maakt daarvoor gebruik van een digitaal platform. Hierop kunnen 24 uur per dag zowel positieve als negatieve signalen van cliënten, verwanten en medewerkers worden geregistreerd. In minder dan drie minuten kan een maximale hoeveelheid informatie worden gegeven. Tweespraak zet dit om in informatie die onmiddellijk aanzet tot verbetering in de zorg en dienstverlening. Desgewenst kan er ook direct worden teruggekoppeld naar de afzender van het signaal. Zo ontstaat er, naast de dagelijkse gesprekken tussen de individuele hulpverleners en cliënten, ook een continue dialoog tussen cliënten en de zorgorganisatie. En die dialoog staat in het teken van het voortdurend samen verbeteren van de zorg. Daarom ook, om een echte dialoog te kunnen starten, is het niet mogelijk signalen anoniem te geven. Daar staat tegenover dat uiterst zorgvuldig met de gegevens wordt omgegaan. Om van Tweespraak een succes te maken wordt voorzien in een zorgvuldige introductie en invoeringstraject. Want het gaat om een cultuuromslag. LOC en Tweespraak LOC heeft een partnerschap met Tweespraak en ICT-aanbieder Topicus. LOC legt de verbinding tussen Tweespraak en zorgorganisaties/cliëntenraden. Zodat ook op die manier de dienstverlening aan cliënten in de zorg verbeterd kan worden. Zo wordt het invullen van kwaliteit verschoven van werken binnen de norm naar voortdurend verbeteren. Tweespraak past op die manier goed bij waar waardevolle zorg voor staat. Mensen willen een betekenisvol leven leiden: zij willen invloed hebben op hun leven en omgeving en daar een gevoel van eigenwaarde aan kunnen ontlenen. De zorg moet mensen ondersteunen om de dingen te doen die ze, gelet op hun mogelijkheden en beperkingen, zelf belangrijk en zinvol vinden. De zorgorganisatie en zorgverlener dragen zo bij aan de kwaliteit van leven van de cliënt. En daarmee aan het welzijn van de samenleving waar de cliënt deel van uitmaakt. Dienstverlening van LOC gaat in de loop van 2013 met het instrument Tweespraak werken en dit gericht aanbieden aan cliëntenraden en zorgorganisaties. Kijk op www.loc.nl/tweespraak Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, herfst 2012
- Experiment regelarme instellingen
Doorverwezen worden zonder écht geholpen te worden, administratieve rompslomp of door regels niet de zorg krijgen die nodig is. Het zijn enkele van de regels die acht cliëntenorganisaties – waaronder LOC – hebben verzameld op basis van signalen van cliënten en cliëntenraden. Om een einde te maken aan hinderlijke regels heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het experiment regelarme instellingen gestart. Mevrouw Jansen is aan het dementeren. Zij zorgde altijd voor haar gezin, deed het huishouden en kookte, maar nu lukt dat niet meer. Haar man is mantelzorger en wil haar zolang mogelijk thuis houden. Dat lukt met moeite. Meneer Jansen helpt zijn vrouw bij het douchen maar is van een generatie die niet gewend is eten te koken of schoon te maken. En zijn krachten worden ook minder nu hij ouder wordt. Hij vraagt hulp. Via de Awbz (Algemene wet bijzondere ziektekosten) kan zijn vrouw hulp krijgen bij het douchen. Huishoudelijke hulp krijgen ze door regelgeving niet, met als gevolg dat de Jansens duurdere zorg krijgen waar ze niet echt mee zijn geholpen. Het is één van de vele voorbeelden van regels, waar cliënten last van hebben. CG-Raad, CSO, LOC, LPGGz, Mezzo, NPCF, Per Saldo en Platform VG bundelden de krachten en stelden een top 10 (zie kader) vast van veelvoorkomende regels die cliënten lastig vinden. Het ministerie van VWS startte parallel hieraan een experiment met regelarme instellingen. Achtentwintig instellingen werken in dat experiment met veel minder regels. Onlangs spraken cliëntenraadsleden van de deelnemende instellingen in WoonZorgcentra Haaglanden over de jungle aan regels met vertrekkend staatssecretaris van VWS, Marlies Veldhuijzen van Zanten. Marthijn Laterveer, plaatsvervangend directeur LOC, gaf namens de acht cliëntenorganisaties een toelichting op de regels. Oorzaken De verschillende partijen gingen vervolgens in gesprek. De staatssecretaris sprak uit ervaring: “Ik heb als mantelzorger gemerkt dat er een wereld te winnen valt. Dat was één van de redenen ervaringen te verzamelen en onderzoek te doen naar waar die regels vandaan komen.” Vaak, zo zegt ze, is het moeilijk regels vanuit de oorsprong op te lossen. En vaker nog is het juist ook de combinatie aan regels die het voor de cliënt moeilijk maakt. “Er spelen bijvoorbeeld politieke belangen. Als er één iemand in een instelling gevallen is, komt er vanuit de Kamer een verzoek te regelen dat het niet nog eens gebeurt.” Het uitvoeren van de regels blijkt veel tijd en geld te kosten. “Soms wel dertig procent van het budget. Als je zo’n regel wilt veranderen, moet je opboksen tegen politieke belangen”, aldus de staatssecretaris. Liever zoekt ze naar een oplossing vanuit de cliënten zelf. “Want als je niet vanuit de oorsprong de regels kunt oplossen, dan maar het regelarm organiseren van de zorg met de insteek: waar we kunnen afschaffen of helpen met afschaffen van overbodige regels.” Toch ligt het probleem niet alleen bij de overheid. Veel regels worden ook in de instellingen zelf gemaakt. “Het is verbazingwekkend hoe weinig regels er vanuit de landelijke politiek worden opgelegd”, aldus een vanuit het ministerie bij het experiment betrokken ambtenaar. Ook de cliëntenraad kan helpen de regelzucht te beteugelen. Een cliëntenraadslid: “Daar moeten we ook de hand in eigen boezem steken. Vaak is een cliëntenraad een afspiegeling van hoe het gaat in een instelling.” Oplossingen Een cliënt heeft een oplossing: “De cliënten vertrouwen geven in plaats van wantrouwen als het gaat om financiën. In plaats van alle kosten te moeten verantwoorden, kan dat steekproefsgewijs. Bij studenten wordt er ook op vertrouwd dat zij hun studiefinanciering in de studie steken? Maar als cliënt moet ik alle kosten uit mijn persoonsgebonden budget verantwoorden, waardoor ik weer hulp moet inhuren om alle formulieren in te vullen.” Een veelgehoorde oplossing: verantwoordelijkheid geven aan de mensen om wie het draait: verzorgenden, cliënten en familie. “Zo laag mogelijk in de organisatie. Zo voelen zij zich ook meer betrokken.” Een voorbeeld: een van de aanwezigen kwam voor het eerst bij Buurtzorg. “Ze vroegen me welke hulp ik nodig had. Een openbaring, want dat was nooit eerder zo expliciet gevraagd.” Datzelfde geldt voor de medezeggenschap, die ook dichter bij de mensen kan komen te liggen. Nu wordt een cliëntenraad soms als een eilandje ervaren. “Dat bovendien vaak moeilijk te organiseren is, door onder meer het verloop in de raad.” Over één ding zijn allen het eens: de cliënt moet centraal staan. “De tevredenheid van de klant is toch belangrijker dan dat de instelling zoveel miljoen omzet maakt?” Nu ligt het initiatief als het gaat om het verminderen van regels bij de instellingsmanager. “Maar dat is hetzelfde als aan de slager vragen vegetariër te worden. Want als hij in de overhead snijdt, bewijst hij dat het ook zonder al die bureaucratie kan.” Bovenal moeten gesprekken met betrokkenen zoals deze en de experimenten in zorginstellingen, leiden tot meer tijd voor de cliënt. “De mensen die de regels maken, moeten zien hoe het in de praktijk werkt. Het gaat mij niet om het aantal uren zorg dat ik volgens mijn indicatie krijg, maar of ik de zorg krijg die ik nodig heb.” Zoals één van de cliënten het verwoordt: “Ik ben belastingbetaler, betaal zorgpremie maar heb het minste te zeggen over de zorg die ik ontvang.” Top 10 lastige regels • Ik heb een ernstige klacht. Iedereen verwijst mij door en niemand lost iets op • We moeten de diagnose steeds ‘bewijzen’ terwijl de aandoening niet geneest • Iedere keer moet ik weer hetzelfde verhaal vertellen • Ieder zorgkantoor heeft eigen regels voor budgethouders • Ik heb veel last van de administratie in de zorg • Iedere keer komen er weer andere hulpverleners over de vloer • Ik krijg niet de zorg die ik eigenlijk nodig heb • Ik begrijp niet hoe het zit met eigen bijdragen en geld dat ik terugkrijg en ik kan het niet betalen • Ik snap niet wanneer ik voor een vergoeding in aanmerking kom • Gewoon eten koken zoals thuis mag hier blijkbaar niet meer Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, herfst 2012
- Boeken
Hallo allemaal. Mijn naam is Wim Brands, onthoud die naam. Deze aflevering van Boeken, in een iets andere setting dan normaal, staat vandaag in het teken van rouw. Mannenrouw, vriendenrouw en ouderrouw. We hebben het vandaag zoals ik zei over rouw. Ik mag daarom drie gasten aan mijn tafel verwelkomen: allereerst de grote schrijver A.F.Th. van der Heijden. En naast hem zitten twee mensen die ook een boek schreven: Tim Overdiek en Peter Zantingh. Welkom. Zoals gebruikelijk zal ik eerst een lang verhaal vertellen over waarom jullie hier zitten. Theatraal houd ik jullie boeken in de lucht zodat de uitgever tevreden is. En ik zal uitgebreid mijn mening uit de doeken doen over ‘Tonio’, van jou A.F.Th., ‘Tranen van liefde’ van Tim Overdiek en tot slot over de roman ‘Een uur en achttien minuten’ van groentje in dit vak, Peter Zantingh. Als er nog tijd over is na mijn introductie, mogen jullie nog even kort reageren, waarna ik een persoonlijke interpretatie geef van verhalen. In het waargebeurde ‘Tonio’, van jou A.F.Th. van der Heijden, beschrijf je hoe een wanhopige vader samen met zijn vrouw de tijd voor, tijdens en na het overlijden van zijn enige zoon Tonio beleefd. Een fascinerend verhaal, waarbij je ouders ziet vechten met een waarheid waar geen enkele ouder mee geconfronteerd zou moeten worden. Je gaat uiteindelijk, heel dapper natuurlijk, op zoek naar wat er in die fatale nacht gebeurd is. Als lezer denk je de hele tijd: waarom laat die man het niet rusten? Steek je energie in je vrouw, die het ook moeilijk heeft. Ik kijk je nu even indringend aan A.F.Th. Is dat ooit een optie geweest? Of moest je het gewoon van je afschrijven? Was het een excuus om maar niet écht te hoeven leven in de realiteit dat je Tonio nooit meer zou zien? Tja, helaas Adri, ik mag Adri zeggen toch? Helaas hebben we geen tijd meer om nog dieper op je boek in te gaan. Dus gaan we naar mijn volgende gast. Ja, Adri, je mag opstaan en plaats maken voor Tim. Want Tim Overdiek – goedemorgen Tim – is als journalist al jaren verbonden aan de NOS. Reisde als correspondent de hele wereld over. Woonde in niet de minste plaatsen: Washington, New York, Londen. Tot je samen met je vrouw besloot om terug te keren naar Amsterdam. Jullie hadden inmiddels twee prepuberende kinderen. Maar dan op een dag krijg je een telefoontje van je zoon: je vrouw is aangereden door een motoragent. Je snelt naar het ziekenhuis en hoort dat de schade meevalt: een zware hersenbloeding. De volgende nacht word je wakker gebeld door iemand uit het ziekenhuis: het gaat niet goed met je vrouw. Je begint je boek, wat eigenlijk een soort dagboek is, precies een maand later. En.. oh ik krijg een seintje van mijn regisseur dat ik moet afronden. Ik wil nog wel even zeggen dat ik het een prachtig boek vond. De eerlijkheid van mannenrouw. Dan gaan we nu naar Peter Zantingh. Peter, we hebben helaas nog maar een minuut, maar elke publiciteit is in jouw geval mooi meegenomen niet waar? ‘Een uur en achttien minuten’ gaat niet zoals de titel doet vermoeden over het maken van het perfecte tajine-gerecht, maar is het verhaal – een roman – over vier of vijf vrienden, dat heeft de redacteur niet helemaal duidelijk opgeschreven, die te maken krijgen met de zelfmoord van hun makker. Je leest vervolgens hoe de hoofdpersoon van het boek hier mee om probeert te gaan. En hoe jongeren moeite hebben om over emoties te pr…Peter ik geef je een hand. De eindtune klinkt. Ik had nog veel langer met je door willen praten, maar we moeten nou eenmaal ook aan de kijkcijfers denken. Tot volgende week!
- Babykamer
‘Opa’ en ‘oma’ waren zo aardig om een paar kilometer om te rijden om een wieg en ondelen voor de commode (van een Zweeds meubelmerk dat ik hier niet zal noemen) voor de deur uit te laden. Na een urenlange queeste over gevaarlijke wegen, langs draken, heksen en ooms kwamen alle babymeubelen wonder boven wonder heel aan in Den Bosch. Helaas ging het een paar meter later bij het uitladen – een beetje – mis en flikkerde een der dozen op de drempel (echt waar!) neer nota bene. Krak zei een van de planken. ‘Gelukkig’ betrof het hier slechts een kleine beschadiging aan de commode en ging het familiewiegje dat al 3412 jaar Paping-babies te slapen legt, zonder scheuren de trappen op. De noeste arbeid moest toen nog beginnen want het Zweedse meubel moest nog in elkaar en het Zweedse meubelmerk maakt er een sport van om mensen zo lang mogelijk bezig te laten zijn met het in elkaar zetten. Ze gebruiken daarvoor slimme tactieken zoals onduidelijke tekeningen, het meeleveren van te weinig spijkers en het plaatsen van schroefgaten op de meest onmogelijke plaatsen. Uur na uur waren we in de weer met moertjes, boutjes en flafjes. Op de achtergrond hoorden we het Nederlands Elftal spelen tegen Andorra. Na hopeloze pogingen om alle planken op de juiste plaats in de commode te krijgen begonnen we zelfs te hallucineren en dachten we te horen dat ene meneer Schaken (!?) een doelpunt voor Nederland maakte. Niet veel later ging dan toch het laatste schroefje ergens in en waren onze meubelen klaar. Een glorieus moment: een babykamer die vorm begint te krijgen. Klein maar fijn. Met een mooie commode waarbij de beschadigingen redelijk onzichtbaar zijn gemaakt en een wiegje waar ik en mijn vader ooit ook nog in hebben gelegen.
- Echo
Kleine traantjes pinken op Marjolein’s wang als we het diagnostiekcentrum uitkomen. Nog geen vijf minuten daarvoor zat een vriendelijke mevrouw van achter in de vijftig met een soort afstandsbediening in de buik van mijn vrouw te porren. Aan de buis gekluisterd hoorden we dat alles goed zat. We zagen genoeg vingertjes, voertjes, hartkamers, laar om te horen of alles goed is met onze zoon of dochter dan ineens gisteren! Na eerdere succesvolle echo’s was er nu voor het eerst ook echt iets in te herkennen. Handen, voeten, een hoofd, hart, nieren en meer van die dingen die baby’s vaak hebben.
- Stel je voor: een beter leven voor ouderen
Zorg waarbij (het leven van) de mens centraal staat. LOC (in haar visie ‘waarde-volle zorg’) en Perspectief (al sinds de oprichting 12,5 jaar geleden) zetten zich hier in Nederland voor in. In Australië is men wellicht al verder met projecten als ‘The People at Centre Stage’ en met name ‘Better Practice Project’. Hierin wordt gezocht naar een innovatief model waarin ouderen meer keuzes en controle krijgen over de zorg die zij ontvangen, met behoud van autonomie en eigenheid. Ofwel het ‘hervormen van de ouderenzorg’. Australiërs Ronda Held en Joyleen Thomas, schrijfsters van het handboek ‘Imagining a better life for older people’ waren in april in Nederland om hun visie op de ouderenzorg te delen met ondersteuners, vertegenwoordigers van instellingen en ouderen zelf. Ze zetten zich al vele jaren in voor een zinvol en waardevol leven voor iedereen, los van wie je bent en wat je (nog) kan. Ronda: “Zouden we gesprekken met ouderen niet vaker kunnen laten gaan over wat leven voor hen waardevol maakt? Zou dat niet veel mooier zijn dan telkens over problemen te praten?” “We verwijderen de ouderen nu van de samenleving. Eén van de vragen is: hoe kun je ze daar juist bij betrekken?,” aldus Ronda. In het handboek wordt uitgelegd hoe met name ouderen die thuis verzorging ontvangen, de zorg kunnen krijgen die aansluit bij waar zij behoefte aan hebben zodat zij een zinvol en waardevol leven kunnen leiden. Want ook al doen zorgmedewerkers dag in dag uit hun best, soms kunnen bijvoorbeeld papierwerk, regels en organisatiesystemen tijdelijk de focus afhalen van wat de ontvanger van zorg echt nodig heeft. Ronda vertelt over een man die een ouderenvoorziening runt. “Hij vond dat hij dat geweldig deed. Toen ik hem er naar vroeg, zei hij echter dat hij er zelf nooit zou willen wonen.” Goed leven Joyleen Thomas heeft 27 jaar gewerkt in de ouderen verzorging voor ACH Group. Bij ACH is in gesprekken met ouderen de afgelopen jaren onderzocht wat ‘goed leven’ voor hen betekent. Wat vooral belangrijk bleek: mensen willen dat hun eigenheid wordt erkend en gewaardeerd, dat ze hun eigen beslissingen kunnen nemen, kunnen uitkijken naar de dag van morgen, relaties aan kunnen gaan met anderen, ze willen hun passies kunnen uitoefenen en ze willen zo gezond zijn als mogelijk. Joyleen noemt Len als hét voorbeeld van hoe dat kan. Ze leerde hem kennen in de week dat zijn vrouw doodging. Hij bleek bovendien Parkinson te hebben. “Maar verder wisten we eigenlijk niet veel van hem. We kwamen er achter dat hij heel erg actief was geweest bij de footballclub. Dat was op de achtergrond geraakt toen hij een gezin kreeg. Nu hij er alleen voor stond, besloot hij weer actief te worden voor de club. Vanuit zijn kennis en rijke ervaring was hij een aanwinst voor de club en leefde hijzelf weer helemaal op. Het ging ineens niet meer over welke zorg hij als Parkinsonpatiënt nodig had, maar hoe hij invulling kon geven aan zijn leven” Controle en autonomie Maar, aldus Ronda Held, in de praktijk raken ouderen gemakkelijk de controle kwijt over zowel kleine als grote beslissingen in hun leven. Ronda stelde zichzelf de vraag hoe instellingen kunnen helpen dit te voorkomen. ‘Right relationship’ ofwel ‘goede relaties’ zijn hierbij een noodzaak, zo stelt ze. Zorgverleners bejegenen oudere zorgvragers met gepast wederzijds respect en integriteit. De zorgvrager bepaalt zélf hoe hij of zij wordt geholpen. Hetzelfde geldt overigens ook voor relaties die de zorgvrager heeft met anderen, zoals familie en de gemeenschap. Het uitgangspunt moet zijn ‘hoe staat deze persoon in het leven’ en niet het standaardpakket aan hulpmaatregelen dat beschikbaar is. Er moet onderzocht worden wat belangrijk is voor de zorgvrager, zodat de hulp bijdraagt aan het leven dat hij of zij wil leiden en niet dat het leven van de oudere wordt georganiseerd rond de hulp. Cliëntgerichte zorg Mensen zelf de regie geven over de invulling van hun zorg. Dat is de basis van ‘consumentgerichte zorg’ zoals Ronda Held die beschrijft. Zoals het initiatief ‘The People at Centre Stage’ (de mensen centraal) waarin gezocht wordt naar een model waarbij zorgvragers en familie meer keuzes krijgen en de regie hebben over de zorg die zij ontvangen, met behoud van autonomie en eigenheid. Voorkeuren van ouderen worden besproken met zorgverleners, die ze proberen te integreren in de dagelijkse zorg. Andere invullingen zijn zelfgestuurde zorg of individuele budgetten, zoals de persoonsgebonden budgetten zoals we die in Nederland kennen. En waar ‘consumentgerichte zorg’ eerder vooral werd gebruikt bij ondersteuning van mensen met een handicap, wordt het tegenwoordig ook over de hele wereld gebruikt bij de zorg voor ouderen. In Australië bijvoorbeeld, is geld vrijgemaakt om dit soort ‘consumentgerichte’ initiatieven te ondersteunen. “Ouderen willen samenwerken met medewerkers, ze willen hun eigen doelen najagen in plaats van zich aan te passen aan bestaande structuren en zorgpakketten. In Australië bestaat een project waarbij ouderen kunnen kiezen hoe ze hun zorggeld besteden in plaats van dat dat voor hen wordt bepaald. Voor sommigen is één per week fysio bijvoorbeeld niet genoeg, voor de ander wel. Dat kan de patiënt dan zelf bepalen.” Luisteren Ronda vindt dat er in de toekomst echt anders gekeken moet worden naar ouderenzorg: “Iedereen heeft andere verwachtingen natuurlijk. Maar ik denk niet dat de volgende generaties genoegen zullen nemen met de zorg zoals die er nu is.” Over hoe dat anders zou kunnen heeft Ronda ideeën genoeg. “We moeten ons denken veranderen. Niet meer dingen doen omdat we het altijd zo gedaan hebben, maar zorgen dat mensen een open mind krijgen, open staan voor andere dingen. Door bijvoorbeeld te luisteren naar de oudere. Al gaat dat niet van de een op de andere dag.” Oorspronkelijke publicatie: www.loc.nl, 6 september 2012
- Lekke band
Een paar minuten te laat komen we gisterenavond een bescheiden parkeerplaats op een industrieterrein opgelopen, niet ver van ons huis. Normaal gesproken zou de hele reis maar acht minuten fietsen zijn, maar nog niet eens halverwege raakt mijn achterband lek. Het betekent een kwartier lopen met de fiets aan de hand. We worden geleid naar een bomvol zaaltje waar een grijze vrouw al bezig is met haar inleiding. Alle stoelen zijn bezet. Vijftig man, waarvan de helft vrouw – het merendeel al heel zichtbaar zwanger – zit aandachtig te luisteren. Achter de grijze vrouw staat een powerpointpresentatie aan. Er moeten extra stoelen bij worden gehaald, alles is al bezet, en met ons komt nog een drietal koppels binnen. Even later zit ik letterlijk in de deuropening te kijken hoe de grijze vrouw vertelt over de zwangerschap. Een aantal mannen heeft een blocknote mee en schrijft zo nu en dan iets op, terwijl de grijze vrouw weinig schokkende dingen vertelt. Af en toe stelt een vrouw in de zaal een vraag die voor haar is opgeschreven op een fel geel papiertje. Ondertussen stijgt de temperatuur met elke ademhaling. Het zaaltje is overduidelijk niet bedoeld voor vijftig personen of tenminste 25 zwangere vrouwen. De grijze vrouw gaat – ondanks geschuif met stoelen omdat er nog altijd mensen bij moeten komen – door met haar verhaal, over de geboorte inmiddels. Inmiddels ben ik doorgeschoven naar een luxe bureaustoel naast Marjolein ergens in het midden van de zaal. In een bijzin zegt de grijze vrouw ‘maar daar ga ik na de pauze nog wat verder op in’. Marjolein en ik kijken elkaar verschrikt aan. We zitten dan al bijna anderhalf uur in deze pufsauna en er komt nog een pauze en een tweede deel!? Een roodharige vrouw – uitbundig type, eentje waarvan je het idee hebt dat je haar al heel lang kent, ook al zit je pas 90 minuten achter haar – stelt kritische vragen. Hoe zit dat dan met bevallen thuis? Dat geeft toch enorme rotzooi? En dan krijg je zo’n klein zeiltje. Dat is toch nooit genoeg? En de artsen bepalen voor mij wanneer ik een ruggenprik mag, terwijl ik daar lig te kreperen? De door de hitte opgeleefde zaal reageert geamuseerd en van twee rijen verder roept iemand dat ze ook landbouwzijl kan gebruiken. Ze schrijft het lachend op. Na de korte pauze waarin iedereen snel de koelte van de nazomeravond buiten opzoekt, keert een aardig deel van de mannen en vrouwen niet terug. We kunnen ineens royaal zitten wanneer de grijze vrouw vertelt over de kraamtijd en borstvoeding. Gewoon doen, dat borstvoeden, is de boodschap. ‘Het kwaad is toch al geschied’, zegt ze als ze spreekt over de angst van vrouwen dat het de borsten aantast. ‘De zwangerschap heeft dat al gedaan.’ Om even na half tien staan we weer buiten in de aangename frisheid van de avond – een graad of 17. ‘Dan zijn jullie mooi voor tien uur thuis.’ We pakken onze fietsen aan de hand en samen lopen we het parkeerterrein af. Voorlopig zijn we nog niet thuis.
- Voorspellingen 2012-2013
Inmiddels zijn alle voorspellingen voor de eredivisie ontvangen en bij elkaar gezet in een bestandje. Zoals elk jaar heb staan daarin ook de voorspellingen van de zelfbenoemde ‘prominenten’, uit de VI seizoensgids, toegevoegd. Deze doen uiteraard niet mee voor de prijzen (5 euro en de eeuwige roem voor een jaar). Wat feiten op een rij. 17 deelnemers geloven dat PSV eindelijk weer eens kampioen zal worden, drie mensen gokken op Ajax en nog twee mensen geloven in McLaren’s FC Twente. Als we de voorspellingen moeten geloven gaat Willem II het moeilijk krijgen om zich te handhaven. En strijden VVV en PEC dit seizoen tegen de nacompetitieplaatsen. Overigens wordt FC Groningen in alle voorspellingen – ook die van de prominenten – hoog ingeschat dit jaar. In het excelbestand kan ook nu weer (links bovenin) de actuele stand worden ingevoerd om de actuele ranglijst voor de voorspelling te zien. Op deze website staat regelmatig een tussenstand.
- Voetbalvoorspelling 2012-2013
Vrijdag 10 augustus, begint het nieuwe seizoen alweer voor de eredivisieclubs. En zoals ieder jaar is er ook nu weer een voetbalvoorspelling geopend. De regels zijn simpel: meedoen is gratis en winnen levert (tenminste) 5 euro op + de eeuwige roem (voor een jaar). Lever vanaf nu je voorspelling in maar (als het even kan) uiterlijk vrijdag 10 augustus 20.00 uur, via kpaping@outlook.com Voor wie vorige jaren heeft meegedaan in het principe bekend, voor de anderen is principe als volgt: Je geeft in een lijst van 1 tot en met 18 aan hoe jij denkt dat de eindstand van de eredivisie zal worden. Om het mij gemakkelijker te maken vul je je voorspelling als volgt in: 1 Club X 2 Club Y 3 Club N ….(enz tot…)…. 18 Club T Doel is om zo dicht mogelijk bij de werkelijke eindklassering van de eredivisie te zitten. Iedere plaats die een club ernaast zit is een strafpunt; de persoon met de minste strafpunten voor alle clubs, wint. (Dus bijvoorbeeld je voorspelt dat Ajax eerste wordt en Ajax wordt zesde, dan krijg je 6-1= 5 strafpunten voor die club), de strafpunten van alle clubs tezamen is je ‘score’. De persoon met de laagste score, en dus de minste strafpunten, wint. Controleer voordat je je lijstje verstuurt of je geen clubs dubbel invult of vergeet (dit gebeurt namelijk geregeld). Ik ben zelf tot en met 19 augustus met vakantie dus kan het niet voor je controleren. Zorg zoals eerder genoemd dat je voorspelling uiterlijk vrijdag 10 augustus 2012 20.00 uur binnen is (dus vóór de eerste wedstrijd). Stuur je me meerdere lijstjes toe? Dan zal ik de laatste lijst die ik ontvang mee laten tellen (je doet dus maar een keer mee). Bij vragen mail gerust naar kpaping@outlook.com , bedenk echter dat ik vanaf zaterdag op vakantie ben en dus niet altijd de gelegenheid heb om te antwoorden. Voor de eerlijkheid is het wel zo leuk als iedereen optijd zijn/ haar voorspelling inlevert. En ja: er kan ook nog vanalles veranderen door transfers e.d. maar daar heeft iedereen even veel last van. Weet je nog iemand anders die eventueel wel mee wil doen? Stuur diegene dan de link naar dit bericht door. Als de competitie is begonnen (en ik weer terug ben van vakantie) stuur ik alle deelnemers een bestand toe waarin alle voorspellingen van alle deelnemers staan. En zo nu en dan zal ik op www.kasatari.nl een tussenstand plaatsen. Daarnaast zal ik in de winterstop een tussenstand rondmailen; en als de competitie is afgelopen uiteraard een eindstand.
- Schoonmaak
Is het niet fascinerend om naar de lijst met kandidaat kamerleden van de PVV te kijken? Het is misschien gevaarlijk om in ‘goed’ en ‘fout’ te denken, maar wat ‘de grote leider’ de afgelopen jaren in de media heeft geroepen laat weinig aan de verbeelding over. Wie daar achteraan loopt, kan met recht nooit meer zeggen ‘wir haben es nicht gewusst’. Waarom fascinerend? Er staan nogal wat nieuwe mensen op de lijst omdat (toeval of niet) er nogal veel PVV’ers een duister verleden bleken te hebben of zich een beetje vreemd gedroegen. De grote schoonmaak resulteerde in veel onbekende namen en, dat is het leuke, veel pasfoto’s die bij die onbekende namen horen. Zo simpel kan tijdverdrijf zijn: een naam, een geboortedatum, een foto en een context. Tussen de gebruikelijke ‘engerds’ (die je overigens ook bij andere partijen wel ziet), staat een keur aan vriendelijk en tolerant ogende medemensen. Reinette Klever, nummer 12, bijvoorbeeld ziet er toch best oké uit. Zegt dus niets. En ook achter Gabriëlle Popken (nummer 29) zou je niet direct zoeken dat ze streeft naar een land waar ‘geen centimeter ruimte is voor de islam’. Nee dan ‘buurvrouw’ nummer 35 Yvonne Waterman of ‘opa’ Joost van Hooff. Hoe vaak zouden zij het woordje kopvoddentax in de mond nemen? Enfin, ik zou nog wel even door kunnen gaan. Even ja, want gelukkig zijn de meeste kandidaten van de Partij voor de Vrijheid (moet het eigenlijk niet PV of PvdV zijn?) types met wie je liever niet in een kapotte lift staat. Zo hoort het ook: lekker overzichtelijk. Ergens bewonder ik deze engerds en vriendelijk ogende politici wel. Omdat ze met naam en toenaam op zo’n pagina gaan staan en uitkomen voor wat ze vinden. Het mooie van democratie is vervolgens de vrijheid om op iets anders te kunnen stemmen.
- Wandelaar
Na een week van onuitputtelijke regenbuien is het zowaar droog en aangenaam warm als ik even na vier uur in de middag op een stenen trap langs de Waalkade neerplof. Op een digitale klok van meters breed aan de overkant van de weg, tikken seconden weg. Minder dan een uur voordat de laatste lopers binnen moeten zijn. Tussen de klok en mij lopen of strompelen de vierdaagselopers voorbij. Sommige geconcentreerd, anderen high fiven mensen in het publiek, een enkeling huppelt mee op snel afgespeelde jaren tachtig hits die door de luidsprekers galmen. Sommige lopers lachen, anderen huilen of doen dat bijna. Iedereen echter, loopt door. Als de laatste twee – op leeftijd zijnde – mannen passeren, volgt de bezemwagen. Minder dan twintig minuten op de klok. De mannen, één in een blauw shirt – de ander in een witte, lopen beide krom. Hellend naar rechts zetten ze moeizaam de ene voet voor de andere. Ik loop ze achterna, als zijn het de rattenvangers van Hamelen. De man in het blauwe shirt duwt zichzelf met zijn rechter vuist – zo lijkt het alhans – naar voren. Het tempo zakt; de bezemwagen heeft ergens een andere afslag genomen. De straten worden al bedolven onder het stadsleven. Nog even geven de twee heren elkaar een bemoedigende hand, waarna ze elk voor zich de laatste meters afleggen. Volgens de klok zijn ze hoe dan ook te laat. Toeschouwers raken in de ban van een groot podium naast de weg, tapbiertjes gaan van hand tot hand en spontane straatfeestjes vagen de route voorgoed weg. Nog eenmaal zet man in het blauwe shirt aan. Een vrouw uit het publiek ziet het gebeuren en stapt op hem af. Ze slaat een arm om hem heen. Samen lopen ze traag door de mensenmassa. Het lawaai van muziek en een joelende menigte overstemt de stille triomftocht van de anonieme wandelaar.
- Slaapkamer
Een keer in de zoveel tijd stel ik aan mijn vrouw voor om ons huis opnieuw in te richten. Meestal krijg ik een afwijzend ‘Waarom?’ of ‘Moet dat?’ terug als reactie. Zo niet deze maandag, toen ik opperde om de studeerkamer (waar overigens weinig is gestudeerd) om te wisselen met onze slaapkamer (waar overigens, nou ja, je weet wel). Voor wie het nog niet weet: als alles goed gaat, hopen wij rond 1 februari 2013 een blob te mogen verwelkomen. En die schijnt ook ergens te moeten slapen. Wellicht aangemoedigd door hormonale opruimdrang stonden we, voor we het goed en wel doorhadden, tot onze enkels in de stofwolken. Het bureau en het gammele houten kastje maakten plaats voor het niet minder gammele bed, dat op zijn beurt weer ruimte bood aan stapels met gevulde verhuisdozen, het wasrek en de rieten stoel. De puzzelstukjes pasten wonderlijk in elkaar. De enige noemenswaardige tegenslag is het afbreken van de coax-kabel bij het verschuiven van de televisie. Terwijl het buiten al donker was geworden, konden de vensterbanken opnieuw gedecoreerd worden en vonden de laatste prullaria een nieuwe rustplaats. Toen de stofwolken waren opgezogen bleek het nieuwe kamertje alweer volgebouwd. Met nog een half jaar te gaan hebben we in ieder geval onze goodwill getoond.
- Mo money (mo problems)
Yay! Het was payday op 23 juni. De amazing winnaar van de voetbalvoorspelling, mijzelf, kreeg van maarliefst twee (2) sponsors het weledele bedrag van vijf (5) euro. En voor de wat minder snelle rekenaars onder ons: dat maakt samen tien (10) euro! Katjing! We moeten ver terug gaan in de tijd, tot mei 1528, toen een anonieme jonge fransman ook eens zo’n bedrag won in een voetbalpoule. Nou deed de heer Kasatari ook nog eens mee aan de voetbalpoule van zijn werk en werd daar niet onverdienstelijk derde van de dertien. Hij – die overigens een hekel heeft om in de derde persoon te praten over zichzelf – won daarmee nog eens elf (11) euro! Een bedrag dat nog op een bestemming wacht. Ongetwijfeld wil Kasatari hiervoor zijn moeder bedanken (bla bla), maar bovenal: men is gewaarschuwd. De belofte wordt eindelijk ingelost; de handen vast gewreven. Het nieuwe seizoen komt alweer in zicht.
- Verslag Nationaal Congres Gastvrijheidszorg 2012
Het Nationaal Congres Gastvrijheidszorg 2012 vond donderdag 7 juni plaats in een bomvol Cinemec te Ede. Ruim duizend bezoekers kwamen bijeen, onder meer voor de uitreiking van de Gastvrijheids Awards (zie het artikel over de awards). Daarnaast was er cabaret en vele visies op een gastvrijere zorgsector. Een verslag. Gastvrijheidszorg met Sterren is een waarderingssysteem voor de kwaliteit van de gastvrijheidszorg in zorginstellingen. De deelnemende instellingen hebben het gastvrijheidsniveau in hun zorgorganisatie laten beoordelen en krijgen daarvoor sterren toebedeeld. Tijdens het congres zijn awards uitgereikt voor de zorginstellingen die als beste beoordeeld zijn op gastvrije zorg in de categorieën verpleging & verzorging (winnaar Zorgcentrum Padua) GGz (winnaar Emergis Kloetinge) en in de categorie ziekenhuizen. Vijf sterren Gastvrijheidszorg met Sterren, een initiatief van LOC, B+B Vakmedianet en Koksgilde Nederland, is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een een belangrijk event. Met ook dit jaar weer meer deelnemende zorgorganisaties dan vorig jaar. En, omdat het niveau ook ieder jaar hoger wordt, werden er voor het eerst aan de best scorende organisaties vijf sterren gegeven. LOC-directeur Yvonne van Gilse opende het congres waarbij ze benadrukte hoe groot het belang is van gastvrijheid in de zorg voor cliënten. “Gastvrijheid helpt om betekenis te kunnen geven aan je leven, ook al is die anders dan voorheen.” Het is belangrijk dat mensen een doel houden in het leven, invloed kunnen hebben anderen en een gevoel van eigenwaarden daaraan kunnen ontlenen. Zodat je je als mens volwaardig voelt. “Ook of misschien wel juist voor mensen die afhankelijk zijn voor zorg. In de gezondheidszorg zijn we geneigd verantwoordelijkheid van mensen over te nemen. Het is de kunst om op een andere manier naar mensen te kijken die zorg nodig hebben.” Smaak toegepast Omdat eten een belangrijk onderdeel is van de beleving van cliënten, stonden er enkele sprekers op het programma die het belang smaak en lekker eten benadrukten. Edwig Goosstens (coördinator Center for Gastrology) kwam uit Vlaanderen om zijn project Smaak toegepast, op de agenda te zetten. Gastrology, aldus Edwig, betekent niet alleen lekker eten maar lekker eten in een geweldige sfeer. “Daarbij wordt gekeken naar smaak, kennis, gezondheid, veiligheid als kernbegrippen.” En dat is nodig want het niveau van eten en drinken in de gezondheidszorg is schrijnend. “Als iemand in een zorginstelling belandt wordt gevraagd welke telefoon of televisie hij wil. Er wordt verteld waar het toilet is. Maar vragen stellen aan cliënten over voeding en drinken gebeurt vaak niet.” De schuld voor de in zijn ogen gebrekkige kookkunsten in de zorg: de kok. “Het niveau moet omhoog, smaak moet op de agenda.” “Alles wat de keuken verlaat moet lekker, gezond, veilig en af zijn,” is de visie van Edwig. Om dat te bereiken worden er opleidingen gestart in Nederland en België voor zogenoemde chefs gastro-engineering, waar wetenschap en smaak worden gekoppeld. Een aanpak die naar eigen zeggen goedkoper is dan wat er nu gebeurt. “Maar ook tegemoet komt aan de smaakwensen en verlangens van de cliënt. Lekker Betrokken! Phyllis den Brok gaf aansluitend op het podium van Cinemec de aftrap Lekker Betrokken!, waarvan zij projectleider is. Lekker Betrokken gaat zorginstellingen de komende jaren ondersteunen bij het beantwoorden van de vraag: hoe kun je als zorginstelling in het beleid als vanzelfsprekend duurzaamheid de leidraad laten zijn? LOC vindt duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen ook belangrijk en ondersteunt het project. Duurzaamheid, zo bepleit Phyillis den Brok, is meer dan ‘zuinig’ omgaan met producten en het proces van zorgverlening alleen. “Het gaat bijvoorbeeld ook om een goed personeelsbeleid en de zorg voor cliënten. En bijvoorbeeld de vraag hóe kwaliteiten van mensen – zowel cliënten als medewerkers – zo goed mogelijk te benutten.” Een kwestie van bewustwording. “Het moet concreet worden. Want wat zegt duurzaamheid mij als cliënt of personeelslid? Ik wil gewoon lekkere producten eten, die herkenbaar zijn en waardoor ik mij beter ga voelen.” Daarbij is het tegengaan van verspilling maar één onderdeel. “We willen namelijk naar een structureel duurzame zorgsector. Waarbij we er rekening mee houden dat iedereen anderen dingen belangrijk vindt.” Aan betrokkenen wordt vooral gevraagd hun kennis in te brengen. Lekker Betrokken! draagt de successen uit en ondersteunt onderzoek op het gebied van duurzaamheid in de zorg.” Meer informatie is te vinden op www.vhvg.nl. In het aanstaande juni-nummer van Zorg & Zeggenschap leest u een uitgebreid interview met Phyllis den Brok over Lekker Betrokken! Gastvrijheidsonderzoek Ruud Bakker van B+B Vakmedianet presenteerde op het congres alvast de belangrijkste resultaten van het jaarlijkse gastvrijheidsonderzoek. Naast de Gastvrijheid Awards (klik hier voor het artikel over de award winnaars) worden alle resultaten van audits, enquêtes en gesprekken met deelnemers namelijk ook verzameld om een compleet beeld te geven van de staat van de gastvrijheidszorg in Nederland. En het gaat goed, aldus Ruud Bakker. “De totaalscore is flink gestegen, we zien veel instellingen die hun niveau hebben behouden of verbeterd ten opzichte van eerdere edities.” Op alle onderdelen waarop wordt beoordeeld (beleid, gastvrijheidszorg, eten en drinken, ambiance, observaties) springen met name eten en drinken en ambiance er in positieve zin uit. “Maar op alle onderdelen gingen de scores omhoog ten opzichte van vorig jaar. Als je kijkt naar vier jaar geleden, dan is de diversiteit in het aanbod veel groter geworden. Er zijn veel meer instellingen met multiculturele en biologische producten bijvoorbeeld.” Wat nog te verbeteren is? De betrokkenheid van de cliënt. Het management is overtuigd van belang van cliëntinbreng, maar in de praktijk vinden cliënten dat nog te weinig worden betrokken. “Maar de intenties zijn heel goed, net als de uitvoering in de praktijk.” Lees meer over het onderzoek op de website van Gastvrijheidszorg met Sterren. Sterrengids Vanmiddag nam D66-kamerlid Pia Dijkstra het eerste exemplaar van de Sterrengids Gastvrijezorg 2012 in ontvangst uit handen van Yvonne van Gilse. In deze gids zijn de resultaten gebundeld van de behaalde scores van de 225 zorginstellingen die hebben meegedaan. Komende week krijgen alle deelnemers hun eigen rapport toegestuurd. Het congres gemist? Het hele Nationaal Congres Gastvrijheidszorg is binnenkort terug te kijken op: www.kiesbeter.nl Oorspronkelijke publicatie: www.loc.nl, 7 juni 2012
- Beker
Vandaag in het nieuws: er komt geen huldiging voor het Nederlands elftal bij een verloren finale. Overmorgen begint het EK in Polen en Oekraïne, dus is het tijd voor mijn tweejaarlijkse frustratieblog. En die is dit jaar extra gefrustreerd door het nieuw opgelopen trauma tegen Spanje, diep in de tweede helft van de verlenging. Ik heb dus twee jaar de tijd gehad om te verwerken dat we nooit wereldkampioen voetbal zullen worden, maar in plaats daarvan heb ik het al die tijd weggestopt. Afgelopen kerst kreeg ik een dvd met alle hoogtepunten van het WK 2010. Mijn ergste nachtmerrie op een schijfje, zodat het eindeloos kan worden afgespeeld. Sinds twee dagen is de dvd uit de kast gehaald, afgestoft maar nog niet bekeken. De eerste stap is gezet. Gelukkig, ja gelukkig is er dit jaar dus geen huldiging als we geen Europees kampioen worden. Geen grachtentocht als een aftocht via de achterdeur gewenst is. Geen dj’s op het Museumplein als stil in een hoekje zitten een beter plan is. Over een kleine vier weken sta ik ergens in Amsterdam, met een biertje in mijn hand en een grenzeloze lach op mijn smoel. Maar dan wel alleen als Mark van Bommel die ochtend met de beker uit het vliegtuig stapt.
- Oergevoel
Waar zijn ze gebleven? De jongeren die na drie dagen Pinkpop met tassen groter dan zijzelf in een veel te jolige toestand (of stil en vermoeid) je coupé bevolken. Te herkennen aan een kek roze petje en lullig – kijk mij eens op Pinkpop zijn geweest – polsbandje. Ik heb ze dit jaar jammer genoeg niet gezien. Want hoewel ze compleet voor lul lopen met hun festivalkleding en festivalhaar (maar vooral dat vieze polsbandjes), ben ik ook wel een beetje van ze gaan houden. Ja misschien ben ik zelfs wel een beetje jaloers. Lekker met z’n alle in een tentje en terug naar het oergevoel: in de buitenlucht zoeken naar een vreethok, tien euro betalen voor een biertje en als het regent dansen in de modder. Waarbij zelfs een enkeling denkt: die teringherrie op de achtergrond neem ik op de koop toe: was het maar alle dagen zo. Zelf ken ik het alleen van televisie, maar de dag na Pinkpop pik ik graag een beetje oergevoel mee van de jongeren met roze pet en met tassen groter dan zijzelf. En zo niet, dan kom ik het misschien volgend jaar zelf wel halen.
- Lijsttrekker
Woensdagavond halverwege het lijsttrekkersdebat tussen Dibi en Sap bekroop mij het gevoel: dit wordt niets meer. Ik, lid, zat zelf in de zaal tussen andere GroenLinksers en voelde zeshonderd ogen zoeken naar een glimp van een leider. Een positief verhaal, iemand die de partij groot/groter kan maken. Er werd geklapt, er werden clichés uitgewisseld. En braaf kabbelde de strijd voort. Halverwege dus, wist ik waar mijn onbehagen vandaan kwam. Beide kandidaten zijn prima geschikt voor de job; je kunt ze rustig voor een zaal vol GroenLinksers zetten. Maar ze gaan de partij nooit naar de vijftien (plus) zetels brengen. Sap heeft een mooi verhaal (en ‘ervaring’), maar zal voor de buitenwereld toch altijd een te braaf econoompje blijven. Om over het stekkermeisjesimago nog maar te zwijgen. Terwijl Dibi helaas nooit van zijn imago als kwajongen en buitenspeler af zal komen. Het eeuwige talent. Vanaf zaterdag mag ik stemmen wie als lijsttrekker verder gaat, maar ik kan het helaas nooit goed doen. GroenLinks mist een persoon die boven de partijen staat, iemand die kiezers aantrekt die niet als vanzelfsprekend al op de partij stemmen. Ik heb nog geen keuze gemaakt, maar hoop dat – wie het ook wordt – er snel iemand komt die het GroenLinks verhaal op Roemeriaanse wijze kan vertellen. Want met vier of vijf zetels blijft het bij mooie idealen.
- In de krant
Voor eenieder die zich wel eens afvraagt wat ik (en hier bedoel ik ondergetekende en niet jij die dit nu leest. Ja jij!) zoal doe in het dagelijks leven en met name wáár ik werk (sommige van mijn ouders weten dat na bijna 2,5 jaar nog niet): deze week stond er een tweetal artikelen gerelateerd aan LOC in de Volkskrant. LOC (het bedrijf waar ik dus werk) komt op voor cliënten(raden) in de langdurige zorg. En dus hebben wij meningen over alles wat onder meer die cliënten(raden) aan gaat. In dit geval over het betrekken van familie en vrienden bij de zorg van verpleeghuisbewoners. Ben je een van mijn ouders of wil je gewoon meer weten over mijn werk? Klik hier. Wil je de twee artikelen van deze week in de Volkskrant lezen? Klik (alleen voor Volkskrant-abonnees) hier of hier. Overigens ben ik – voor de liefhebbers (en mijzelf) – al een tijdje bezig met het opstellen van een zo volledig mogelijk (journalistiek) portfolio. Deze is zeer binnenkort online op deze site.
- Gastvrijheidszorg met Sterren: zoeken naar de keuzes die cliënten hebben
Anja van Rijswijk is dit jaar voor de vierde keer auditeur voor Gastvrijheidszorg met Sterren. Tot eind februari werden de ruim 200 instellingen (zie bericht) die zich voor deze editie van Gastvrijheidszorg met Sterren hebben ingeschreven, bezocht. Het is dankbaar voorwerk, want de jury beslist uiteindelijk met de vragenlijsten en auditrapporten van auditeurs als Anja op zak, welk cijfer een instelling krijgt. Hoe gaat dat in zijn werk en waar let een auditeur op? Gastvrijheidszorg is een breed begrip, weet Anja van Rijswijk. “Voor mij gaat het vooral om zoeken naar de keuzes die cliënten hebben.” Anja werkt in het dagelijks leven voor LOC en heeft dan ook veel ervaring met het zoeken naar cliëntinbreng. “Er zijn cliënten die graag op hun kamertje willen blijven. Dat is ook gastvrijheidszorg. Dat is de keuze die de cliënt heeft. Maar tegelijkertijd moet je wel de vinger aan de pols houden. Voelt hij of zij zich niet eenzaam? Het is soms zoeken om dat goed te zien.” Eigen belangstelling en kennis Auditeurs gaan, zo veel als mogelijk, in verschillende combinaties twee aan twee langs de instellingen. “Elk van de auditeurs heeft een eigen achtergrond en focus. Dat zie je ook terug in de audit. Iemand die vanuit het Koksgilde (uitleg red.) komt zal meer geïnteresseerd zijn in hoe de maaltijd er uit ziet en welke apparatuur gebruikt wordt. Het is maar net waar je eigen belangstelling en kennis zit. Ik hamer op het er bij betrekken van de cliënt en vraag hoe de wensen van de cliënt zijn onderzocht. Zo is het bijvoorbeeld – vind ik – ook belangrijk dat het management eens mee-eet. Dan proef je namelijk hoe het smaakt en voelt. Er zijn genoeg managers bij die zeggen: daar heb ik nou nog nooit aan gedacht. Maar we benaderen het wel altijd op een positieve manier. We zijn immers geen inspecteurs.” Proeven De auditeurs gaan in de instelling kijken hoe de gastvrijheid daar geregeld is: meeproeven aan de maaltijd, de sfeer in je opnemen. “We eten dan weliswaar niet aan tafel bij de bewoners, maar ik loop altijd wel van tafel weg om te vragen aan cliënten wat zij van het eten vinden.” Daarnaast is er altijd een gesprek met het management en een gesprek met de cliëntenraad. Voor het bezoek hebben de betrokkenen altijd al een uitgebreide vragenlijst ingevuld. “Zo hebben we bij de audit al alle antwoorden van het management en de cliëntenraad voor ons liggen. Dat is voor ons input om door te kunnen vragen, vooral als er verschillen zitten tussen de antwoorden van het management en van de cliëntenraad.” Evaluatie Naar de getallen wordt dus nauwelijks gekeken. “Nee, we vragen vooral naar het gastvrijheidsbeleid, de service, het eten en drinken, de ambiance, over de klachtenafhandeling.” Afgesloten wordt er altijd met een evaluatie. “Vertegenwoordigers van de instellingen en de cliëntenraad komen beide, afzonderlijk, met een cijfer. Die leggen we ook weer naast elkaar. De meeste cijfers zijn realistisch, een enkele instelling overschat zichzelf. Maar dan wij vragen natuurlijk door. Als auditeur kom je in meerdere instellingen, zelf doe ik er tussen de vier en acht per jaar, dus dan kan je ook goed vergelijken met andere instellingen of zo’n cijfer een beetje klopt.” Kader: ‘Er gebeuren mooie dingen’ Als auditeur heeft Anja goed zicht op hoe het gesteld is met de gastvrijheid in zorginstellingen. En Nederland mag niet klagen, vindt ze. “Het beeld van pyamadagen in instellingen klopt niet. Kijk naar de kleinschalige woonvormen, die prachtig zijn ingericht. Al is het wel zo dat de meeste instellingen die meedoen aan Gastvrijheidszorg met Sterren, gastvrijheidszorg al hoog op de agenda hebben staan.” Toch is het algehele beeld wel dat zich een positieve trend in heeft gezet de afgelopen jaren. “Het mag er nu, naast functioneel, ook nog een beetje leuk uitzien. Netjes gedekte tafels en keurig geklede gastvrouwen. Er is goede wil en er wordt echt heel goed over gastvrijheid nagedacht.” Als ze dan toch iets negatiefs moet noemen is dat het niveauverschil. “Het verschil tussen instellingen in de randstad en daar buiten is over het algemeen groot. In Amsterdam zijn bijvoorbeeld veel minder vrijwilligers in de omgeving en dat merk je. De sfeer is daardoor ook echt anders. Maar over het algemeen gebeuren echt hele mooie dingen.” Oorspronkelijke publicatie: LOC.nl, 4 april 2012
- Tien jaar!!
Het is vandaag 10 jaar geleden dat ik uit de anonimiteit stapte, de online wereld van de glitter en de glamour in. Jawel, op 20 maart 2002 opende mijn eerste bescheiden website de virtuele deuren. In het begin was ‘Kasatari’ (zoals het toen nog niet heette), als ik het me goed herinner, nauwelijks meer dan een profielpagina met contactinformatie. Een jaar of 8 a 9 geleden had ik voor het eerst een ECHTE website toen ik van een kennis zijn script voor een simpele site kon overnemen, met knoppen, pagina’s en een eigen url. Sindsdien is mijn website uitgegroeid tot een weblog met nieuws, duiding, meningen en sport die open staat voor bezoeken van miljarden aardgenoten (aan aardgenoten: wanneer gaan jullie dat nou ook eens DOEN?). En wat hebben we veel meegemaakt samen (weet je nog die ene keer met die grappige anekdote!?), al is er van de eerste dagen veel tekst verloren te gaan. Op de digitale vuilnisbelt. Wie weet duikt er ooit nog meer op, maar gelukkig zijn er ook nog een prachtig aantal van 551 artikelen en blogs WEL bewaard gebleven. Met de blog ‘Koffer’ als oudste. uit 2004. En nu, zoveel jaar later zit ik op de bank offline – want geen internet tot mijn beschikking – op mijn nieuwe minilaptop te werken aan de blog die je nu leest. Laat ik me aan een kleine voorspelling/ hoop voor de Kasatari-toekomst wagen. Dat over tien jaar internet (nog) vrij is en overal en altijd beschikbaar voor iedereen, vanzelfsprekend als water uit de kraan. En dat alles vooral nog open ligt. PS. Kadotip 😉.
- Oudere werknemers in de zorg: meerwaarde en noodzaak
Leeftijd & Werk (het voormalig Expertisecentrum LEEFtijd) deed vorig jaar onderzoek naar de opvattingen van cliënten over oudere werknemers. Ook LOC en ActiZ (koepelorganisatie voor zorginstellingen) werkten hieraan mee. Op uitnodiging van Leeftijd & Werk hielden de bij het onderzoek betrokken organisaties een rondetafelgesprek over de uitkomsten met vertegenwoordigers van zorginstellingen. En vooral ook over de mogelijkheden en kansen van oudere werknemers. Duurzame inzet van werknemers, gebruikmaken van oudere beroepsbeoefenaars, wordt steeds belangrijker. Niet in de laatste plaats omdat we met z’n allen steeds ouder worden. Het rapport Leeftijd maakt verschil gaat niet enkel over de zorg, maar laat wel zien dat oudere werknemers, als het aan de cliënt ligt, nog volop van waarde kunnen zijn. Centrale vraag van het rondetafelgesprek: hoe kunnen kwaliteit van jonge en oudere beroepsbeoefenaars optimaal benut worden? Wat is er voor werknemers nodig om langer vitaal door te kunnen werken? En wat kan de zorginstelling daar aan bijdragen? Kwaliteiten optimaal benutten In het rapport Leeftijd maakt verschil is een link gelegd tussen specifieke kwaliteiten van senioren en beroepen waar deze kwaliteiten tot hun recht komen. Beoordelingsvermogen, inlevingsvermogen, geduld, communiceren, overwicht: het is maar een greep uit de kwaliteiten die ouderen (in dit onderzoek 55 jaar en ouder) meer worden toegedicht dan jongeren (medewerkers tot 35 jaar). In dit onderzoek is voor het eerst gekeken vanuit het cliëntperspectief. “De waardering van cliënten is namelijk heel belangrijk”, vindt Marthijn Laterveer, plaatsvervangend directeur van LOC. “In de praktijk wordt weinig gekeken naar welke medewerker het beste past bij een cliënt. De één wil graag ’s ochtends een praatje, de ander juist helemaal niet. Hou rekening met waarden van de cliënt én van de medewerker. Dat komt de zorg ten goede.” Negatieve punten Ook: negatieve punten juist positief benaderen. Sharon Casander, personeelsadviseur bij Hilverzorg: “Sommige cliënten hebben bijvoorbeeld juist behoefte aan een beetje aandacht en niet aan een jonger iemand die snel werkt.” Een klimaat waarin oudere werknemers net zo waardevol worden gevonden als jongere collega’s begint bij de leiding, aldus de bestuurssecretaris van Argos Zorggroep Jan Willem Das: “We moeten zorgen dat er een dialoog ontstaat tussen jong en oud. Er wordt bijvoorbeeld gezegd: ouderen zijn vaker ziek. Dat is dus helemaal niet waar. Laat dat zien.” 2100 beroepen zijn onderzocht, waarvan 700 extra geschikt bleken voor de oudere werknemer. Maar wat kunnen zorginstellingen doen om oudere werknemers te krijgen of langer te laten doorwerken? Mieke Verbaarschot, die meewerkte aan het onderzoek namens Leeftijd & Werk: “Je werk moet aansluiten op je levensfase. En wat helpt is: je goed blijven voelen in je werk.” Daar kunnen hulpmiddelen bij helpen en die zijn er genoeg. “Maar vaak denken werknemers toch: ik doe het een keertje zonder. Eigenlijk moet je vanaf het begin van je loopbaan de juiste keuzes daarin maken, anders krijg je op latere leeftijd last”, weet P&O-adviseur Yvonne Los bij De Gelderhorst. Naast de geestelijke en lichamelijke gesteldheid is er nog een veel genoemde reden voor oudere werknemers om de zorg te mijden of te verlaten: geld. Rob van Eijkelenburg: “Je ziet dat het salarisverschil tussen de zorg en andere sectoren nu soms een belemmering vormt om in te treden. Daar zit soms duizenden euro’s tussen.” Bij SVRZ hebben ze daar inmiddels wat op gevonden: “Nieuwkomers schalen we direct in op het toekomstige salaris in plaats van het salaris van leerling, wat ze eigenlijk zijn. Zo kunnen mensen voor wie de financiële drempel om in de zorg te werken te groot is, toch die stap maken.” Op de langere termijn moet het gesprek over de duurzame werknemersinzet meer vorm krijgen. “Want hier moet het ook niet bij blijven”, aldus Laterveer. “LOC en ActiZ hebben al gezegd meer te gaan samenwerken op dit vlak. Door bijvoorbeeld hierover maatschappelijke debatten te voeren. Duurzame inzetbaarheid vraagt aandacht, maar heeft ook écht meerwaarde.” Het rapport Leeftijd maakt verschil is te downloaden op www.loc.nl/leeftijdmaaktverschil. Kader:Leeftijd & Werk In Leeftijd & Werk hebben de adviseurs van stichting expertisecentrum LEEFtijd zich opnieuw georganiseerd. Leeftijd & Werk is een adviesorganisatie die branches en organisaties ondersteunt met vraagstukken die te maken hebben met duurzame inzetbaarheid. Op hun website staat nu ook een Human Resource-handleiding online, waarin de beroepen staan die extra geschikt zijn voor oudere werknemers. Ook staan er tips in om de kracht van leeftijd maximaal te kunnen benutten. Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, maart 2012
- Te lang te lief geweest
Het rommelt al zeker vier jaar in zorgcentrum de Hooge Platen in Breskens. Er waren tekorten in de directe zorg aan cliënten, ten onrechte werd voor veel producten ineens een rekening gestuurd. En afspraak na afspraak werd door de locatiemanager niet nagekomen. Vorig jaar greep de cliëntenraad in, met voorzichtige successen tot gevolg. De kwaliteit van zorg en voeding en het financiële beleid in de instelling waren de raad al jaren een doorn in het oog. “En we liepen als cliëntenraad tegen steeds meer problemen aan. Speciale wensen op het gebied van eten waren niet mogelijk, voor fruit moest, in tegenstelling tot eerder, apart worden betaald. Evenals voor het wassen van beddengoed”, aldus voorzitter van de cliëntenraad Adrienne Roofack. John Peters, secretaris van de raad, vult haar aan: “En als we misstanden wilden aankaarten, werd ons vanuit het bestuur gezegd: bemoei je er niet mee. Gelukkig is dat inmiddels iets anders.” Daar ging wel een hoop aan vooraf. Toezeggingen “De locatiemanager was een heel aardig man, maar hij deed ons telkens toezeggingen die hij niet waarmaakte. Er zou geld komen voor een nieuw terras; het werd ieder jaar braaf op de begroting gezet, maar nog altijd is er niets gebeurd. Er werd aan bewoners geld gevraagd als ze een zaaltje wilden gebruiken. Maar een bridgeclub van buiten de instelling kon gewoon gratis kaarten. Terwijl wij weggestuurd werden omdat de zaal dus in gebruik was. Als we problemen probeerden aan te kaarten werd ons gemeld dat het zou worden opgelost. Toch gebeurde er niets. En in sommige beslissingen waar we – hoorden we achteraf – wel inspraak in hadden moeten hebben, werden we niet eens gekend.” Het ging overigens niet alleen mis bij de locatiemanager. “Het ontbrak in het zorgcentrum een beetje aan de drive om dingen beter te doen, leekt het wel.” Na een zoveelste loze belofte besloot de cliëntenraad vorig jaar LOC in te schakelen voor hulp. “Na een gesprek met de adviseur van LOC hebben we het vertrouwen in de locatiemanager opgezegd. Eigenlijk zijn we gewoon te braaf geweest. Als ons werd verteld dat het goed zou komen, dan geloofden we dat. Maar de locatiemanager lapte alles aan zijn laars.” Alex Ploegaert, ook lid van de cliëntenraad: “Dat was ook wel ons probleem: we zochten de confrontatie niet direct op. Maar toen we ons er in gingen verdiepen, bleek er van alles niet te kloppen wat ons is verteld.” Het leidde zelfs tot een klacht bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, waarop – uiteindelijk – niet alleen de locatiemanager moest vertrekken, maar ook het hele bestuur en de directie. Adrienne Roofack denkt dat ook andere raden veel meer kunnen bereiken als ze zich onafhankelijker opstellen van de leiding. “Ik denk dat veel cliëntenraden niet weten dat ze veel meer rechten hebben.” Verbeteringen Sinds november 2011 zit er een nieuwe locatiemanager en dat heeft al de eerste voorzichtige verbeteringen opgeleverd. “Bepaalde zaken zijn gelukkig teruggedraaid: er hoeft niet meer betaald te worden voor limonade of fruit bijvoorbeeld. Misschien krijgen we zelfs wel een vergoeding voor de ten onrechte gemaakte kosten. En voor het wassen van beddengoed hoeven we ook niet meer te betalen. Al blijft het probleem dat er te weinig handen aan het bed zijn”, denkt John Peters. “De teamleider is overigens fantastisch, maar die kan ook niet alles alleen doen. Je kunt nog zo’n goede koetsier zijn, maar als je paarden op hol slaan…” “Maar ook al moet er nog veel verbeteren, de instelling is nu op de goede weg” denkt Roofack. “Met de nieuwe directie heb ik er in elk geval weer vertrouwen in. Al zijn we er nog lang niet.” Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, maart 2012
- 11.000 euro
De passagiers van het op Italiaans cruise schip Costa Concordia, dat op 13 januari van dit jaar tegen een rots botste en kapseisde, krijgen elk 11.000 euro. Nou ben ik, toegegeven, best snel jaloers. Maar mijn cruise in 2010 verliep gewoon van begin tot eind VLEKKELOOS. Slechts één passagier legde het loodje en die was – eerlijk is eerlijk – al best oud. En nee, geen rots, laat staan gekapseis of water in de hutten en dus ook geen schadevergoeding van 11.000 euro. Nada. Nothing. Dus die 3206 passagiers die niet gewond zijn geraakt (die dat wel zijn krijgen waarschijnlijk nog meer) hebben voor de komende tien jaar een verhaal als ze op verjaardagen komen. Plus nog eens keiharde pegels op de bank. En de kans dat ze NOG eens een scheepsramp meemaken is wel erg klein, dus ze kunnen ook nog eens zorgeloos op weg naar de volgende cruise. Want daar kan je aardig wat voor rondvaren, 11.000 euro. Ondertussen moet ik het doen met mijn cruisefoto’s van de MV Cristal die gewoon RECHT op het water dobbert.
- Kasatari jaaroverzicht 2011
Zo zit je op nieuwsjaarsdag bij de Van Der Valk in Vught aan de bitterballen en zo typ je alweer de tekst voor het Kasatari jaaroverzicht van 2011. Het jaar ging vlug voorbij. Een jaar waarin bijvoorbeeld niet mijn debuutroman uit kwam. Geen scheiding plaatsvond en ook geen nageslacht werd geboren en waarop we zelfs geen miljoenen wonnen in de loterij. Maar er gebeurde ook heel veel WEL. Nederland werd wereldkampioen honkbal en bridge. In Egypte stapte president Moebarak op, een tsunami verwoeste onder meer kerncentrale Fukushima, zeven mensen vonden de dood in een schietpartij in een Nederlands winkelcentrum. Geliefde terroristen/ leiders Osama Bin Laden, Ghadaffi en Kim Jong-Il overleden (soms na enig aandringen). Maar ook Knut, Johnny en Rijk, Amy Winehouse, Vaclav Havel, Hella Haasse, Elizabeth Taylor, Steve Jobs, Coen Moulijn en Willem Duys doen in tegenstelling tot vorig jaar niet meer mee aan de champagne en oliebollen. En in ons persoonlijk leven waren er wederom huwelijken, contractverleningen, bijna branden, aangekondigde verhuizingen, rondreizen, feesten, Marjolein in Rome (klik hier voor foto’s) en vooral DIPLOMA’S. Om ons jaar een beetje te illustreren hier een jaaroverzicht in 19 foto’s. 1 januari: Marjolein, Peter en Nelly kijken op naar het jaar dat komen gaan (en een beetje naar de Sint-Jan in Den Bosch). 26 januari: Eindelijk profijt van al die belastingcenten van ons: de brandweer komt langs. De grote rookontwikkeling die daaraan vooraf ging bleek afkomstig van het aangekookte eten van een demente onderbuurman. 12 februari: Opa Roosenboom werd alweer 93 jaar en dat werd groots gevierd in Mook…met een etentje. De rekening bevatte uiteindelijk zoveel nullen dat er een vergrootglas aan te pas moest komen. 7 maart: Niet alleen begon carnaval extreem laat dit jaar, maar ook de optocht van Den Bosch liet lang op zich wachten. Menig toeschouwer uit Krabbegat zag het dan ook niet meer zitten. 19 maart: Feest! En niet omdat ze jarig zijn maar om de vreterij. En een beetje omdat ze dertig jaar getrouwd waren. Hoera. 23 april: Back to the 90’s met Joost, Noor en Lotte! En we hebben heus de jeugdhelden van Captain Hollywood Project gezien. Gekkenhuis. 12 mei: Alweer een jaar getrouwd. En zo beland je per ongeluk in Valkenburg alwaar we na een mooie maaltijd moe maar voldaan op de gevoelige plaat gezet werden bovenop de Cauberg. 25 juni: Ho, ho, ho! Kerst in juni: het kan in Ommen. Tijdens het familieweekend maakten we even tijd voor het NK sneeuwballen gooien. 2 juli: Het onmogelijk gebeurt toch: Peter wint de voetbalvoorspelling. Zo zie je maar, je hoeft niet veel verstand van voetbal te hebben om mee te kunnen doen om de prijzen… 19 juli: Het was een hele inspanning, maar we waren er bij: de Nijmeegse vierdaagse. Als toeschouwer wel te verstaan. En heus maar een dag. Maar we waren kapot. Vermoeiend dat kijken. 27 juli: Met de jarige job in ons midden was het DE gelegenheid voor een familiekiekje. Marjolein mocht deze keer de foto maken. Misschien mag ze de volgende keer er bij op… 30 juli: Weg met de plaszak of de knipoogkroaat. Knus (de foto werd genomen in Volendam) is het woord van 2011! En eigenlijk van elk jaar! 2 september: Goed voorbeeld doet volgen. Of zo. Bas tart ondertussen alle wetenschapswetten: krijgt een kind, trouwt met een Fries en wordt Duitser in iets meer dan een jaar tijd. 16 september: Marjolein haalde in september haar jaarlijkse diploma op. Deze keer werd ze bachelor of arts. Nagekaart werd er bij ’t Gras van de Buren. En inderdaad: hadden we daar maar gegeten… 1 oktober: Het weer is in de war en dat sloeg over op sommige fietsers. Zo kon er begin oktober nog op het strand worden gelegen onder een stralende zon. Wij deden dat op Terschelling. 29 oktober: Omdat Marjolein gratis kaartjes had gewonnen (nee dat is niet dubbelop) gingen we helemaal dressed up naar Monsters Ball, het grootste Halloweenfeest van Europa, in onze eigen Brabanthallen. 11 november: Jaren hebben we er naartoe geleefd, sommigen van ons wilden zelfs op deze datum trouwen, maar het was ook zo weer voorbij: 11/11/11. Maar we zullen het nooit, nooit vergeten. 11 december: Terwijl Marjolein bij 20 graden naar zingende kerstmannen luisterde en keek in Rome, was Kasper druk aan het werk in een regenachtig Nederland. 24 december: Kerstavond brachten Marjolein en ik door op het luxe cruiseschip SS Rotterdam. Op dek genoten we nog even van het uitzicht op de Euromast. Bekijk hier de jaaroverzichten van 2010, 2011, 2012, 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017.
- Back to the year…2010 (deel 1)
Weer een nieuwe noviteit op mijn website. Vanaf vandaag zal ik zo nu en dan – als ik tijd over heb – aan de hand van foto’s van vroeger, even terugkijken in de tijd. Om niet direct TE heftig te beginnen, staat de tijdmachine deze eerste aflevering stil op 2010 (WOZUS: VET LANG GELEDEN!). Assen 30 oktober 2010, omstreeks drie uur om precies te zijn:
- Vragenlijsten
Gisteren en eergisteren heb ik van ‘9 to 5’ in een zweterig hok (in stadion Galgenwaard, dat dan weer wel) gewerkt aan mijn vragenlijsttechniek. We gaan binnenkort werken met De Heuristisch Methode van de Heijting Weerts Groep en gaan vragenlijsten inzetten voor het bepalen van onze richting en verbeteren van onze diensten. Dat is een online tool waarmee mensen eenvoudig kunnen worden aangeschreven, maar daarbij dus ook de techniek van de vragenlijst. Ik heb dus al twee dagen werken met doelen en hoofdvragen, dimensies en indicatoren er op zitten en ben – met huiswerk op zak – op de helft van mijn training (die ik overigens volg samen met zeven collega’s, dus ik hoef niet alles straks alleen te doen). Wel kwam ik er tot mijn spijt achter dat ik in het verleden niet altijd even goede vragenlijsten heb gemaakt. Zo blijkt de enquete in ‘12 mei 2010 voor dummies‘ nogal wat fouten te bevatten. SCHOKKEND JA! Kijk hoe het NIET moet en let daarbij vooral op de langverwachte resultaten en conclusie en aanbeveling van de grote trouwdag-enquete: KLIK (niet meer beschikbaar)!
- Navolging
Dat Marjolein en ik voor veel mensen een voorbeeld zijn dat wisten we natuurlijk allang. Maar voor het eerst zijn enkele van onze ‘fans’, in navolging van ons, getrouwd. Afgelopen vrijdag (2 september 2011) werden B. & I. in de Hortus in Haren in de echt verbonden. Door een oud-leraar van mijn middelbare school nog wel. Ik ken de bruidegom (B.) al ruim twintig jaar, dus heb ik de bruid (I.) niet alleen gefeliciteerd maar ook succes gewenst. In groep drie kwamen we bij elkaar in de klas via een natuurclubje waarin we samen de grasveldjes van de wijk schoonhielden en veel, heel veel over de natuur praatten (en waarbij het verhaal gaat dat ik en de andere ‘bestuursleden’ B. uiteindelijk eruit hebben gegooid) kwamen we op dezelfde middelbare school en komen we nu, heel veel jaar later, nog geregeld samen voor (bord)spellen. Hoogtepunt van deze (bijna) veganistisch bruiloft (B. is veganistisch) waren naar alle waarschijnlijkheid toch de kroketten (niet veganistisch) die eerst niet kwamen en uiteindelijk op een dienblad toch nog tot ons kwamen. Op gepaste afstand gevolgd door de taart (wel veganistisch). Het prachtige zonnetje maakte het plaatje compleet. Nu weet ik het dan ook echt zeker. Ik trouw nooit wéér. PS. De langverwachte passage waarin ik dronken onder de bar lag te zwemmen in mijn eigen kots met daarin stukjes veganistisch taart met kroket, is helaas wegens het zijn van de Bob komen te vervallen. Excuses voor het ongemak.
- BREKEND NIEUWS: MARJOLEIN IS GESLAAGD
Ja je hoort het goed: Marjolein heeft dan eindelijk afgelopen vrijdag te horen gekregen dat ze haar Taal- en Cultuurstudies studie succesvol heeft afgerond en dat ze nu dus haar Bachelor of Arts diploma mag komen ophalen in september. En dat in drie jaar! Reden voor een klein feestje, want als alles goed gaat kan ze volgend jaar haar studiecarrière voltooien met ook nog een Masterdiploma op zak, want komend jaar doet ze Cultuurgeschiedenis, eveneens aan de Universiteit Utrecht. Nog een jaartje wachten dus en dan kunnen we Marjolein de hele tijd Master gaan noemen. Tot die tijd noemen we haar: ‘Bachje’.
- Voorspellingen ’11/’12 bekend
Alle voorspellingen voor dit jaar zijn weer binnen en we hebben maar liefst drie nieuwe deelnemers. Samen met de ‘prominenten’ (die er vaak minder van bakken dan de ‘leken’ overigens) maakt dat we dit jaar 25 deelnemers hebben, waarvan er 13 meedingen naar de fantastische hoofdprijs: EEUWIGE ROEM (voor een jaar). Oh ja: en het weledele bedrag van 5 euro! Dan de feiten. Ajax wordt door 19 mensen als de toekomstig kampioen gezien, vier keer PSV op de eerste plaats en twee mensen denken dat FC Twente weer kan verrassen. RKC zal direct weer degraderen (12x) en ook in Excelsior (8x laatste) en VVV (4x) krijgen het moeilijk. Op 6 mei 2012 weten we wie er zich de beste voorspeller van 2011/2012 mag noemen. Voor wie de verschillende voorspellingen wil bekijken en zelf de stand wil bijhouden (hoeft niet!) kan hier: de Excelsheet voetbalvoorspelling 2011/2012 downloaden. Hierin staan alle voorspellingen en een rekenmodel waarin de stand kan worden bijgehouden. Maar je kunt uiteraard ook gewoon af en toe een tussenstand op deze site vinden. Ik zal halverwege en aan het eind alle deelnemers per mail de (tussen)stand doorgeven. Dat de beste moge winnen…. Vorige winnaars: 2003-2004: Bert (38) 2004-2005: Bert (36) 2005-2006: Bert (48) 2006-2007: Marjolein (30) 2007-2008: Marjolein (32) 2008-2009: Marjolein (24) 2009-2010: Robert (44) 2010-2011: Peter (38)
- Nieuwe website LOC
Sinds april is de nieuwe website van LOC online. het webadres is nog altijd www.loc.nl en ook de vertrouwde informatie is gebleven, maar veel andere zaken zijn vernieuwd. surf mee langs ons nieuwe forum, de verbeterde zoekfuncties, het online bestellen van publicaties en nog veel meer. onze nieuwe website heeft een nieuwe vorm en uitstraling en meer gebruikersgemak. We hebben geprobeerd rust en zakelijkheid te combineren met onze herkenbare kleuren. Fotografe Laura Zwaneveld heeft in opdracht van LOC een fotoserie gemaakt met een negental mensen die bereid waren om ons een kijkje in hun leven te gunnen. Ze hebben allemaal op een of andere manier met zorg te maken (gehad). Hun verhalen zijn te lezen (en foto’s zijn te bekijken) op www.loc.nl/levensvan. Zoeken De LOC-website bevat honderden pagina’s aan informatie en vele bestanden. Voor veel gebruikers van onze vorige site bleek het moeilijk om op het juiste moment, de juist informatie naar voren te krijgen. We hebben daarom rekening gehouden met de meest voorkomende manieren waarop websitegebruikers naar informatie zoeken. Allereerst is de ‘gewone’ zoekbalk gebleven, maar deze is veel preciezer dan voorheen. De kans dat u bijvoorbeeld zo uw bijeenkomst of brochure terugvindt is veel groter. Bovendien wordt de zoekopdracht veel sneller verwerkt. Gebleken is ook dat veel van de bezoekers van de LOC-site, informatie zoeken aan de hand van een onderwerp. Daarom hebben we een extra zoekfunctie ingebouwd, genaamd ‘zoek op onderwerp’ waarbij alle informatie geordend staat op onderwerp, sector en regio. Hoe meer onderwerpen u aanklikt, hoe gerichter de informatie is die u vindt. Tot slot is ook de oude, voor sommige mensen vertrouwde structuur per sector teruggekeerd. Elke sector heeft een eigen startpagina waarop het laatste sectornieuws staat, alsmede bijvoorbeeld de belangrijkste regelingen/wetten, tips en informatie. Kijk op www.loc.nl/wegwijzer voor een wegwijzer langs onze zoek opties. Interactie LOC wil graag weten wat er speelt onder de leden. Daarom geven we de bezoeker van onze website meer dan ooit de ruimte om te discussiëren over onderwerpen in ons forum, of bijvoorbeeld te reageren op het laatste nieuws. Ook kunnen cliëntenraden met elkaar informatie of tips uitwisselen of een vraag stellen aan een van onze medewerkers. Het forum is opgedeeld in verschillende sectoren. In de nabije toekomst zullen we vaker vragen hoe onze leden over bepaalde kwesties denken en gebruiken we de input om bijvoorbeeld onze dienstverlening en belangenbehartiging te verbeteren. Verder gaan we de verschillende media (tijdschrift Zorg & Zeggenschap, de nieuwsbrief, de website en de digitale nieuwsbrief ) meer aan elkaar koppelen, zodat u altijd optimaal wordt geïnformeerd. Daarnaast zijn we op zoek naar nieuwe manieren om in contact te komen met onze achterban. Bijvoorbeeld door middel van een poll. Of in de toekomst: door social media, zoals Twitter, te gebruiken om leden of geïnteresseerden te voorzien van het laatste nieuws op het gebied van (mede) zeggenschap en belangrijke ontwikkelingen in de langdurige zorg. Nieuws & regio’s Nieuw op de site is ook onze agenda, die te vinden is op http://www.loc.nl/actueel. In de agenda staat waar en wanneer welke (LOC-)bijeenkomst in het land is. Zo hoeft u niets meer te missen. Deze verzamelpagina bevat ook de laatste nieuwsberichten en een link naar het nieuwsoverzicht, evenals informatie over het laatste tijdschrift of de laatste nieuwsbrief en de blogs, persberichten en brieven. Alle regioinformatie heeft een plek gekregen op de site. Een pagina met daarop niet alleen het laatste nieuws, maar ook de (regio-) agenda en overige informatie, zoals wie de adviseurs zijn en wie er in het regioteam zitten. Ook onze digitale nieuwsbrief is vernieuwd. Desgewenst valt deze straks elke twee weken in de mailbox. Met heldere verwijzingen naar onze website en een compleet nieuwe vormgeving. Hebt u zich nog niet aangemeld voor de digitale nieuwsbrief? Ga dan snel naar onze site. Publicaties Onder www.loc.nl/publicaties staan veel (en binnenkort alle) beschikbare LOC-producten. Veel producten zijn gratis te downloaden, andere eenvoudig te bestellen. En LOC-leden kunnen, mits geregistreerd en ingelogd, publicaties bestellen tegen de ledenprijs. Hiervoor hebt u nodig uw registratienummer (de eerste zeven cijfers – dus vóór het streepje – van het elfcijferige getal op uw label bij dit tijdschrift) en uw postcode. Als u zich niet kunt of wilt registreren, blijft bestellen via ons e-mailadres abonnees@loc.nl of per telefoon ook gewoon mogelijk. Wilt u zich wel voor de nieuwe bestelwijze registreren maar weet u nog niet hoe? Bekijk dan de uitleg op http://www.loc.nl/uitlegwebshop. Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, juni 2011
- Ontmoeten cliëntenraden van verschillende locaties werkt!
Ieder jaar komen alle cliëntenraadsleden van de verschillende locaties van de Friese Zorggroep Plantein bij elkaar voor een uitwisseling. Deze zogenoemde ‘dag van de medezeggenschap’ wordt dit jaar voor de vierde keer gehouden. Het blijkt een van de pijlers van een groep actieve, succesvolle, tevreden cliëntenraden. “Alle raden van Plantein zijn goed bezet, erg actief en boeken goede resultaten. Niet in de laatste plaats door de open communicatie met de medewerkers van de Zorggroep.” Ieder jaar komen alle cliëntenraadsleden van de verschillende locaties van de Friese Zorggroep Plantein bij elkaar voor een uitwisseling. Deze zogenoemde ‘dag van de medezeggenschap’ wordt dit jaar voor de vierde keer gehouden. Het blijkt een van de pijlers van een groep actieve, succesvolle, tevreden cliëntenraden. “Alle raden van Plantein zijn goed bezet, erg actief en boeken goede resultaten. Niet in de laatste plaats door de open communicatie met de medewerkers van de Zorggroep.” Ook tussen de raden onderling zit het goed. Vanzelf komt dat zeker niet. “Met alleen een briefje ophangen, red je het niet om de cliëntenraad te promoten”, aldus Bob Reek, vicevoorzitter van de raad van locatie Ielânen in Sneek en van de centrale cliëntenraad. Samen met zijn collega raadsleden Marieke Koopmans (voorzitter locatie Bloemkamp, lid van de centrale raad) en Sytse de Jong (voorzitter locatie Flecke, lid van de centrale raad) roemt hij de inzet van zijn mederaadsleden. De uitwisseling van ervaringen en verbreding van de contacten hebben ertoe geleid dat cliëntenraden op afdelingen van locaties een ‘koffie- en thee-uur’ voor cliënten en/of hun vertegenwoordigers organiseren. Cliënten worden over het werk van de raden geïnformeerd via een nieuwsbrief voor cliënten en het Magazine Plantein in Beeld. En er wordt sinds een tijdje ook gewerkt aan digitaal contact met de achterban. “Bewoners, familie en contactpersonen kunnen ons per e-mail informeren over zaken die met de zorg- en dienstverlening, of bijvoorbeeld het eten, te maken hebben. Aan de andere kant kunnen we hen ook vragen stellen om de meningen te peilen”, vult Marieke Koopmans aan. Hetzelfde doel De dag van de medezeggenschap werd opgezet om de cliëntenraadsleden van Plantein kennis met elkaar te laten maken en ervaringen uit te wisselen. Bob Reek: “Je kent anders alleen je eigen raad, je ‘eigen wereld’.” Sytse de Jong: “Na de eerste editie hebben we meteen tegen elkaar gezegd: dit moeten we herhalen. Je krijgt door zo’n bijeenkomst inzicht in het werk van je collega’s in de andere locaties.” Er is niet alleen aandacht voor onderlinge kennismaking en ervaringsuitwisseling. Ook wordt aandacht besteed aan actuele thema’s die om aandacht van de raden vragen. Natuurlijk is er ook tijd voor ontspanning en een hapje en een drankje. Marieke Koopmans: “Op zo’n dag doe je activiteiten en werk je in groepen met de mensen met wie je normaal niet samenwerkt, zodat iedereen elkaar beter leert kennen. Zo blijf je dicht bij elkaar, er wordt direct gecommuniceerd. En je creëert een organisatie waar je je best voor wilt doen.” Samenhang De contacten hebben samenhang en afstemming opgeleverd in het werk van de raden. De raden werken met een gemeenschappelijke jaaragenda. Die zorgt ervoor dat thema’s tegelijkertijd worden behandeld, zodat de uitkomsten goed worden ingebracht in de centrale cliëntenraad. Op lokaal niveau vindt steeds overleg plaats met de locatiemanagers en op centraal niveau met de directeur/bestuurder van Plantein. Cliëntenraadsleden en leden van het managementteam kennen elkaar, de organisatie is transparant en er is een basis van vertrouwen. Knelpunten zijn goed te bespreken en op te lossen. “Van begin af aan is er hier open gecommuniceerd”, meldt Bob Reek. Marieke: “We streven naar hetzelfde doel: goede zorg- en dienstverlening voor de cliënt.” Cliëntenraden van andere zorginstellingen roepen ze op óók tenminste eenmaal per jaar op deze manier ‘kennis te maken’. “Gewoon doen, want dan kijkt iedereen weer eens dezelfde kant op. Je kunt ervaringen uitwisselen en goede voorbeelden zo verder verspreiden binnen de Zorggroep.” Dag van de medezeggenschap In 2011 is de dag van de medezeggenschap op 30 september. In het ochtendprogramma gaat over de (‘houtskoolschets’ voor de) Beginselenwet zorginstellingen. Vanuit verschillende uitgangspositie zullen de voorzitter van de centrale cliëntenraad van Plantein Meint Veldstra, het Tweede Kamerlid Lutz Jacobi en directeur/bestuurder van Plantein Berend Lugies hun visie op deze wet geven. Dit wordt vooraf gegaan door een presentatie over de inhoud door Gerke de Boer, auteur en leraar verpleegkunde. Oorspronkelijke publicatie: Zorg & Zeggenschap, juni 2011
- Video
De meesten hebben nog dvd, sommigen zijn al overgeschakeld naar blu-ray, maar wij hebben sinds een paar dagen het retroste van het nieuwste: een videorecorder! Gekocht voor een paar euro van iemand die dit prachtige stukje techniek niet kan waarderen. Geef nou toe: er gaat niets boven eindeloos vooruit- en terugspoelen, korrelig beeld, ondertitels die niet aan of uit kunnen en die grote banden die je hele voorraadruimte in beslag nemen. Omdat mijn ouders op dit moment alles weggooien wat los en vast zit, en wij een ontzettend grote bergingsruimte hebben, kregen we enkele dozen aan oude videobanden met films, opgenomen series en hier en daar een verdwaald familiefilmpje. Binnenkort zal ik eens kijken welk materiaal het waard is om te digitaliseren. Voor nu: Let’s watch Die Hard again!
- RBC wordt R.I.P.
Het einde van RBC Roosendaal is in zicht. En dat vind ik, als ‘sympathisant’ jammer. Ik werd sympathisant toen RBC in het seizoen 1999-2000 tegen alle voetbalwetten in wist te promoveren uit het niets: de Roosendaal Boys Combinatie werd dat seizoen kleurloos zesde in de eerste divisie. Met geweldig aanvallend voetbal, onder de toen nog onbekende trainer Robert Maaskant, zag ik het nietige RBC zich een weg uit de anonimiteit ploeteren. Achteraf zijn de promoties (in 2001-2002 promoveerde RBC opnieuw naar de eredivisie, nadat het het jaar daarvoor direct was gedegradeerd) misschien wel de doodsteek geweest. Er volgden nog vier mooie jaren in de eredivisie waarin het respectievelijk eindigde op de 13, 12, 16 en 18e plaats. Het voetbal werd minder en vele net-niet voetballers kwamen naar Roosendaal. Ondertussen werd mij in Bergen op Zoom wel duidelijk gemaakt dat het not-done is om ‘voor’ een Roosendaalse club te zijn, maar dat deerde mij niet. In 2006 was het sprookje, want dat was toch wel een beetje, over en daalde de ploeg nu definitief af. Het eerste jaar terug in de eerste divisie bleef de club in de winning mood, maar verspeelde het een riante voorsprong op de andere clubs, waarna RBC derde eindigde. Daarna bleek het over. Te dure huishouding, te magere resultaten en een bijna degradatie dit seizoen naar de Topklasse (amateurs). En gisteren, 1 juni 2011, werd aangekondigd dat het faillissement aangevraagd moest worden. Wat blijft zijn met name de mooie herinneringen aan die zes knotsgekke wedstrijden in de nacompetitie in mei 2000.
- Bridge
Raad eensch wat ik gisteren gedaan heb! Bridge! Op de jaarlijkse personeelsdag (waar ik overigens voor het eerst bij was) moesten we kiezen tussen wandelen, varen of de hele middag spelletjes doen. Moeilijke keus! Ik ging dus in een café in Vught met een paar collega´s bridgen (nou ja leren bridgen), waarvan sommigen nog nooit eerder hadden gebridged. Ik weet nu dat er 52 kaarten in een spel zitten en wat een honneur is. En nog wat dingen die ik al wist. Misschien toch weer eens de Van start tot finish-boekjes uit de kast pakken…?